Maar ik had nog nooit een levend kind ontmoet dat bewees dat het waar is. Vandaag. Een jongen van zes jaar. Twee hoogopgeleide ouders, vader organisatiedeskundige, moeder accountant. Jongen vraagt of ik wat te drinken heb. In ons dorp verzinnen kinderen redenen om even binnen te mogen. Meiden moeten vaak nodig plassen.
Op tafel liggen grote aardappelen. Voor een experiment straks, het zijn Agria’s, typische frietaardappelen.
Wat een grote aardappelen, zegt de jongen. Zijn ouders zijn geprezen, hij weet tenminste wat aardappelen zijn.
‘Ik ga straks patat maken’, zeg ik.
De jongen: ‘He, patahat? Ik wist niet dat patat van aardappelen wordt gemaakt.’
Schier onoverbrugbare kloof in warenkennis tussen bejaardenhuis en basisschool.
Elders op Foodlog wordt geroepen dat we kinderen ‘smaak’ moeten bijbrengen en liefst op school.
Tegen! Dat moet thuis. En voor de smaak uit gaat warenkennis. Thuis voor het oprapen, als je het er maar neerlegt.
Op de foto een Tefal hete lucht patatbakkerij waarvan het deksel zo heet wordt dat je er een ei op kunt bakken. Had de jongen het gezien dan had hij zijn ouders iets kunnen vertellen.
Zetmeelgehalte speelt ook een grote rol, heb ik mij laten uitleggen door de heren van de Hoekse.