Staatssecretaris Sharon Dijksma stuurde de Kamer vandaag een Kamerbrief waarin zij aangeeft dat het Ministerie van Economische Zaken de exportpositie van Nederlandse agroproducten wil versterken door buitenlandse markten open te breken voor Nederlandse land- en tuinbouwproducten.

Sinds de Russische importstop is de Nederlandse landbouwsector volop op zoek naar alternatieve afzetmarkten. Dat heeft zelfs geleid tot een lichte stijging van onze agri-export tot 80,7 miljard euro. Dijksma ziet echter nog 'een groot onbenut potentieel', schrijft het AD.

Bilaterale afspraken en inspecties
De staatssecretaris ziet concrete kansen voor appels en tomaten naar China, nu de Chinezen hun markt recent hebben opengesteld voor Nederlandse peren uit Nederland. Paprika's zitten in een vergelijkbare pijplijn. Met de VS lopen onderhandelingen over weipoeder en andere zuivelproducten. In dat kader komt deze maand een delegatie van de Food and Drug Administration naar Nederland om de voedselveiligheidsaspecten die bij export komen kijken te evalueren.

Voorts ziet Dijksma kansen voor appels en peren naar Mexico, Colombia, Vietnam, Zuid-Afrika en India. In Afrika is het vizier gericht op Ethiopië, Kenia en Rwanda. Rusland is geïnteresseerd in Nederlandse pootaardappelen (die niet onder de boycot vallen).
Dijksma heeft dit jaar handelsmissies voorzien naar China, India en Mexico om het pad te effenen. Dat pad blijkt namelijk niet altijd eenvoudig begaanbaar te zijn. 'Veel landen beschermen hun markten en hanteren onder het mom van voedselveiligheid ingewikkelde, jarenlange toegangsprocedures die op gespannen voet staan met regels van wereldhandelsorganisatie WHO', schrijft de krant. "Inzet van de overheid is dan nodig om te onderhandelen met die landen en afspraken te maken. [..] We zijn daar voortvarend mee begonnen", aldus Dijksma.

Strategie 'per product'
De brief informeert de politiek over de nieuwe strategie die Nederland sinds korte tijd hanteert en die zijn vruchten lijkt af te werpen. Voor plantaardige producten is het proces voor fytosanitaire markttoegang aangescherpt. Allereerst wordt in Nederland de nodige fytosanitaire informatie verzameld over het desbetreffende product. Vervolgens gebruikt het ontvangende land deze informatie om de zogenaamde Pest Risico Analyse (PRA) op te stellen. Op basis van deze PRA worden, in onderhandeling, de fytosanitaire importeisen opgesteld waaronder het Nederlandse product geëxporteerd mag worden. Voor dierlijke producten ligt de focus op het verbeteren van de toegang tot bestaande afzetmarkten door export van aanvullende producten mogelijk te maken of de exporteisen te versoepelen. Ook hier gaat Dijksma inzetten op toegang voor een bepaalde productgroep of een enkel product. Veterinaire experts worden ingezet om obstakels uit de weg te ruimen. Er gaat binnenkort dan ook rundvlees naar Japan. Vermoedelijk zullen kalfsvlees naar Zuid-Korea en een verruiming van de exportmogelijkheden voor vlees naar Thailand volgen.

De beschreven aanpak maakt dat de onderhandelingen 'flink versoepeld' worden. De Nederlandse boeren zouden hun afzetpotentieel dankzij de inspanningen van EZ met tientallen tot honderden miljoenen euro's moeten zien toenemen.

Fotocredits: Frugan