Amerikaanse wetenschappers (Penn State's College) stelden op basis van onderzoek bij 93 proefpersonen vast dat genetische factoren een rol spelen in hoe wij alcohol proeven en daar op reageren. De proefpersonen kregen een water-en-alcohol mengsel voorgezet waar ze een slok van mochten nemen om die daarna weer uit te spugen. In een tweede experiment werd het water-en-alcoholmengsel met een wattenstaafje achterop de tong aangebracht. De wetenschappers keken hoe een drietal smaakreceptoren in hun mond daarop reageerden: twee bitterreceptoren en een gevoelssensor die 'branderigheid' ervaart.

Bitter maakt het verschil
Onderzoeksleider John Hayes zegt in De Morgen: "We toonden aan dat niet iedereen dezelfde bitterheid ervaarde bij het proeven van alcohol. De verschillen hebben een biologische basis. Hoe iemand bier - of eender welke drank of voeding - proeft, wordt bepaald door de variant van het smaakreceptor-gen hij heeft." Om vast te stellen welke genetische varianten er speelden, analyseerden de onderzoekers het DNA van de proefpersonen.

Ze constateerden dat er daadwerkelijk smaakverschillen ervaren worden door mensen met genetisch verschillende smaakreceptoren. Maar voor nu iedereen denkt dat alcoholisten dus een lage bitter- of branderigheidsdrempel hebben, waarschuwen de onderzoekers dat hun resultaten 'voorlopig zijn, totdat ze gerepliceerd kunnen worden'. Hayes in Medical Daily: "Biologie is niet meteen je levenslot. Sommige individuen kunnen hun aangeboren afkeer van bitterheid overwinnen en excessief veel alcohol drinken, terwijl anderen die geen verhoogde bitterheidsdrempel hebben er voor kiezen geen alcohol te drinken om allerlei redenen die niets met smaak te maken hebben".

Het onderzoek is verschenen in Alcoholism, clinical and experimental research.

Fotocredits: 'Sundown', Jenny Downing