In The New York Times zet Jo Robinson, auteur van het binnenkort te verschijnen boek "Eating on the Wild Side: The Missing link to Optimum Health", haar ideeën over deze afname uiteen.
Robinson zegt dat het dankzij nieuwe technologieën mogelijk is ons huidige eten te vergelijken met planten in het wild. Die blijken vele malen meer fytonutriënten te bevatten dan groenten of fruit in de winkel - of zelfs direct van de boer. Robinson stelt dat er twee redenen zijn voor de genoemde afname: de afgelopen 10.000 jaar hebben onze boerende voorouders consequent voor de minst bittere versie van een groente gekozen. De meeste fytonutriënten die goed voor ons zijn smaken bitter, zuur of doen je mond samentrekken. Daarnaast hebben ze de voorkeur gegeven aan planten die relatief weinig vezels, maar veel suiker, zetmeel en olie bevatten. Die smaakten beter en gaven ook nog eens meer energie. Dat ze minder gezonde stoffen bevatten, merkten onze voorouders waarschijnlijk niet zo, omdat ze toch vaak jong stierven door ongelukken en infecties.
Robinson vertelt het verhaal van de 'teosinte', een voorouder van onze maïs. Oorspronkelijk met maar een paar korrels per aar, en dan nog eens keihard. In de loop der eeuwen werd het een kolf, met allerlei kleuren korrels. In de 17e eeuw gaven de Europese kolonisten die de naam "Indian Corn". Nog iets later, in de 18e eeuw, dook er een variant op die vooral geel en dan ook nog eens zacht en zoet was. Daarmee ging de mens de rol van moeder natuur overnemen: vanaf nu werd er actief geëxperimenteerd om een witte, zoete maiskolf. Tot straling toe werd op de maïs losgelaten, met als gevolg de nu bekende 'supersweet corn', de meest verkochte en gegeten maïssoort in VS. Maar met de kleurendiversiteit verdwenen ook de gunstige anthocyanines uit de mais, weten we nu.
De voorkeur van de mens voor zoeter en zetmeelrijker heeft er toe geleid dat van honderden vruchten en groenten de nutriënten drastisch verminderd zijn. Kunnen we daar nog wat tegen doen, vraagt Robinson. Ze komt zelf met het antwoord: begin maar gewoon. Kies de geelste maïs die je kunt vinden, en gebruik blauw, rood of paars maïsmeel. Eet rucola, want die is nog nauw verwant met z'n wilde voorgangers, in plaats van kropsla. Andere nog dicht bij hun wilde neefjes staande planten zijn lente-uitjes en natuurlijk ook kruiden - die je ook nog echt in het wild kunt vinden (en plukken).
Robinson verbaast zich er over dat bij het ontwikkelen van nieuwe soorten niet onderzocht wordt welk gehalte aan nutriënten zo'n nieuwe variëteit bevat. "Uiteindelijk hebben we meer nodig dan een aanbeveling om meer groenten en fruit te eten: we hebben meer groenten en fruit nodig die de nutriënten bevatten die nodig zijn voor een optimale gezondheid".
Fotocredits: 'Indian corn', uitsnede, Nedra
Alle (vruchtbare) grond is ontstaan uit verweerd oergesteente, zoals aanwezig in het water van gletsjerrivieren zoals de Rijn die al eeuwenlang zonder kunstmest gezonde weiden en koeien in stand houdt, in lava dat door vulkaanuitbarstingen de grond erom heen vruchtbaar maakte. Hetzelfde ging duizenden jaren op voor landbouw langs de Nijl, tot de tijd dat stroomopwaarts een stuwdam aangelegd werd waardoor voortaan de voedingsstoffen elders bezonken en bovendien zoveel minder water doorgelaten werd dat er van vruchtbare overstromingen geen sprake meer was en men daar ook tot kunstmest veroordeeld werd.
Tedje haalt in reactie 15 de Duitser Liebig aan. Deze 'grondlegger' van het kunstmesttijdperk die op latere leeftijd waarschuwde voor overmatig gebruik kunstmest wees er al op dat de mineralen en sporenelementen die we via de planten aan de bodem onttrekken niet aangevuld worden door de gangbare kunstmestzouten. In Duitsland en Zwitserland is al zo'n 150 jaar onderbouwde wetenschappelijke kennis over landbouwbemesting met oergesteente(meel) zoals lava.
Nederlandse bedrijven zoals Agriton (bodemverbeteringsprodukten) en LavaBv (meststoffen, ligboxstrooisel voor de reductie van broeikasgassen door mest) hebben duitstalige publicaties in het Nederlands vertaald. "De Geheimen van een Vruchtbare Bodem" van Erhard Hennig en "Stenen Geven Brood" ( te vinden via google op "stenengevenbrood.doc" van Prof Werner Zimmerman beschrijven bovenstaande in detail.
Het laatste document wordt oa ingeleid door een citaat van de genoemde Liebig: 'waar de wetenschap in tegenspraak is met de natuur, daar heeft de natuur altijd gelijk'.
Frank wijst in reactie 5 op de grote achteruitgang van het nutrientengehalte in landbouwbodems en (dus) -gewassen. Het is in mijn ogen als leek onbegrijpelijk dat Prof. Kromhout van de Gezondheidsraad in het achtergrond artikel 296, 'Biologisch buiten spel' kan zeggen dat er geen wetenschappelijk bewijs zou zijn voor wat hij noemt 'losse feiten waar een conclusie op basis van onbewezen redeneringen aan vast wordt geknoopt'.
Kan iemand mij een "wetenschappelijke" verklaring volgens de maatstaven van de hooggeleerde professor Kromhout geven waarom de Egyptenaren langs de Nijl goede oogsten hadden tot kort na het tijdstip van de aanleg van de Aswandam of waarom de vruchtbare Alpenweiden al eeuwenlang zonder kunstmest kunnen?
De mineralen die hier aan de orde zijn hebben essentiele functies in en voor het bodemleven van vele soorten bodemdieren als regenwormen en micro-organismen zoals bacterien, schimmels en protozoa wiens stofwisselingsprodukten bioactieve stoffen zijn zoals vitaminen, enzymen, natuurlijke anti-biotica, aminozuren en eiwitten, beschikbaar gemaakt voor opname door plantenwortels.
De reden waarom de Duitsers onze tomaten niet meer moeten is om ze afkomstig zijn van substraat-teelt. Teelt zonder bodemleven. Met planten zonder noemenswaardig wortelstelsel, omdat ze niet meer door de bodem gevoed worden maar als aan een infuus geforceerd kunstmest-zouten met een overmaat aan water opnemen waardoor 'ploftomaten' onstaan. Waterballen. Net als in de vleesindustrie. Zie plofkippen of beluister de Argos uitzending van gistermiddag zaterdag 2 juni voor nog meer onthullingen over de vleesmaterie.
Maar het mag hopelijk zo snel mogelijk duidelijk zijn waarom natuurlijke voeding die van een vruchtbare humusrijke bodem komt meer levend is, langer houdbaar is en dus gezonder is. Want we dienen ons zo mogelijk met zo vers mogelijke ( lees zo levend mogelijke) gewassen te voeden.
En volgens mij hebben wij als burgers recht op alle gezondheidsbevorderende overheidsmaatregelen die nodig zijn.
Al is het maar om de zorgkosten weer betaalbaar te maken.
ps
oergesteentemeel is onbeperkt voorradig en beschikbaar en zeer goedkoop te winnen. Vaak is het zelfs een restprodukt waar tot voor kort niet eens een markt voor was.