De Tweede Kamer wil opheldering over de instelling door het ministerie van EZ van de commissie-Nijpels die zich gaat buigen over de toekomst van de veehouderij. Op initiatief van het CDA en D66 komt er een debat dat over de gehele breedte van het parlement werd gesteund. Dat schrijft Boerderij.
De commissie Nijpels, ingesteld door staatssecretaris Martijn van Dam (EZ), bevat geen boeren en ook geen vertegenwoordigers van belangenorganisaties. Vanuit die hoek is negatief gereageerd op de instelling van de commissie omdat het de betrokkenen uitsluit.
Eerder deze week liet het jonge en enige vrouwelijke commissielid Joszi Smeets (van SlowFood jeugdorganisatie YFM) al weten het met de kritiek eens te zijn. "Mijn eerste vraag is: waar zijn de boeren? En: is het niet tijd voor daadkrachtige besluiten in plaats van weer een praatcommissie?" Op de vraag waarom ze dan toch meedoet aan de Commissie zegt ze: "We zeggen al 7 jaar dat jongeren mee moeten praten over de toekomst van voedsel. Dan gaan we een commissiestoel niet leeg laten, dat zou laf zijn." Smeets' ambitie blijkt het ontdekken van zogenaamde voorlopers die ten voorbeeld aan de rest van de veehouderij kunnen worden gesteld. Ze zegt: "Ik wil graag dat we laten zien waar de voorlopers mee bezig zijn, welke successen er zijn in de veehouderij. Dan kán er iets spannends gebeuren, naast alles wat al gaande is."
Dan moet ik het beter uitleggen Wilco. Ik neem een simpel voorbeeld. Jaren geleden was het eerste 1-ster varken wat nu het Wroetvarken heet. Het dier had het aanmerkelijk beter dan wat nu het * varken is. Omdat de Dierenbescherming besloot andere koplopers ook koplopers te vinden, verloor het zijn - zoals dat onder marketeers heet - competitive advantage. De heren van het originele 1-ster varken konden weer helemaal opnieuw beginnen om bijzonder te worden. Goddank hebben ze het gered, maar je zou de lui die verantwoordelijk zijn voor de marketingfout waarmee zij geconfronteerd werden toch echt een rotschop geven als je minder aardig bent dan die wroetboeren.
Als je bedoelt dat marktvernieuwers een verschil maken dat nieuwe verschillen mogelijk maakt, dan ben ik dat uiteraard met je eens. Maar zijn we het ook hier over de volgende stap eens? Die vervolgvernieuwers zullen ook hun eigen verschil vanaf de grond moeten opbouwen. Een en ander om te zeggen: zonder ondernemerskeuzen en het vermogen om daar uitvoering aan te geven vormt zich geen kielzog achter de koplopers.