Indonesië produceert ruimschoots de helft van het wereldwijde aanbod aan palmolie. Na Maleisië is het de grootste exporteur van de olie die zowel in de keuken als voor het maken van zeep, verzorgingsproducten en brandstoffen wordt gebruikt. De exportban zal dan ook voor grote beroering op de wereldmarkt zorgen omdat productielijnen van grote fabrikanten stil komen te liggen. Ook shampoo en zeepfabrieken (denk aan Palmolive van Unilever) kunnen er door geraakt worden.

Eerdere maatregelen mislukten, geopolitieke effecten
De Indonesische minister van Financiën Sri Mulyani Indrawati zegt op Reuters dat de regering in Jakarta zich realiseert dat het verbod andere landen schaadt, maar de maatregelen neemt omdat andere maatregelen om de binnenlandse prijs van kookolie te verlagen. De prijsvorming in Indonesië is afhankelijk van de wereldmarkt, zodat bij meer vraag dan aanbod de prijs onvermijdelijk omhoog schiet en mensen met lage lonen hard raakt. De Indonesische regering had de producenten eerder verplicht voorraden aan te houden voor binnenlands gebruik. De prijzen daalden echter niet tot een voor Indonesische huishoudens betaalbaar niveau.

Indrawati zei zich bewust te zijn dat het besluit van Jakarta geen schoonheidsprijs verdient omdat het "zeker andere landen zal treffen."

Het besluit heeft mogelijk geopolitieke consequenties. China en India zijn grote importeurs van Indonesische palmolie; beide landen hebben de grootste en op een na grootste bevolking ter wereld (samen zijn ze goed voor ruim 2,7 miljard mensen) met een gemiddeld laag loon. De regeringen in Delhi en Beijing zullen de situatie scherp in de gaten houden en zich realiseren dat hun steun aan het Rusland van Poetin hun bevolkingen direct in hun dagelijkse consumptie gaat raken.

Eerder deze maand riep David Malpass, voorzitter van de Wereldbank, voedselexporterende landen op geen voedselvoorraden aan te leggen of uitvoercontroles in te stellen om dergelijke effecten te vermijden. Ook president Xi Jinping zei geen deglobalisering van de handel te willen, maar waarschuwde daarmee vooral de rijke Westerse landen om Rusland door sancties niet geheel buiten de orde te plaatsen.

Volgens ramingen van het Amerikaanse ministerie van Landbouw zal dit jaar naar verwachting ongeveer 77 miljoen ton palmolie worden geproduceerd. Indonesië produceerde vorige jaar 45,5 miljoen ton, Maleisië 19 miljoen ton.

Markt al gekenmerkt door Covid- en oogsteffecten
De wereldwijde palmolieproductie haperde tijdens de eerste twee jaar van de COVID-19-pandemie door een daling van de beschikbare arbeidskrachten op plantages in Zuidoost-Azië. Ook van andere eetbare oliën daalde de export. De belangrijke soja-olieproducent Argentinië zal dit jaar naar verwachting minder olie verschepen na een slecht einde van zijn sojateeltseizoen. In 2021 verwoestte bovendien droogte de Canadese koolzaadoogst.

Soja- en palmolie zijn verreweg de belangrijkste plantaardige oliën; zonnebloemolie heeft een volume dat ongeveer een derde is van de productie van soja-olie. Toch zijn de effecten op onderdelen van de markt zo groot dat substituties grote effecten op de stabiliteit van zowel de wereldmarkt als lokale markten kunnen hebben. De Nasdaq spotprijs voor soja-olie piekte vrijdagmiddag in een stijgende trend die vooralsnog voornamelijk verklaard wordt door de pandemie en uitvallende arbeid.