Ik las het artikel over de Hayema Heerd van Wil Hoogeboom en Hans Reijnders en dacht aan de Groningse boerinnen die ik probeerde te verleiden tot het adopteren van stadse mensen en desnoods wat grachtengordelnichten. Ook dacht ik aan Groningse varkensboerin Annechien ten Have die opriep tot de adoptie van hoogleraren en gisteren een adoptieweekje afsprak met Wouter de Heij. Het woord inboeren was daar toen nog niet voor uitgevonden.
Ik sprak met Wil. Je kunt bij haar slapen in het stro en liggen in de kruiwagen. Echtgenoot Hans dekt de tafel met boerenbont. Of het niet weer zo’n Ot & Sien initiatief was, waar het land al van bulkt. Je-weet-wel boerengolf, slootje springen en kijken naar drie koeien, 4 kippen, een veldje boerenkool, wat oude appel- en perenbomen en een varken en dan denken dat je op een boerderij bent. De boer leeft van het toerisme en jij denkt dat je het echte boeren hebt ontdekt.
Al schrik je even van de romantische site, nee dus, dat is het helemaal niet. Je moet er even doorheen kijken. Wil en Hans werken vooralsnog met 8 serieuze full time boeren. Daaronder zitten net zo goed een biologische als een grote melkveehouder, een forse akkerbouwer en een fruitteler.
Het begon als een ideetje maar bleek te pakken. Wil komt uit het integratie-werk en benaderde een stel boeren of ze stadse gasten op de boerderij te werk wilden stellen om ze te laten zien wat daar gebeurt.
De eerste gasten zijn razend enthousiast. Van architecten, tot marketeers. Van doodgewone mensen tot rijke lui. Eindelijk wat echts in plaats van gecreëerde beleving of andere hypes. Die zouden wel eens wat meer kunnen gaan overwaaien als mensen weer met twee benen op de grond komen.
Er staan meer grote, hypermoderne boeren in de planning voor als het echt goed begint te lopen. Ik vind het een prachtig idee.
Wil H, laat ik vooropstellen dat het per definitie plezierig is de Agrarier/plattelander niet als onnozel af te doen of dat zij allemaal nog leven in een Ot en Sien tijdperk. Geen opleidingen hebben gevolgd, of wat voor beeld er dan ook nog steeds kan bestaan.
Ik was werkelijk niet van plan het een en ander belachelijk te maken. Integendeel. Ik ga juist met mijn kleink. daar naar toe, omdat gebleken is oa dat kleinzoon geinterreseerd is. Bleek aleens tijdens een een boerderijendag bezoek. Niet bij de boer weg te krijgen, een en al oor voor de machinerie. Er op mocht zitten zelfs.[stilstaand hoor]
Waar ik naar toe ga met hun is ook een bloemenpluk-tuin bij.uitleg over bloemen, soorten enz. Weet zeker dat ik kleind.[ters] daar blij mee maak. Dat er plezier gemaakt kan/mag worden met klootschieten, trapkarren/ maisdoolhof lopen vind ik een aardige bijkomstigheid. Een terrasje voor een kopje koffie en limonade.Door het kleinschalige, kom je ook zomaar ineens, kinderen en volwassenen daarna met elkaar in gesprek.
Via een cursus die ik ooit gevolgd heb, [destijds dit soort van projekten ontstonden] hoorde ik van het fenomeen boomhutten. Geen grap, bloed serieus.
Dick, ik weet niet wat dat is. Koeienknuffelen enzovoort.
Ik heb al eens eerder geschreven over een Japanszakenbedrijf. Clean tot en met. Mannen in pakken, vrouwen in mantelpakken, een labrador door de afdelingen lopend. Reden, de werkprestatie verhoogde/verbeterde doordat de werknemers zo af en toe het dier even konden aaien. Menselijkheid vermoedelijk?