Het Italiaanse duo Alessandro Guagni (ingenieur) en Lorenzo Bianchi (advocaat) herontdekte de reuzenknoflook bij toeval bij een bezoek aan een Toscaanse boerenmarkt. De aglione (Italiaans voor ‘reuzenknoflook') is ongeveer 10 keer zo groot als een gewone knoflookbol en weegt zo'n 300 tot 800 gram. Doordat de aglione niet de chemische stof allicine bevat, is de smaak mild, krijg je er geen oprispingen van én ontbreekt de gevreesde 'after-knoflook'-adem.

Guagni en Bianchi ontdekten dat de aglione een oude variëteit is die tot de Etrusken teruggaat. Tot 40 jaar geleden was de aglione nog volop beschikbaar maar daarna raakte hij in de vergetelheid. Volgens Slow Food waren er nog hooguit 10 boeren over die ieder zo'n 2.000 bollen per jaar telen. Guagni en Bianchi pakken het groots aan; in 3 jaar slaagde het duo erin op 2 hectare 30.000 bollen te telen.

De twee nieuwe telers krijgen de hulp van een aantal eenden. De dieren grazen het onkruid uit de bollenvelden en hun uitwerpselen dienen om de grond te bemesten.

Guagni en Bianchi zijn van plan de reuzenknoflook te introduceren in het hogere marktsegment en bij sterrenrestaurants. Ze hebben hun KissinGarlic alvast een verleidelijke naam gegeven. Wie zegt er nou nee tegen Il Bacio Italiano, de 'Italiaanse kus'?

Foto credit: Cabruta08