Honger is een signaal vanuit de hersenen. Het geeft aan dat het lichaam moet 'tanken' omdat het een energietekort heeft en zet daarom aan tot eten.

Het signaal heeft twee aspecten: 'eten is goed' (positief signaal) en 'honger is niet fijn' (negatief signaal). Tot nu toe heeft in onderzoek vooral de positieve signalering de aandacht. In een nieuw onderzoek met muizen, verschenen in Nature, keken Amerikaanse wetenschappers naar de negatieve signalering. Letterlijk, door rechtstreeks in hun hersenen te kijken.

Ze ontdekten dat de zogeheten AGRP-neuronen in de hypothalamus van de dieren actief worden als er sprake is van een energietekort. Ze zetten dan aan tot zoeken naar voedsel en eten. Muizen met geactiveerde AGRP-neuronen hadden minder smaakvoorkeuren dan voorheen. Werden de actieve AGRP-neuronen farmaceutisch geremd, dan waren de muizen juist weer meer geïnteresseerd in een specifieke smaak. Het remmen van de AGRP-activiteit verminderde de negatieve gevoelens die met het hongergevoel opgeroepen werden. In een tweede proef bleken welgevoede muizen de ruimtes waar ze AGRP-stimulatie hadden ervaren, te mijden. De muizen hadden geleerd de negatieve signalering ('honger is niet fijn') die meer AGRP-activiteit veroorzaakt, te vermijden.

Een tweede onderzoek liet zien dat muizen met honger meer chemische activiteit vertoonden in AGRP-specifieke calciumiveaus. Zodra hongerige muizen voedsel te zien krijgen of te eten kregen, daalden de AGRP-calcium levels. Daarmee verminderden de signalen die hen dwingen voedsel te zoeken en te gaan eten. Was het eten 'nep' en niet eetbaar, dan steeg het calciumniveau snel. Ook dat is een aanwijzing dat AGRP-neuronen negatieve signalen promoten en geen positieve.

De studie duidt erop dat mensen die op dieet zijn negatieve emoties ervaren. Dit nieuwe inzicht kan helpen bij de ontwikkeling van nieuwe manieren om mensen af te laten vallen op grond van een gebalanceerde aanpak.
Bron: ScienceDaily