De Nationale Denktank bestaat uit briljante jonge academici die de wereld met hun knappe ideeën mogelijk veel sneller kunnen verbeteren dan mensen die er alleen maar verstand van hebben. Omdat echt vernieuwende producten vanwege hun beperkte volume altijd duurder zijn dan bestaande, kost marktintroductie tijd. Omdat zogenaamde 'duurzame' producten sneller de markt over moeten nemen, breken beleidsmakers zich het hoofd over listen waarmee ze tegen de natuurwetten van de commerciële economie in kunnen roeien om de wereld sneller duurzaam te maken.

Biologische kip kost 4 maal zoveel als gangbare en daarom verkoopt zo'n 'goeie' kip minder dan de volgens Wakker Dier 'foute' ploffer. Dat komt niet omdat die vier maal zo duur is voor de boer om te maken, maar omdat alle processen van de verwerking gescheiden worden gehouden. Zo wordt bijvoorbeeld biologische kipfilet niet tegelijk verwerkt met volgens Wakker Dier 'foute' plofkipfilet. Machines moeten bijvoorbeeld helemaal worden schoongemaakt voor de verpakking van de ene na de andere kipfiletsoort kan worden aangevangen. Ze mogen niet met elkaar in aanraking komen. De derving die duurdere versproducten met zich meebrengen zorgt voor een andere belangrijke kostenverhogende factor.

Daarom kwam de Nationale Denktank met het idee van het 'bijmengprincipe'. Doe niet zo moeilijk en maak alle kip gelijk. Verwerk alles door elkaar, maak het ook allemaal even duur en vertel de klant niet of hij 'goeie' of 'foute' kip eet. Hij eet 'betere' kip in een steeds beter wordende wereld. Het klinkt logisch en is niets nieuws. In expertkringen heeft het bijmengprincipe de Engelse naam 'mass balance'. Doe 'goed' sinaasappelsap bij 'fout' en je hebt een fair trade sap met minder vuile handen. Chocolade is een product dat ook zo aangepakt kan worden. Als je het maar lang genoeg volhoudt, zo luidt de theorie achter 'mass balance', dan dalen de kosten van de verwerking, stijgen de prijzen van het product ongemerkt en kun je uiteindelijk helemaal 'goed' worden.

Met etenswaren kan dat prima, want het smaakt nagenoeg allemaal hetzelfde. Het aantal mensen dat het verschil tussen een geen ster, één ster, twee ster en drie ster kip kan proeven is verwaarloosbaar. Het verschil tussen goed en fout sinaasappelsap, goede en foute chocolade of goede en foute palmolie is zelfs onmogelijk te proeven. Bijmengen is dus een koud kunstje.

Maar nu praktisch. Wat is 'goeie' kip? Volgens sommigen is een snelgroeiende 'plofkip' het beste. Volgens anderen is een binnengehouden kip die ecologisch - maar niet biologisch - gevoerd wordt de top. Volgens weer anderen is kip alleen goed als hij buiten heeft geleefd en biologisch én lokaal heeft gegeten. Gezondheidswetenschappers gruwen van dat 'lokaal' want ze moeten er niet aan denken dat de paar honderd miljoen kippen die Nederland jaarlijks eet, hier allemaal buiten lopen. Het zoönosenrisico - ziekten die van dier op mens overspringen - is immers geweldig groot. De Q-koortscrisis is er niets bij als er iets gebeurt.

Niettemin ligt er een geweldig idee, zegt Nationale Denktank-student Daan Elders die het mee mocht helpen ontwikkelen en daardoor nu de wereld aan zijn voeten ziet liggen. Het bedrijfsleven is enthousiast en het klopt echt helemaal want de knapste jonge koppen van het land hebben er, onder coaching van door de wol geverfde experts, over nagedacht.

Het bijmengprincipe staat als een huis. Eindelijk een oplossing.

Toch durven wij wel te adviseren om er nog eens goed over na te denken. Zijn mensen het er wel mee eens als ze weten wát ze gemengd op hun bord krijgen?
Als we het dan toch door de keel geduwd krijgen, mogen we er dan nog wat over zeggen of is het alleen maar 'duurzaam'? In een democratie waarin nu eenmaal velen evenzovele meningen hebben over wat duurzaam en het duurzaamst is, ligt een mengseltje van alles natuurlijk voor de hand.

Wij durven te wedden dat de mensen die voor 'duurzaam' gaan, het daar niet mee eens zijn. De rest zal het worst wezen. Dat maakt volgens de met de mass balance nagestreefde marktbenadering niet niet uit. Ze gaan meer betalen en de wereld wordt er duurzamer van. Meningen en mensen doen er helemaal niet toe. Het resultaat is dan ook gegarandeerd. Je vervreemdt mensen met een gedreven verantwoordelijkheidsgevoel voor hun duurzaamheid door hen te vertellen dat ze niet zo moeilijk moeten doen. Je legt 'iets duurzaams' op aan mensen die duurzaamheid anders willen. Tegelijk leg je die bevreemdende duurzaamheid op aan iedereen die nooit te weten zal komen wat er 'duurzaam' aan die duurzaamheid is. De vraag is dan ook: wiens duurzaamheid is? De vervolgvraag is beangstigend: wie heeft het recht niemands duurzaamheid op te leggen?

Als je mensen niet motiveert vanuit zichzelf, dan maak je consumerende zombies. Dat is niet zo verstandig van die knappe Denktank, want gedachteloze consumptie was nou juist de essentie van onduurzaamheid.

Fotocredits: The Bird Market, uitsnede, Desmond Kavanagh