VLAM heeft resoluut geweigerd de Award in ontvangst te nemen. VLAM zegt niets te verzwijgen: Bij het onderdeel ‘verantwoord’ focussen we op de positieve evolutie/de verduurzaming, maar gaan we enkele aandachtspunten, waaronder ook de diervoederthematiek, niet uit de weg. Ze beschrijven op hun site inderdaad heel feitelijk wat er gebeurt: Dieren hebben eiwitten nodig om te groeien. Een belangrijke eiwitrijke grondstof voor diervoeders is soja, maar dat gewas groeit niet in ons klimaat. Veevoederfirma’s moeten dus sojaschroot importeren, vaak uit Zuid-Amerika.
VLAM gaat verder uitgebreid in op de controles en samenwerkingsverbanden die ervoor moeten zorgen dat het veevoer 'veilig' is, en op de diverse maatschappelijk verantwoorde initiatieven zoals de RTRS.
Zowel 'Vlees van hier' als het puur Hollandse Sparvlees benadrukken de kwaliteitsverbetering die door minder verplaatsingen, beter toezicht, meer 'buiten' en ambachtelijke verwerking eigen zou zijn aan het lokale vlees. Maar ook een lokale koe eet meer dan alleen lokaal gras.
Zou Spar in Nederland volgend jaar het Gouden Windei van Foodwatch wegens groenwassen krijgen?
Fotocredits: Peter Huys
Ben het helemaal met je eens, er wordt veel te vaak het etiket 'grassfed' geplakt op rundvlees dat nauwelijks vers gras eet. Met name Iers rundvlees spant de kroon met foute info. Ze hebben daar net als in NL maar 6 maanden gras en mesten (net als in NL) de runderen af met reststromen en al of niet geïmporteerde granen en soja. Alleen veehouders in gebieden waar het gras minimaal 9 maanden groeit, kunnen - als ze beschikken over ongeveer 7000 m2 per dier - 100% grassfed garantie geven. Er is zelfs een speciaal EU tariefcontingent voor grassfed uit derde landen. De voorwaarden en controles om deel te nemen aan dat contingent zijn erg streng, je kan de EU verordening hier lezen