In The Guardian kijkt professor Chris Elliott, die in opdracht van de Britse overheid het paardenvleesschandaal in kaart bracht, terug op zijn opdracht. Hij constateert dat - in ieder geval in Groot-Brittannië - er 3 lessen uit het schandaal te trekken zijn.

Drie lessen
Ten eerste heeft het schandaal voedselfraude op de kaart gezet, zowel bij bedrijven als overheid. Voorheen konden criminelen gemakkelijk hun gang gaan. Inmiddels is iedereen alert op voedselfraude en werken industrie en retail hard aan het in kaart brengen van de volledige leveranciersketen voor al hun producten. Dat is geen geringe opgave met de tienduizenden voedingsproducten die op de markt zijn en de vele producenten.

Ten tweede is in Groot-Brittannië eindelijk duidelijk geworden wie waarvoor verantwoordelijk is. Bij het naar buiten komen van het paardenvleesschandaal was dat niet het geval en het duurde enkele maanden voordat de Food Standards Agency (FSA) de teugels stevig in handen kon nemen. In de tussentijd konden uiteraard de betrokken fraudeurs schielijk hun snor drukken en hun sporen wissen.

De FSA krijgt per 1 april een nieuwe directeur, Heather Hancock. Op FoodQualityNews zegt zij van mening te zijn dat de recent opgerichte Food Crime Unit (FCU) wel wat sneller zou kunnen opereren. De FCU werkt samen met de Britse politie, Europol en het Europese Food Fraud Network, het netwerk van voedselveiligheidsinstanties.
Ondanks alle inspanningen, maatregelen en controles is voedsel niet automatisch 100% veilig
Hancock is voorstander van strengere straffen en denkt dat de FSA zich nog wel wat effectiever kan richten op "de boeven, de grote risico's, de onbekendheden, het onderzoeken van nieuwe horizons, slimmere manieren van werken en bijblijven bij de immer in beweging zijnde industrie" om de Britse voedselveiligheid te verbeteren.

Ten derde destilleert Elliott een waarschuwing uit het paardenvleesschandaal. Ondanks alle inspanningen, maatregelen en controles is voedsel niet automatisch 100% veilig. Niet alle ins en outs zijn waterdicht in kaart te brengen. Bovendien zijn er twee belangrijke drivers die voedselfraude steeds opnieuw in de hand zullen werken. Het blijft gemakkelijk om met voedsel te frauderen, en er zijn altijd wel ergens marktomstandigheden die tot fraude uitnodigen. Bijvoorbeeld omdat er schaarste is als gevolg van een mislukte oogst.

Frauderen is makkelijk
Elliott geeft 6 voorbeelden van eenvoudig uit te voeren fraudes.

1. Spaanse chorizo
De 'echte' Spaanse chorizo komt uit bepaalde geografische gebieden in Spanje. Worsten met die herkomst hebben een beduidend hoger prijskaartje. Niets makkelijkers voor fraudeurs dan om op een worst van elders een etiketje met een valse herkomst te plakken maar wel het volle pond binnen te halen.

2. Guacamole
Fraude met avocado's als hele vrucht is nagenoeg ondenkbaar. Maar in bewerkte vorm, zoals in guacamole, is het voor fraudeurs verleidelijk de dure avocado te mengen met goedkopere vruchten, zoals appels of peren.

3. Babymelkpoeder

Bij een relatief duur product als babymelkpoeder (het nieuwe 'witte goud') zullen fraudeurs het product proberen te vervalsen, door een goedkoper merk te bestickeren met de etiketten van een duur merk. In China is de vraag naar buitenlandse babymelkpoeder nog altijd groot en is deze truc wijdverbreid.

4. Oregano
Het viel Elliott op dat er berichten in de pers waren over het mislukken van de oregano-oogst in India en Turkije, maar dat de prijzen in de supermarkten niet stegen. Hij nam de proef op de som en testte oregano uit de Britse supermarkten. In 25% van de gevallen bleek er wat anders bijgevoegd te zijn. "Als je er aan rook, rook je nog steeds oregano omdat de helft of twee derde inderdaad oregano was, maar de rest bestond uit afvalmateriaal", zoals gedroogde olijfblaadjes, zegt Elliott.

5. Cacao

Cacao is een schaarse en dure grondstof. Om met chocola te frauderen, kun je dus minder cacao verwerken dan op het etiket staat en goedkopere ingrediënten gebruiken. Of je kunt met de herkomst van de cacao sjoemelen, aangezien sommige cacao met een prijspremium verhandeld wordt, bijvoorbeeld Fairtrade, biologisch of uit een specifieke regio. Elliott hoorde zelfs aantijgingen dat een Amerikaans bedrijf fabriekschocola opkocht, deze omsmolt en verkocht als handgemaakt.

6. Olijfolie
Olijfolie is een ook al een product waar gemakkelijk mee te frauderen valt, zoals onlangs nog aan het licht kwam. Omdat olijfolie een prijzig product is, maar consumenten bereid zijn flink te betalen voor extra vergine olijfolie en nog meer voor extra vergine olijfolie uit een bepaalde regio, is het een ideaal fraudeproduct.

Elliott noemt allemaal zogenaamde integriteitsfraudes. In zulke gevallen is een product niet wat het zegt te zijn
Integriteitsfraudes
De gevallen die Elliott noemt, zijn allemaal zogenaamde integriteitsfraudes. In zulke gevallen is een product niet wat het zegt te zijn. Integriteitsfraudes draaien vrijwel altijd om het vervangen van een duur ingrediënt door een goedkoop, zodat er extra veel winst kan worden gemaakt. Als Elliott het zegt, moet geconstateerd worden dat we als consumenten vaak voor het lapje worden gehouden. Daar worden we niet ziek van en gaan we niet dood van, tenzij er met de ongecontroleerde fraudeleuze ingrediënten voedselonveilige organismen en stoffen meekomen. Integriteitsfraude heeft slechts tot doel extra geld uit onze portemonnee te kloppen.

Zulke fraudes blijven een eitje, tenzij er uiterst strenge controles en strafmaatregelen worden doorgevoerd. Omdat het kostentechnisch onmogelijk is alles te controleren, zijn bijvoorbeeld hoge boetes bij geconstateerde onregelmatigheden een probaat middel om fraude door middel van afschrikking te voorkomen. In combinatie met regelmatige steekproeven leidt zo'n aanpak tot een zo groot mogelijke garantie voor de consument dat zij koopt wat het etiket suggereert.

Fotocredits: 'Chorizo', Wikimedia