Adem en billen werden ingehouden. Het Productschap Tuinbouw presenteerde tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst op 7 januari de resultaten van de tuinbouw in 2009. Alleen de kamer- en tuinplantensector wist het afgelopen jaar een bescheiden winst van 2% te behalen. In percentage holden de resultaten van de vollegrondstuinbouw het hardst achteruit, maar het waren vooral de glasgroente- en snijbloementelers die de grootste klap te verwerken kregen. De totale sector is nog steeds goed voor een productiewaarde van zeven miljard euro, maar dat is toch bijna 700 miljoen minder dan in de twee jaren ervoor. De oorzaken zijn inmiddels luid en duidelijk beschreven. Over de oplossingen wordt managementspeak geschreven. Echte zijn nog niet eens in zicht.

'Bijna' spannend
Daarom ging bijna een gejuich op toen premier Balkenende de zaal betrad om de harde ploeteraars een hart onder de riem te steken. Zijn eerste woorden waren oprecht hartelijk en gemeend: “De crisis heeft diepe sporen getrokken. Veel tuindersgezinnen vechten om te overleven. Dat gaat mij zeer aan het hart.“ Vervolgens rolden de volzinnen van zijn speechschrijver door de zaal: “De Nederlandse tuinbouw speelt een internationale rol van betekenis. Ik kan Nederland niet voorstellen zonder tuinbouwsector en dat gaat ook niet gebeuren. Duurzaamheid, samenwerking en innovatie zijn de troeven voor de toekomst.” En zo ging het even door. Bijna werd het spannend toen hij het NMa-onderzoek noemde, waarbij hij zich af vroeg of de krachten in de keten wel goed zijn verdeeld. Winkels verdienen meer dan boeren. Dat mag toch niet mogelijk zijn?

Ademloos wachtte iedereen op de oplossing, die nu wellicht van het spreekgestoelte zou gaan rollen. Het wachten was tevergeefs. Balkenende riep op tot samenwerking. Samenwerking!

Bij dat ene heldere en actiegerichte woord bleef het. Geen cadeautje voor de tuinbouw in de vorm van ondersteunend beleid. Geen visie hoe de tuinbouw uit dit dal moet komen. Zelfs geen vermaning. Niks, noppes, nada. De ondernemers moeten het nu doen. Ze hebben immers gehoord hoe het moet. Zetbaas
Jan-Peter Balkende's tekstschrijver moet hebben geweten welke nietszeggende knuppel hij zijn baas in het hoenderhok liet gooien. Samenwerken? Dat kunnen veel telers allang niet meer. Hun bedrijven worden in leven gehouden of voor een prikkie overgenomen door de handelshuizen. En zo niet, dan zwaait de bank de scepter. Velen zijn dit jaar als zetbaas aan het werk gezet op hun eigen kwekerij en hebben wel iets anders aan hun hoofd dan praten over samenwerking. Misschien hadden ze het zelfs fijn gevonden als de premier had gezegd: “Nu is het afgelopen. We gaan niet eerder de zaal uit voordat hier een paar belangrijke afspraken zijn gemaakt. En ik neem hier de leiding."

Geen keuze
De sfeer naderhand was grimmig. Het leek wel of alle toehoorders een afspraak met elkaar hadden gemaakt. We gaan het vandaag niet hebben over narigheid en ellende. Daar hebben we het nog genoeg over, dit jaar. We gaan met z’n allen vooruit kijken. En misschien, misschien, waait het allemaal over. En ja, al die onhandige beslissingen die we met z’n allen hebben gemaakt, die lossen zichzelf op. We laten het gewoon aankomen op koude sanering, dan hoeven we geen keuze te maken. En misschien waait het wel gezellig over. Proost, we nemen er nog maar eentje!

Verdringing noemen psychologen dat. Hoe een premier zoiets noemt weet ik eigenlijk niet. Foodlog heeft er vast een antwoord op.

Illustratie: Siegfried Woldhek, denk positief, zegt Balkenende (te bestellen!)