Boerderij kwam gisteren een korte analyse van de huidige stand van zaken. Er is sprake van overproductie. Boeren produceren elkaar de markt uit omdat ze allemaal tegelijk hun kosten goed hopen te maken door door te gaan met produceren, ook al gebeurt dat met verlies. Scharreleieren worden als industrie-eieren doorgedraaid en brengen ver onder de kostprijs op.
Schadelijk onderling concurrentiegedrag
Daarmee laat het Nederlandse ei een nagenoeg klassiek geval van schadelijk onderling boerenconcurrentiegedrag zien dat een gehele sector in het verderf dreigt te storten. Eric Hubers, voorzitter van LTO Nederland pluimveehouderij, verklaart dat de reserves van de boeren volledig op zijn na een te lange periode van slechte prijzen. De boeren houden het nog even vol omdat hen een geluk bij een ongeluk treft: de voerprijzen zijn dit jaar wat lager zodat faillissementen nog even uit kunnen blijven. Toch produceert ook Hubers stug door, zo verklaarde hij eerder dit jaar op de Utrechtse VIV-beurs voor de intensieve dierhouderij in Nederland.
Geen zelfcorrigerend vermogen
In Boerderij verklaart eierhandelaar Leon Clemens van Omega Food in Bergeijk waarom boeren ervoor kiezen stug door te produceren en het voor hen dodelijke overaanbod in stand te houden. Clemens: "vroeger kozen hennenhouders met een oudere afgeschreven stal gemakkelijk voor een periode van leegstand. Door die effecten verdween dan vrij snel het overaanbod en herstelde de markt sneller. Nu is dat niet meer zo. De pluimveehouder blijft produceren om zijn variabele kosten te kunnen dekken."
Met variabele kosten worden met name financieringskosten bedoeld. Door de omschakeling op scharrelhouderijsystemen zijn overal in Europa nieuwe stallen gebouwd met behulp van zwaar op de winst- en verliesrekening en boerenbalans drukkende bankfinancieringen. De rente daarop kan de boer alleen opbrengen als er productie uit zijn bedrijf komt. De boel even stil zetten gaat niet, omdat hij dan zonder inkomsten het verlies op zijn improductieve stallen volledig moet afschrijven. Vóór de massale omschakeling hadden de boeren voldoende eigen vermogen om een periode van leegstand zelf te kunnen corrigeren en overleven. Nu niet meer. Bank, overheid en boerenkoepels konden deze omstandigheid zien aankomen, maar lieten het gebeuren. Een en ander nota bene, terwijl het Landbouw Economisch Instituut aantoonde dat er productiecapaciteit uit de markt moet worden gehaald omdat de situatie op deze manier niet vol te houden is.
De bank moet het oplossen
Vorig jaar liet staatssecretaris Dijksma weten dat de boeren niet bij haar moeten aankloppen om de situatie op te lossen. Zij verwees naar de banken. Kennelijk vond ze dat die beter op hun financieringen hadden moeten letten. Wat ze er dit jaar van vindt, moet nog blijken.
Doeltreffend Salomonsoordeel
Er is een snel en doeltreffend middel om de zich maar voortslepende lijdensweg van de eiersector op te lossen: banken kunnen er vanmiddag nog voor kiezen het faillissement van een voldoende groot aantal van hun slechtste ei-ondernemers aan te vragen. Zo reduceren ze gericht het overaanbod en stellen ze het voortbestaan van de Nederlandse eiersector en hun kredietportefeuille zeker. Het besluit zou verdedigd kunnen worden als ethisch omdat niemand zijn verantwoordelijkheid in het verleden heeft willen nemen en het landsbestuur het Salomonsoordeel bij de banken heeft neergelegd.
Fotocredits: 'Bakers dozen', uitsnede, Alan Hudson
Ik vind de kippenboeren wel echte ondernemers, opvallend hoe weinig men om bijstand vraagt. Ze doppen hun eigen boontjes. Of er teveel geproduceerd wordt moet je eigenlijk zien op structurele basis.
1-Oneerlijke concurrentie binnen de EU zou streng aangepakt moeten worden. Bij vlees heb je import keuring, in Nedl staan poolse en italiaanse keurmeesters in de haven. Waarom zijn er geen nederlandse inspecteurs in Polen of Italie ? Als de sector weet dat daar de hand gelicht wordt, is dat een kernzaak die rigoureus dient te worden aangepakt.
2-Dan zouden we naar de USA moeten kijken, daar was de marktsituatie krek eender. Nu wordt er echter wel geld verdiend
3-Banken zouden mits de handel in essentie winstgevend is, een andere vorm van kredietverlening kunnen overwegen. Het is een noodgreep dat geef ik toe. Rente flexibel maken naargelang het EBITDA resultaat. Dat kan dan ook betekenen dat je een jaar 8 % betaald tegenover een jaar 1% .
4-Grote investeerders hebben zero interesse in produktie van iets wat te raden is.
Men wil veel liever in de volgende stap, verwerking, (niemand vraagt korting omdat de melk goedkoper is wanneer men een fles Baileys koopt) distributie, die kanalen zijn veel minder in getal, 20 supermarkten tegenover 20000 boeren.
Kan je beter een vd 20 dan een van de 20.000 zijn.