Alliantie gender & gezondheid
De medische wetenschap ontdekt de structurele verschillen tussen het mannen- en het vrouwenlichaam. Die verschillen leiden tot andere gezondheidsproblemen en de aanpak daarvan. Deze week ging daarom de 'Alliantie gender & gezondheid' van start, om aandacht te vragen voor deze verschillen en de gezondheidszorg en wetenschap te wijzen op de voordelen van een 'ongelijke behandeling'. Trouw wijdde er onder de kop Alles is anders bij de vrouw, niet alleen de geslachtsdelen een artikel aan.
Mannelijke bias
Op wetenschappelijk vlak komen steeds meer relevant blijkende verschillen tussen mannen en vrouwen aan het licht. Zo is veel proefdierenonderzoek mogelijk vertekend doordat muizen bang blijken te zijn van mannen en zich dus anders gedragen bij mannelijke onderzoekers. Combineer dat met het feit dat de meeste laboratoriumdieren mannetjes zijn - zowel de proefdieren als de onderzoekers - en je constateert dat een mannelijke bias niet ondenkbaar is. Waarom er geen vrouwtjes ingezet werden? Die hebben een hormooncyclus die de resultaten van een onderzoek kan doen schommelen. Dat door alleen mannetjes te gebruiken juist de gevolgen voor vrouwen onderbelicht bleven, hebben onderzoekers dus altijd op de koop toe genomen.
Maar er wordt gelukkig nu wel wat aan gedaan: de Amerikaanse National Institutes of Health doen de aanbeveling voortaan evenredig gebruik te maken van mannelijke en vrouwelijke proefdieren, aldus de New York Times.
De vrouw en haar specifieke gezondheidsrisico's
Ben je vrouw, dan loop je dus risico om die ene wél erkende vrouwenziekte te krijgen: borstkanker. Kijk je verder, dan blijkt dat er overal om je heen chemische stoffen toegepast worden die geacht worden het dagelijks leven aangenamer te maken, maar die onderwijl wel je risico op borstkanker verhogen. Juist voor borstkanker, de meest voorkomende kanker bij vrouwen, is inmiddels aardig uitgezocht welke stoffen - bij laboratoriumdieren - kankerverwekkend zijn. Het gaat om 17 alledaagse chemische stoffen die bijvoorbeeld in benzine en diesel zitten en ook in uitlaatgassen. Het gaat om vlamvertragers, textiel dat een vlekwerende behandeling heeft ondergaan, oplosmiddelen, verf-afbijtmiddel en afgeleide stoffen van de ontsmettingsmiddelen die voor het zuiveren van drinkwater gebruikt worden. In Les Echos is op een rijtje gezet waar je deze stoffen in je dagelijks leven tegenkomt en hoe je ze kunt vermijden:
Aanbevelingen
- Beperk de blootstelling aan uitlaatgassen, benzine- en dieseldampen zoveel mogelijk (laat die man maar tanken)
- Gebruik de afzuigkap bij het koken en eet geen verkoolde voedingsmiddelen (van de barbecue bijvoorbeeld, snijd maar weg die zwarte randjes)
- Koop geen meubels waar polyurethaan-schuim in gebruikt is en check of ze niet behandeld zijn met vlamvertrager (terug naar de veren en het paardenhaar voor je bekleding)
- Vermijd kleden en andere woningstoffen die vlekwerend zijn (dag scotchguard, welkom schoonmaakazijn, zucht)
- Zoek een stomerij die niet met perchloorethyleen of andere oplosmiddelen werkt (zouden die bestaan?)
- Koop een hoge kwaliteit koolstoffilter en filter al je water voor je het drinkt
- Verminder blootstelling aan de chemische stoffen die in huisstof voorkomen door je schoenen uit te doen bij de voordeur en een stofzuiger te gebruiken met een HEPA-filter.
Het is voor het eerst dat het directe verband tussen borstkanker, de meest voorkomende kanker bij vrouwen, en een aantal kankerverwekkende stoffen die vrouwen in hun dagelijks leven, eten en drinken tegenkomen zo expliciet gemaakt is, schrijft Les Echos. Vermoedelijk zijn de aanbevelingen voor veel vrouwen een eye-opener. Dat we onze gezondheid beïnvloeden met onze voeding en leefstijl weten we al wel, maar dat ook de inrichting van ons huis en onze schoonmaakmethoden van invloed kunnen zijn op ons risico op borstkanker, is wel even schrikken.
Nog iets. Elders op Foodlog maken we ons deze week druk over ESBL-besmettingen en gaat de discussie inmiddels over de (on)aanvaardbaarheid van het risico dat daarmee samenhangt. Welk risico zou nou groter zijn en waar moet je als vrouw banger voor wezen?
Fotocredits: Jessie Romaneix Gosselin
@Bas#80,
Maakt niet uit, het blijft een belangrijk verhaal over het belang van oxytocine.
Als ik je reactie lees ga jij meer uit van puur verstand en ik ook van gevoel.
En ja er zullen vast onderzoeken zijn die het belang van oxcytocine tegen ziektes aantonen. Wat dacht je van algemeen welbevinden. En het al genoemde beter slapen. Ken meer moeders met slaapstoornissen die sinds ze lacteren geen problemen met slaap meer hebben :-). En natuurlijk postpartumdepressies die zijn minder of minder heftig als de vrouw nog lacteert.
Weet je wat zo lastig is voor medici? Als arts kan je niet zomaar alles aan medicijnen voorschrijven als een moeder lacteert. Dus dan is een advies om maar over te stappen op poedermelk juist bij een moeder met psychische aandoening verleidelijk. En ook makkelijk omdat juist mensen die onzeker zijn extra kwetsbaar zijn en makkelijker te overrulen. Met alle hormonale gevolgen van dien voor moeder en kind. Ook kan je als hulpverlener dan makkelijk moeder en kind scheiden, iets wat indruist tegen alle wetten van de natuur maar wat de rechtlijnige, masculiene, op de korte termijn gerichte onnatuurlijke wereld van de administratieve en logistieke wetten van de westerse geneeskunde wel overzichtelijker maakt. Te denken valt aan gescheiden afdelingen voor moeder en kind in ziekenhuizen bijvoorbeeld.
Terwijl huid-op-huid contact tussen moeder en kind en borstvoeding juist in de eerste uren en weken van het jonge bestaan van een kindje van essentieel belang zijn voor de verdere hechting tussen moeder en kind, die zeker nog 18 jaar heel erg belangrijk zal zijn. Menig psycholoog weet dat wel, alleen ze vergeten het te vertellen tegen hun collega's lijkt het wel.
Onnodig tussen moeder en kind in komen zeker na de bevalling is heiligschennis volgens de natuurwetten. Maar wordt gefacilliteerd door de kv industrie. En we exporteren het ook in grote getale.
En ja dat baart me wel zorgen. Zacht uitgedrukt.