Het Vlaamse Departement Landbouw en Visserij onderzocht dit voorjaar de innovatie- en investeringsdrang in de Belgische land- en tuinbouw. Minister van Landbouw Joke Schauvliege presenteerde deze week de resultaten. Daaruit blijkt dat 43% de afgelopen twee jaar een innovatie of vernieuwing heeft doorgevoerd.

57% niet
Binnen de landbouwsector zijn echter grote verschillen. Zo blijken tuinbouwers meer op innovatie gericht dan de vleesveehouderij. In de sierteelt bleek 62% van de bedrijven geïnnoveerd te hebben, bij de rundvleeshouders was dat 35%.
Tevens moet worden vastgesteld dat 57% niet investeert en daarmee mogelijk zijn recht op een toekomst opgeeft. Dat percentage ligt hoger dan de spreekwoordelijke halvering van het boerenbestand dat zich iedere 10 jaar voltrekt.

Procesinnovaties, nauwelijks productinnovaties
Het gaat meestal om procesinnovaties, 'manieren om het productieproces zelf te vernieuwen', schrijft Vilt. Denk daarbij aan investeringen in machines en infrastructuur zoals stallen en kassen. 'Daarna volgen innovaties in de vermarkting, zoals de overstap naar een ander afzetkanaal of de verkoop via de korte keten. Op de derde plaats staan organisatorische innovaties, zoals de aanwerving van extra arbeidskrachten, de bedrijfsovername door een nieuwe bedrijfsleider en de aanpassing van de juridische structuur. Productinnovaties en andere innovaties komen minder vaak voor', meldt Vilt.

Uit het onderzoek bleek ook dat de gemiddelde leeftijd van een innoverende agrariër 48 jaar is. Niet-innoverende agrariërs zijn iets ouder, gemiddeld 50 jaar. Ook is de bedrijfsomvang van innoverende bedrijven groter dan die van niet-innoverende: 389.650 euro tegenover 297.507 euro, blijkt uit de studie.

Het volledige rapport is via de Landbouw en Visserij-site van de Vlaamse overheid te downloaden.

Fotocredits: 'wheels of power / watermill of the castle of Arenberg - university of Leuven', Eddy van 3000