Volgens nutraingredients.com is er geen twijfel meer. Je moet groene thee drinken want dat helpt je de boel op een rijtje te houden daar in je bovenkamer. Vanwege de antioxidanten. Volgens professor Frans Kok dit weekend in de Volkskrant moet je oppassen met antioxidanten. Volgens hem zijn ze zo gezond dat teveel niet goed voor je is.
Weg dus met die spullen, want het luistert heel nauw. Maar hoe zit het nou: moet ik de groene thee uit m'n keukenkastje meteen wegdoen of toch maar rustig doordrinken?
Je wordt er knettergek van.
Ik neem gewoon een kopje van alles en ook nog een espresso of wat op z'n tijd. Dan komt het vast wel goed.
Hoogleraren met nauwe banden met de industrie - en dan heb ik het niet eens over de uit de bedrijven benoemde buitengewoon hoogleraren - zijn er altijd geweest. De kwestie is dat we het indertijd heel normaal en zelfs wenselijk vonden dat de wetenschap zich met de kwaliteit van het eten bezighield, denk aan de koemelk-zonder-ziekten, voedingsleer, veredeling van planten. Dankzij de wetenschap zijn epidemiën en een constant gebrek aan eten in West-Europa redelijk effectief bestreden. Het hele proces is dermate goed onder controle, dat het moeilijk is om te roepen: zo is het wel genoeg, zet de machine maar een tandje lager. En dus krijgen we modieuze appelrassen die maar een jaar of drie meegaan, want "dan wil de consument wat nieuws".
Dat de 19e eeuwse peultjes zijn verbeterd, daar ben ik blij om, ik heb daar mee geëxperimenteerd in de moestuin. Is niet bevallen: draderig, niet erg lang houdbaar en het rendement per plant laag. Maar - om de parallel naar de appel maar even te trekken - modepeultjes? Moet dat?