We maken het onszelf daarbij niet gemakkelijker door steeds zwaarder op steeds minder verschillende gewassen te leunen. De Westerse wereld draait bijna uitsluitend nog om graan, mais en soja. Dat maakt ons kwetsbaar. Terwijl er allerlei alternatieven zijn en op veel plaatsen in de wereld mensen juist hele andere dingen eten.
Reuzeboomvrucht
Daarom besteedt The Guardian aandacht aan de 'jackfruit', of nangka (Artocarpus heterophyllus). De nangka is een zogenoemde boomvrucht, die rechtstreeks aan de stam van de nangkaboom ontspringt en tot 40 kilo zwaar kan worden.
De van oorsprong uit India afkomstige nangka is een snelgroeiende boom die goed tegen hitte (en droogte) kan en van zichzelf goed bestendig is tegen ongedierte en ziekten. Het fruit is rijk aan kalium, calcium en ijzer. Het vruchtvlees bevat zo'n 30% zetmeel. In combinatie met z'n mineralenrijkdom is nangka dan ook voedzamer dan andere koolhydraatrijke basisvoedingsmiddelen.
Gebruiksmogelijkheden
India is de bakermakt van de nangka, daar werd de vrucht al duizenden jaren geleden geteeld. Inmiddels komt de nangka ook in Afrika en Zuid-Amerika voor. In India is de teelt drastisch teruggelopen en is nog maar van twee plantages sprake. Maar in andere Zuid-Oost Aziatische landen (Sri Lanka en Vietnam) wordt de nangka volop geteeld. Van de verse vrucht zijn de zaden eetbaar, het vruchtvlees van de jonge vrucht en ook de rijpe vrucht. Het vruchtvlees van de jonge vrucht wordt om zijn consistentie en smaak wel vergeleken met... vlees. Het is dan ook een geliefd ingrediënt in diverse curry's. Ook wordt het vruchtvlees verwerkt tot bloem, noedels, papadum en zelfs ijs. De verse vruchten worden (schoongemaakt) op straat verkocht , of als groente - of fruit - ingeblikt dan wel diepgevroren.
Nangka-nadelen
Voor je nu zelf enthousiast aan de slag gaat: de nangka komt echter wel met een gebruiksaanwijzing. Zo heeft de vrucht een bijzondere geur, die sommigen als zoet omschrijven, maar andere als een rottingslucht. Als je de vrucht aansnijdt komt er dik wit plakkerig sap uit dat je bijna niet van je mes - of handen - krijgt. En je houdt een heleboel afval over. Heb je de eetbare delen ('kernen') bemachtigd, blijf je nog met een stapel van zo'n 70% schil en oneetbare stukken zitten. Dat moet je dus allemaal weggooien.
Raar hè? Het doet je onmiddellijk de vraag stellen: zou er nou niet iets nog veel beters zijn dan een vrucht waarvan je 70% - als afval - weggooit?
Fotocredits: 'Artocarpus heterophyllus', uitsnede, Alex Popovkin
Naast Nangka en de gojaboon is er nog Amarant-familie: in tientallen variaties, voor ieder klimaat en iedere bodem -van droog en arm tot nat en zout, van klein tot groot (ook zeekraal hoort bij de Amarant). De hele plant kan gegeten worden: wortels, bloemen, zaden en bladeren. De wortels zijn qua voedingswaarde vergelijkbaar met melk, de bladeren ('wilde spinazie') gezonder dan spinazie, de zaden gezonder dan maïs - en de opbrengst hoog.
Er moet veel meer ingezet worden op dit soort gewassen.
Dan is er nog aquacultuur, met bijv. algen, die uitgespoelde voedingsstoffen (zoals fosfaat) in zeewater terugwinnen.
Er zijn vele mogelijkheden die onvoldoende benut worden.