Je vindt het steeds meer in de supermarkt: voedsel met een extra gezonde toevoeging. Denk maar aan yoghurtdrankjes met melkzuurbacteriën voor je darmen en melk met calcium voor je botten. In Nederland zijn vooral voedingsmiddelen met toegevoegde vitaminen heel populair, zo blijkt uit onderzoek. 66 procent van de consumenten koopt ze, gevolgd door voeding met extra vezels (62 procent) en voeding met extra calcium of ijzer (47 procent). Nieuw in het rijtje zijn producten met omega 3. Deze vetzuren zouden goed zijn tegen hart- en vaatziekten, artritis en depressies.
Eten met iets extra's heet officieel 'functioneel voedsel'. In de nabije toekomst zullen er nog allerlei nieuwe producten bijkomen, met toegevoegde stoffen voor bloeddrukverlaging, vertraging van botafbraak, verbetering van het afweersysteem, gewichtsbeheersing en sportprestaties.
"Voedingsmiddelen zullen bovendien steeds meer inspelen op het voorkómen van gezondheidsproblemen'', voorspelt immunoloog Eric Claassen. "We kunnen namelijk steeds beter voorspellen hoe ziekten gaan verlopen, omdat gezondheid en ziekte voor een groot deel vastzit in onze genen'', vertelt hij. "In de toekomst kunnen we dat persoonlijke genenprofiel vastleggen in bijvoorbeeld een onderhuidse chip. Als je dan in de supermarkt loopt, gaat die chip een dialoog aan met de voedingsmiddelen op het schap en krijg je een koopadvies met producten die gezond voor jou zijn. In de wereld waarin we leven met allergieën, infectieziekten, reuma, diabetes en honderden vormen van kanker kunnen we dan op een prettige en slim afgestemde manier gezond en vitaal ouder worden. De nieuwe generatie producten zal zichzelf wetenschappelijk moeten bewijzen."
Ziektekostenverzekeraars volgen de ontwikkeling op de voet. Zo wordt Becel pro.activ vergoed door verzekeraar VGZ. "Of je functioneel voedsel eet, zal zelfs een rol gaan spelen bij je premie'', voorspelt Claassen. "In combinatie met bijvoorbeeld je buikomvang.''
Liggen we dan op het laatst niet aan een infuus met astronautenvoedsel? "Eten moet geen medicijn worden, maar juist iets om naar uit te kijken. Het gaat natuurlijk ook om de smaak.''
Maar of het voor de gewone gezonde mens helpt, is de vraag. "Als je gevarieerd en gezond eet volgens de Schijf van Vijf, heb je geen functioneel voedsel nodig'', zegt Patricia Schutte van het Voedingscentrum. "Maar sommige producten kunnen wel degelijk van nut zijn voor specifieke groepen, bijvoorbeeld margarines met plantesterolen voor het verlagen van het cholesterolgehalte. We hebben daarom een gedragscode voor deze voedingsmiddelen. Als wetenschappelijk is bewezen dat een product werkt, dan krijgt het van ons een stempel." In Nederland geldt dat voor een handjevol producten, zoals Activia, Vitaalbrood Flora en Yakult.
Maar dat is maar een kleine groep. ,,Het risico is dat kopers die het niet per se nodig hebben, denken dat hun slechte eetgewoontes erdoor gecompenseerd worden." En dat zou niet erg functioneel zijn.
Functional foods
Functionele voedingsmiddelen kunnen door hun samenstelling een positief effect hebben op de fysiologische functies op de gezondheid. Daaronder vallen:
Probiotica: levende micro-organismen die de maag en de dunne darm overleven en die de darmflora gunstig beïnvloeden. Voorbeelden zijn Bifidusbacteriën en de Lactobacillussoorten in zuivelproducten.
Prebiotica: voedingsbestanddelen die de micro-organismen in de dikke darm positief beïnvloeden. Voorbeelden hiervan zijn inuline, oligofructosen en lactulose.
Essentiële vetzuren: kunnen onder meer bloeddruk verlagend werken en het cholesterolgehalte verlagen. Een voorbeeld zijn Omega-3 vetzuren die veel voorkomen in vette vissoorten, maar ook worden toegevoegd aan melk, margarine en kaas.
Plantensterolen en -stanolen: hebben een cholesterolverlagende werking en leveren een bijdrage aan de preventie van hart- en vaatziekten. Worden onder meer toegevoegd aan margarine.
bron: Spits
Eric, goed dat je reageert! Je stelt een heel interessant punt aan de orde: is de 'gewone burger' nog te bewegen om zijn verstand te gaan gebruiken in de industriële foodjungle of moeten we het er maar in programmeren?
Ik denk dat de vraag heel realistisch is. Hier hebben we het vaker gehad over de burger als 'eetdombo'. Niettemin gaat onze grondwet uit van de burger als een verantwoordelijk wezen. Als we gaan chippen, maken we het begin met het einde van dat mensbeeld. Maar inderdaad: mogelijk is het realistischer dan mensen proberen hun verstand te laten gebruiken.
Hoe kijk jij aan tegen het probleem dat blijft bestaan: op basis van welke kennis programmeren we de chip waar Ailko zich zo aan stoort?