Er waren boerensprekers die revolutie maken door hun spullen lokaal te verkopen. Kok Jelle Ferwerda was er die in de ziekenhuiskeukens van de Maartenskliniek revolutie maakt door lekker te koken en dat ook nog eens met spullen uit de buurt. Omdat dat leuker is en je er wat mee kunt hebben of krijgen. Het smaakte prima.
Smaaklector Peter Klosse van restaurant De Echoput was er. Hij vertelde dat er culinaire oplossingen voor afval, zoals uitgemolken schaap, radijsjesloof en oud brood, moeten worden verzonnen. Eetbaar Rotterdam kwam vertellen hoe ze daar de stad lekker maken, onder meer door bewuste-mensen-zonder-kak-of-4x4 en allochtonen met volkstuinen te verbinden. Dát doet ook sociaal wat en da's heel belangrijk.

Jaap Seidell, hoogleraar humane voedingsleer, was gevraagd iets over de gezondheid van lokaal en biologisch voedsel te vertellen. Zijn boodschap was duidelijk: gezonder is het niet en bovendien kun je – zoals hij liet zien met plaatjes uit Peter Menzel’s The Hungry Planet – van vers en lokaal eten ook moddervet worden.

Seidell maakte duidelijk dat we leven in een wereld die door marketing van vooral veel eten wordt beheerst. Veel verkoopt het makkelijkst als je het vet, zout en zoet maakt. Dat vinden mensen lekker. Hier, dacht het publiek erbij. Elders niet. Het publiek schrok toen Seidell liet zien dat ook mensen in arme landen moddervet worden van onze frisdrank, ons pakjes, bakjes en zakjes eten en onze zoete, zoute en vette snacks. Arme mensen met nét wat meer geld onderscheiden zich daarmee van de echte ‘have nots’ in landen als Egypte en India en Nicaragua en Paraguay. Ze worden er zo dik van dat ze Diabetes II en daarmee samenhangende ziektes ontwikkelen. Over dat onderwerp vond onlangs in de VS een grote conferentie met belangrijke politieke beslissers, ook al hoorden we er in Nederland niets over. Duitsland en Frankrijk stuurden Merkel en Sarkozy. Nederland stuurde een gewone minister. Die van Gezondheid. Maar het was niet minister Schippers. We hebben er nog eentje die op Aruba zetelt en er naast zijn Overzeese ministerschap een handel in supplementen op na houdt. De zaal kwam met de schrik vrij toen Seidell vertelde dat onze regering dikbuikigheid niet belangrijk genoeg vindt om er iets tegen te doen. Dat moeten weerloze mensen zelf maar doen, vindt Nederland.

Mij was gevraagd iets te vertellen over het waarom van lokaal. We moeten Nederland niet 'duurzaam' willen maken door 'lokaal', zei ik. Dan moeten we echt veel te veel mensen het land uitjagen of er nog erger dingen mee doen. Ik rekende de zaal op basis van de officiële cijfers voor dat Nederland qua ecofootprint voor nauwelijks meer dan 4% zelfvoorzienend is. Belgen zijn het voor minder dan 3,5%. Die gemene en foute Amerikanen, die een leefstijl hebben die – uitvergroot tot de rest van de wereld – vijf of nog meer aardes zou vergen, blijken voor bijna 40% in hun eigen behoeften te kunnen voldoen. Waar wij 25 Nederlanden nodig hebben, hebben zij aan slechts 2,5 Amerika genoeg. Zij kunnen dus inschikken als het echt moet. Wij niet, tenzij we minstens 20 op de 25 Nederlanders laten verdwijnen. Ik noemde ook de Russen en de Brazilianen, die kunnen allemaal nog flink groeien om onze dichtbevolkte consumptiezucht tevreden te stellen. Zij hebben geen tekorten, maar overschotten.

De betekenis van lokaal eten zit dus niet in alles lokaal. Zonder internationale handel en transport valt alles stil en moeten we ruzie maken om de schaarse buit.
Lokaal heeft zin als het ons laat snappen dat eten en al dat andere spul dat we met geld kunnen betalen niet zomaar uit de hemel komt vallen en hoeveel moeite en zorg het kost om het te maken. Het feit staat nl. als een paal boven water: nog een paar jaar en zelfs lieden die het nu nog wel kunnen betalen zullen de broekriem aan moeten halen omdat de wereld uitloopt op voedseltekorten Dat is een volstrekt maffe voorspelling als je bedenkt dat de Nederlandse boer en tuinder hun eten al jaren onder de kostprijs verkopen omdat er teveel van lijkt te zijn. En toch is het waar én vreten onderwijl net-niet-meer arm en onbewust rijk zich ziek en denken bewust en alternatief rijk in onze contreien dat ze wel lokaal kunnen gaan.

Een piepjonge boerenzoon - van 13! - was gegrepen door mijn verhaal, waarin ik vertelde dat Nederland een boel eten exporteert, zoals zuivel, kippen, varkens en tuinbouwproducten omdat het ooit bang was tekort te komen, maar nu zoveel maakt dat het op de rand van zijn boerenfailliet staat en de boeren nog meer willen gaan maken om het dan – volgens mij – op korte termijn nog moeilijker te krijgen.
Hij snapte zijn pa niet. Die wil het liefst minder gaan maken om lokaal meer te verdienen aan mensen die iets voor ‘beleving’ willen uitgeven. Maar stel je voor, vroeg hij me, dat iedereen op de wereld dat wil, hoe moet dat dan?

Hij heeft gelijk en zijn pa ook. Maar velen in de zaal snapten er niks van en gaven zijn pa gelijk. Ze snapten er ook niks van toen noch Seidell, noch ondergetekende aanvankelijk een eenvoudige oplossing wilden geven. Die is er namelijk niet, maar dat willen we niet horen.

Lokaal eten is niet belangrijk vanwege het lokale, maar om ons onze afhankelijkheid van eten en anderen te doen realiseren. Als u de rest niet snapt is, dan bevindt u zich in het goede gezelschap van vele weldenkenden. Alleen kinderlogica is echt helder. Voor volwassenen is het veel belangrijker om het proces weer op gang te krijgen en – net als kinderen - te zien en voelen waar het over gaat en hoe het werkt. Aap, Noot, Mies. Daarom snappen kinderen het veel beter dan de volwassenen - waaronder de nodige beleidsmakers - die er een complex potje van hebben gemaakt en in een 4x4 of op geitenwollensokken en hun fiets naar de boer gaan om daar ‘beleving’ of het betere leven te kopen.

Er moet eten gemaakt worden en daar moet voor betaald worden, want het is heel kostbaar ook al is het zo goedkoop dat zelfs de rijkere armen in de wereld zich er inmiddels ziek aan eten. Er zijn nog steeds bergen mensen die kreperen. Lokaal is een globaal vraagstuk. Het doel zit 'm niet in 'beleving' of de relatie met meneer de boer. De goeie lokale beleving en relatie zijn wel een prima middel, want mensen snappen het pas als ze er met hun neus op staan.

En nog wat: je moet niet denken in grote oplossingen, want dan gebeurt er nooit wat. Daarom moet je gewoon ergens beginnen en al lerende je oog op het doel als totaal proberen te krijgen en houden.

Fotocredits: Mary Crimmins

Op Nijmegen Direct verscheen een verslag van de avond in Lux door Jeroen Langendam.