Je leest met 3 tot 5-jarige kinderen een stripverhaaltje, waarin de hoofdpersoon crackers of worteltjes eet. In de ene versie vertel je erbij dat het meisje daarvan sterk wordt, of leert rekenen. In de andere versie zeg je niets. Daarna mogen de kinderen zelf crackers en worteltjes eten. Rara wat gebeurt er? Als de kinderen de 'het is goed voor je' versie van het verhaal hebben gehoord, eten ze minder dan zonder die aanmoediging. Want als je van iets gezond en slim wordt, en het daarom moet eten, is het vast niet lekker.

Averechts
Dat is althans de redenering die volgens de Amerikaanse onderzoekers, Michal Maimaran en Ayelet Fishbach, ten grondslag ligt aan het resultaat van hun onderzoek, gepubliceerd in The Journal of Consumer Research. Jonge kinderen hebben nog helemaal geen boodschap aan gezond of goed voor je. Als ze iets voorgezet krijgen waar dat expliciet bij gezegd wordt, moet er dus iets 'mis' zijn met dat eten op zich. Die boodschap pakt precies averechts uit.

"Ouders en verzorgers die ermee worstelen hun kinderen gezond te laten eten doen er wellicht beter aan het eten zonder iets extra's erbij te zeggen op tafel te zetten, of (als dat tenminste geloofwaardig is) alleen maar te onderstrepen hoe lekker dat eten feitelijk is", citeert FoodNavigator.