Het zou gaan om aardappelen, mais, koffie, cacao, lekkere appels, noten & zaden en abrikozen en perziken.

De krant onderbouwde de veranderende omstandigheden bij ieder gewas met een wetenschappelijke studie.

1. Aardappelen krijgen het in ons deel van de wereld te vaak te droog en 's nachts te warm. Daardoor zullen de opbrengsten afnemen.
Bron: CCAFS

2. Maïs zou tegen 2100 80% minder opbrengst leveren vanwege hitte. Maïs is niet geschikt voor temperaturen boven de 29,5 graad Celsius.
Bron: Columbia University

3. Koffie gedijt binnen heel specifieke bandbreedtes van temperatuur en neerslag. Klimaatverandering decimeert dan ook de opbrengst van de huidige teelten. Tegen 2080 zouden de opbrengsten tussen de 65 en 100% zijn afgenomen. Arabicakoffie, de thans meest gewaardeerde, zal mogelijk over 65 jaar al niet meer bestaan.
Bron: Kew Gardens

4. (Lekkere) appels houden van een koud voorjaar. Een vroege bloei geeft kleinere opbrengsten en minder lekker fruit.
Bron: Nature

5. Cacao zou over 35 jaar al niet meer geteeld kunnen worden in West-Afrika. Het wordt er te warm. Het gebied verzorgt 70% van de bestaande cacao-aanvoer.. Nu al is het aanbod van cacao kleiner dan de vraag.
Bron: International Center for Tropical Agriculture

6. Noten en zaden hebben de winterkou nodig om in het voorjaar tot productie te worden gestimuleerd. Zachtere winters zetten de notenproductie op de helling. Voor walnoten, cashewnoten, amandelen en pistachenoten begint het effect reeds zichtbaar te worden in de belangrijkste teeltgebieden (Israël, Tunesië, Marokko, Zuid-Afrika, Californië, het zuid-oosten van de Verenigde Staten, China en Australië).
Bron: PLoS One

7. Perziken en abrikozen hebben eveneens koele winters nodig om tot een goede bloei te komen. In Turkije, het belangrijkste productiegebied voor abrikozen, zijn de kleinere oogsten al een feit. Daarbij komt ook nog eens dat veranderende temperatuur- en neerslagpatronen de oogst verder negatief beïnvloeden.
Bron: Maxwell Scientific

We kunnen twee dingen doen
Als het allemaal waar is, zal klimaatverandering ook ander leven rond deze teelten op soortgelijke wijze beïnvloeden. We kunnen twee dingen doen. De teelten (genetisch) aanpassen aan het klimaat of op zoek gaan naar teelten die passen in de nieuwe omgevingen die we beschikbaar gaan krijgen. In het eerste geval stelt zich de vraag wat we dan nog moeten doen met de rest van die uiteraard mee veranderende omgeving. In het tweede geval stelt zich de vraag of we die omgevingen nu al voldoende in kaart kunnen krijgen.

Fotocredits: Perziken, smkybear