De aboriginals, een volk met een laag cholesterolgehalte, kennen de meeste cardiovasculaire doden. De Zwitsers, een volk met een gemiddeld zeer hoog cholesterolgehalte, de minste.
In Nederland word een arts nog steeds geëxcommuniceerd als hij zegt dat je cholesterolniveau niets is om je meteen zorgen over te maken.
In augustus vorig jaar mondde deze case uit in een positieve business case waarin we als marketing community Unilever met strategische oplossingen en al tegemoet traden. Het bleef oorverdovend stil. Tot op de dag van vandaag.
En waar de wetenschap faalt, hebben we gelukkig altijd nog de logica. Die vertelt ons dat cholesterol een noodzakelijke lichaamseigen stof is die we hard nodig hebben om hersencellen en myelineschedes op peil te houden, en ook om reparaties uit te voeren aan (onder andere) bloedvaten.
Daar waar een beschadiging dreigt (naar alle waarschijnlijkheid door het nuttigen van te veel pro-inflammatoire stoffen), komt het cholesterol het bloedvat te hulp en dicht het gat af. Gebeurt dat te vaak, dan ontstaat er plaque en kan het bloedvat dichtslibben.
Roepen dat dit dichtslibben de schuld is van het cholesterol, is hetzelfde als roepen dat de file te danken is aan de wegwerkers die gaten in de A2 proberen te dichten. Vinden dat het een goed idee is om dan maar zo min mogelijk voedingscholesterol te nuttigen, is zoveel als vinden dat we maar beter geen wegwerkers meer kunnen opleiden omdat ze in sommige gevallen voor file zorgen.
Terwijl in alle gevallen niet de wegwerkers het probleem waren, maar de gaten die veroorzaakt zijn door het bouwen van wegen op onverantwoordelijke fundamenten; iets dat onze doorgeschoten hokjeswetenschap pas sinds kort begint te begrijpen.