De Raad van Commissarissen van VION Food Group maakt bekend dat Uwe Tillmann, CEO en Voorzitter van de Raad van Bestuur, is afgetreden per 3 september 2012. Dirk Kloosterboer, Vice-Voorzitter van de Raad van Bestuur van VION Food Group neemt de verantwoordelijkheden en taken van Uwe Tillmann per direct over. Dirk Kloosterboer gaat in zijn nieuwe functie leiding geven aan de versnelde en versterkte uitvoering van het strategische plan.
Dit plan, gericht op resultaatherstel, is door VION op 15 juni 2012 bekend gemaakt. De Raad van Commissarissen heeft het volste vertrouwen dat met deze aanpassing in het leiderschap de strategie van VION succesvol kan worden uitgevoerd.Uwe Tillmann was sinds 2003 werkzaam voor het bedrijf. In 2003 trad hij toe tot de Raad van Bestuur van Bestmeat Company B.V., het latere VION N.V. Uwe Tillmann was sinds 1 januari 2010 CEO en Voorzitter van de Raad van Bestuur. Dirk Kloosterboer, COO VION Ingredients is sinds 1 januari 2010 Vice-Voorzitter van de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur die het strategische plan uitvoert, bestaat naast Dirk Kloosterboer uit Peter Beckers en Ton Vernaus.
VION N.V. is een internationaal opererend foodbedrijf met twee kernactiviteiten food en ingredients. Het concern maakt hoogwaardige voedingsmiddelen voor mens en dier. VION realiseert een omzet van €9,5 miljard en telt 26.500 medewerkers. VION is niet beursgenoteerd en heeft één agrarische aandeelhouder, de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO) met circa 18.000 leden. Het hoofdkantoor van VION staat in Eindhoven (NL).
Vion geeft aan dat het vertrek van Tillmann de basis is voor een versnelde uitvoering van het reeds bestaande strategisch plan van het bedrijf. In de markt gaan geruchten dat het bedrijf als gevolg van de hoge voerprijzen van varkens enkele miljoenen euro verlies per week lijdt. De verhoogde kostprijzen kunnen niet op afnemers worden verhaald, terwijl boeren - de aandeelhouders van VION - niet met de verliezen kunnen worden achtergelaten. Indien de kostprijzen hoog blijven en zich ook in 2012 voortzetten, moet de vraag worden gesteld welke wezenlijke verbeteringen het achterblijvende management van VION kan aanbrengen in de van nature al geringe en kwetsbare winstcapaciteit van VION.
Zwaar weer in de kostprijs raakt VION met zijn kwetsbare winsthistorie van slechts enkele tientallen milljoenen euro op zijn bijna tien miljard omzet ongenadig hard. Financier Rabobank en eigenaar ZLTO zullen uiteindelijk een keus moeten maken hoe ze paal en perk stellen aan de zich cumulerende verliezen die op jaarbasis eerder honderden dan tientallen miljoenen euro zullen bedragen.
Liesbeth, Larry Pope, de baas van Smithfield (de grote Amerikaanse tegenhanger van Vion) zei in juli jl. het volgende tegen The Financial Times: “Beef is simply going to be too expensive to eat. Pork is not going to be too far behind. Chicken is catching up fast.”
Jazeker dus, ze hebben het allemaal moeilijk. Smithfield verwacht dat vlees heel snel, heel veel duurder wordt. Dat betekent krimpende markten, teveel operationele stilstand (onderdekking van de fabrieken) en - ondanks de stijgende prijzen - krimpende marges bij afnemende volumes.
VION heeft echter een ander nadeel. Het bedrijf werd door overnames gebouwd tot een formidable omvang van bijna 10 miljard omzet in een tijd die nog gunstig leek, maar die in werkelijkheid (al?) naar beneden gleed. Daardoor heeft het een nadeel in de waarde van zijn assets. Die staan voor teveel in de boeken.
Dat zou een analyse kun zijn.
De kasstroom jazeker, maar dat is het probleem van iedereen. Het gaat om de vraag of de assets voldoende kwalitet hebben om er voor de langere termijn geld in te stoppen. Dat denkt inderdaad deze oud-erwetse bankier (die - voor alle duidelijkheid - nooit een operationeel bankier was, maar zich bezig hield met strategie).
Jack schrijft vlgs mij verstandige woorden: welke CEO lukt het wel met dit uitgangsmateriaal? Barbertjes moeten hangen, maar wat als het aan de context ligt? Misschien kun je je dus zelfs als commissaris maar beter alvast uit de voeten maken. Mensen - en boeren dus ook - houden mensen en niet contexten verantwoordelijk voor het verdampen van hun centen die ook anders aangewend hadden kunnen worden.