De enige echte sjalotten groeien uit een bol, moeten geplant worden en vragen veel arbeidsinzet. Dat moet beter kunnen, dachten de Nederlandse zaadveredelaars die al vaker hebben bewezen niet voor één gat te vangen te zijn. Daarom ontwikkelden zij hybride sjalotten die gewoon gezaaid kunnen worden en veel minder arbeidsintensief geteeld kunnen worden. Zoals het echte Hollanders betaamt, registreerden ze de variëteiten in de Europese catalogus en gingen ze met hun sjalottenzaad de boer op in Europa, en elders.

Dat was tegen het zere been van de Bretonse, tradionele sjalottentelers.
De sjalottenteelt biedt in Bretagne werk aan 400 producenten, 300 seizoensarbeiders, een omzet van 50 miljoen euro en 40.000 ton sjalotten die tot in Australië verkocht worden (als 'veritables échalotes'). De sector claimt de afgelopen 5 jaar 10 tot 15 procent marktaandeel verloren te hebben aan de zaaibare sjalotten. De Bretonse boeren slaan echter terug. De certificeringsinstantie GEVES (Groupe d'étude et de controle des variétés et des sémences) heeft de afgelopen 2 jaar onderzoek gedaan naar de zaaibare sjalotten. Het blijkt dat sommige van de in de catalogus opgenomen soorten... uien zijn.
Niks sjalotten dus. Met een beroep op 'consumentenbedrog' stellen de Bretonse sjalottenboeren nu de Hollandse nepsjalotten in gebreke bij de Europese commissie. Nog voor het einde van het jaar moeten de vermomde uien uit de catalogus geschrapt worden.

Het onderscheid tussen de echte sjalot en de ui-hybriden? "De traditionele sjalot heeft meer smaak en is steviger" schrijft Le Télégramme.

Fotocredits: 'Shallots', uitsnede, Antoaneta