Darmbacteriën van slanke mensen zouden mensen met overgewicht kunnen helpen afvallen. Bij muizen blijkt dat in ieder geval te werken. Onderzoekers van de Washington University School of Medicine in St Louis onderzochten 4 tweelingparen, waarvan de een slank en de ander obees was. Van alle proefpersonen werd feces verzameld, die vervolgens naar steriele muizen (zonder eigen darmflora) werd getransplanteerd. Bij de 'slanke' bacteriën bleven de muizen slank, maar bij de 'obese' bacteriën werden de muizen veel zwaarder.

In een vervolgexperiment werden de groepen muizen gemengd. Omdat muizen elkaars uitwerpselen opeten, kregen ze zo allemaal een mix van 'slanke' en 'obese' darmbacteriën binnen. Daarmee konden de onderzoekers bepalen welke darmflora het meest succesvol is. Het resultaat was dat de obese muizen weer dunner werden - de 'dunne' darmflora krijgt dus de voorkeur. Maar het afvallen van de dikke muizen bleek van één extra voorwaarde afhankelijk: dat ze eten voorgeschoteld kregen met veel vezels en weinig vet. Was het voedsel rijk aan vet en arm aan vezels, bleven de dikke muizen even dik.

De wetenschappers vermoeden dat een gezonder dieet de 'slanke' bacteriën bevoordeelt waardoor de obesitas afneemt.

Een typisch westers dieet zou dat effect teniet doen. Onderzoeksleider Jeffrey Gordon zegt in The Guardian: "In de toekomst zal ons microbioom van grote invloed zijn bij het bepalen van de voedingswaarde en effecten van ons eten. Het ontwikkelen van gezonde en volwaardige voeding zal van binnen naar buiten gebeuren, niet slechts van buiten naar binnen." Het onderzoek is gepubliceerd in Science.