Behaarde bessen. Toen de kiwi zo’n veertig jaar geleden naar ons land kwam, stonden we er wel naar te kijken.

Ergens in de jaren 1970 kwamen ze aan, de kiwi’s. Knalgroen fruit is natuurlijk wel iets bijzonders voor kinderen, en het viltige velletje was ook wel ‘cool’, al werd die term toen nog niet gebruikt (dat zou pas met de uitzending van de serie Happy Days op televisie gebeuren). Mijn vader had het niet voor kiwi’s. Die waren, zo vond hij, nergens voor nodig.

'Lepelfruit'
Maar wij hadden de gewoonte om in fruit te bijten. Dit fruit moest gelepeld worden, want op het tweede gezicht bleken die haartjes in de mond toch niet zo lekker. Later, veel later, heeft men daar de kiwilepel voor ontworpen, een soort plastic ‘spork’ die de verkoop ervan nog moest aanmoedigen.

Marketingnaam
Kiwi Fruit is een marketingnaam. Kiwi verwijst uiteraard naar de vleugelloze vogels uit Nieuw-Zeeland, wetenschappelijk bekend als de Apteryx spp. Er zijn vijf soorten kiwi-vogels, allemaal met uitsterven bedreigd of ‘kwetsbaar’. De zeldzame beestjes scharrelen zich een bestaan bijeen op de grond van de bossen van beide eilanden, maar komen nergens anders ter wereld voor. Het diertje was zo opvallend en grappig dat men op een dag de vogelnaam ook gegeven heeft aan alle menselijke inwoners van de eilanden. Honderd jaar geleden noemde men de Nieuw-Zeelanders hier al Kiwi’s, toen bijna vijfduizend van hen gestorven zijn in de Westhoek, voornamelijk tijdens de veldslagen van Mesen en Passendale.

Kies ze zo rijp mogelijk, maar helemaal rijp zullen ze nooit meer worden, tenzij een lokale kiwiboer opstaat? Kiwi’s gedijen immers in ons klimaat
Maar het fruit heeft verder weinig te maken met Nieuw-Zeeland. Er bestaan meerdere soorten kiwi-vruchten, allemaal behorende tot het genus Actinidia in de familie Actinidiaceae (de -jawel- Kiwifamilie). Dit plantengeslacht is afkomstig uit Azië, meer bepaald uit Korea, China en Japan, tot in Siberië. Het zijn dus geen tropische planten! Kiwi’s zijn weinig verwant met de ons beter bekende fruitsoorten. Plantkundigen ruziën nog steeds waar ze juist moeten geplaatst worden. De Actinidia’s zijn meestal klimplanten, geen bomen, al hebben ze wel een verhoutte stengel die hen een zekere stevigheid geeft. De planten zijn vaak tweehuizig. Er zijn dus mannelijke en vrouwelijke kiwiplanten.

Houdbaarheid uitgelezen kans voor export
De oude naam voor deze plant is Chinese kruisbes. Onder die aanduiding (en al zijn vertalingen) wordt de plant al gekweekt in Europa sinds het einde van de negentiende eeuw. De vruchten lijken wel een beetje op kruisbessen die vaak ook groen en zurig worden geoogst. Maar waarom is men ze gaan verkopen als kiwi’s? Het blijkt te komen van Amerikaanse soldaten die tijdens de Tweede Wereldoorlog gestationeerd waren in Nieuw-Zeeland. Die vonden ze lekker. Na de oorlog begonnen de Nieuw-Zeelanders het fruit naar Californië te exporteren per schip, samen met hun bekendere fruitsoorten, zoals appelen en peren. En toen, dat liet ik mij toch in de Stille Zuidzee vertellen, gebeurde er iets vreemds. Op een dag leed een transportschip averij en dobberde lang rond op de oceaan. Toen het eindelijk in Californië aankwam, was de hele lading rot... Behalve de kiwi’s! Exporteurs zagen meteen in dat er hier veel geld mee te verdienen viel. Vanaf 1962 werd gekozen voor de marketingnaam Kiwi Fruit, ook al omdat kiwi’s in Amerika verder onbekend waren. Daarvoor werden ze er verkocht als melonettes, maar niet gekweekt. De Kiwi’s (de mensen) gingen er met veel ondernemingszin tegenaan en zetten plantages op, terwijl in Europa het fruit meer als een curiosum werd aangeplant.

Ideaal supermarktfruit
Ze zijn er zo in geslaagd om ons te doen geloven dat de kiwi uit het land der Kiwi’s moet komen. Maar hun bewaarbaarheid gaf de doorslag. Het werd echt supermarktfruit. Groen geplukt is de bes hard en evolueert ook nauwelijks meer. Ideaal voor transport en opslag. Weinigen onder ons hebben ooit een rijpe kiwi geproefd. Die is zacht en zoet, en glazig doorschijnend.

Ik herinner mij hoe de Fransen, gekwetst omdat men fruit dat ook in Frankrijk groeit met een niet Franse naam had bedacht, met tuin- en kookprogramma’s op televisie het tij probeerden te keren. "Venez voir mes actinides,” hoor ik Nicolas le Jardinier nog uitroepen op TF1 terwijl hij naar kiwiplanten wees. Maar het was te laat, ook daar is het nu le kiwi, de All Blacks hebben maar weer eens gewonnen.

Kiwi’s zijn hier echt winterfruit. Er zijn verschillende soorten op de markt. Kies ze zo rijp mogelijk, maar helemaal rijp zullen ze nooit meer worden, tenzij een lokale kiwiboer opstaat? Kiwi’s gedijen immers in ons klimaat. Wie een plant wil zien kan bijvoorbeeld in de Vlaamsesteenweg terecht, waar een kiwi-liaan zich aan een voorgevel optrekt op enkele stappen van café Daringman.

Kiwi is voornamelijk handfruit, nu ja: lepelfruit. Maar je kan er ook gebruiken in warme bereidingen. Gekookt blijven ze knalgroen, wat uiteraard mooi is. In de nadagen van de nouvelle cuisine zag je dat wel vaker in sommige restaurants die nog hopeloos probeerden iets nieuws te vinden: kip met schijfjes kiwi, coulis van kiwi... O, en als ze echt goedkoop zijn: uitstekende confituur! De bessen bevatten eiwitsplitsende enzymes. Je kan er dus taai vlees mee marineren, net zoals met ananas. Smakelijk.

Fotocredits: 'Kiwi', Simone Bosotti