Nepmelk maken is niet moeilijk. Je maalt de grondstof gemengd met water. Of je doet het omgekeerd. Eerst malen en dan in water drenken. Vervolgens worden de vaste stoffen eruit gefilterd en, afhankelijk van het product, olie, suiker en zout toegevoegd, en vaak ook stabilisatoren voor een melkachtige consistentie. Net als koemelk worden de alternatieven uiteindelijk gehomogeniseerd en verhit om ze houdbaar te maken. Je kunt het ook zelf, lees het internet er maar op na.
Melkalternatieven mogen officieel niet 'melk' heten. De EU heeft besloten dat alleen producten van dierlijke origine melk kunnen zijn.
Duitsland loopt voorop in Europa: daar groeide de markt voor plantaardige zuivel de afgelopen jaren met 20% en werd in 2020 251 miljoen liter plantaardige zuiveldranken verkocht voor een totale omzet van €396, aldus de Frankfurter Allgemeine Zeitung.
Volwaardig?
Zijn die alternatieven wel gezond en volwaardige voedingsmiddelen? Dat hangt er een beetje vanaf. Koemelk is van nature rijk aan voedingsstoffen. Het bevat belangrijke mineralen en sporenelementen. Alternatieve producten kunnen dat nauwelijks bijbenen.
Plantaardige dranken, zegt Martin Smollich, professor aan het Instituut voor Voedingsgeneeskunde van het Universitair Ziekenhuis Sleeswijk-Holstein, zijn geen voedingfysiologisch (met dezelfde voedingswaarde) maar "een functioneel alternatief."
Rijstdranken bevatten nauwelijks voedingsstoffenIn de plantaardige alternatieven zit geen lactose, geen melkeiwit, geen cholesterol of vrijwel geen verzadigde vetzuren en vaak minder calorieën. Voor veel mensen heeft dat voordelen. Bovendien kun je ook bij de alternatieven kiezen voor producten die verrijkt zijn met calcium en vitamine B12. "Voor het lichaam is de chemische stof hetzelfde. Het maakt niet uit of het een omleiding neemt via de koe, die op haar beurt verrijkt voer krijgt," aldus Smollich.
Sojadranken bevatten het hoogste eiwitgehalte, haverdranken bevatten veel nuttige voedingsvezels, amandeldranken zijn relatief rijk aan vitaminen en sporenelementen. Rijstdranken bevatten nauwelijks voedingsstoffen. En het suikergehalte varieert - het Duitse consumentencentrum NRW constateerde in 71 onderzochte producten suikergehaltes tussen de 0 en 7,1 gram per 100 gram drank. Kijk dus vooral op het etiket voor de voedingswaarde.
Milieueffect
Als het ecologisch evenwicht je aan het hart gaat, kun je het beste haver- en sojadranken kiezen. Die presteren beter dan koemelk wat betreft CO2-uitstoot en land- en waterverbruik. Voor amandelen en rijst is dan weer veel water nodig. Ook het transport is van invloed op de eco-footprint van een zuivelalternatiefgrondstof, net als de omstandigheden in het land van herkomst (denk aan ontbossing (soja) en droogte (amandelen, Californië). De meest milieuvriendelijke alternatieven worden gemaakt met liefst biologisch geteelde ingrediënten uit Europa.
Smaak
Smaken die alternatieven nou ook? Recent mochten we kennismaken met een nieuw, 'dagvers' zuivelalternatief, milc (ja, met een c want met een k mag niet) Cow Less. De makers bezorgden het gekoeld. De paarsig witte drank wordt nu nog gemaakt van kapotte cashewnoten uit Burkina Faso. Over een paar jaar moet het gemaakt zijn van speciaal aangeplante hazelnoten.
We proefden de Cow Less milc naast de houdbare biologische haverdrank Oat (van Lidl) en de verse volle koemelk van Lidl (Milbona).
We keken, roken en proefden.
- Oat: grijs, gelig, gruizig van consistentie, waterig, nogal zoet
- Cow Less: roze, creamy, beetje dikkig, sweet met iets zoetzurigs
- Milbona: wit, romig op de tong, complex, sweet maar niet zoet
Cow Less benadert het mondgevoel van volle melk en kan daarmee drinkers van magere en halfvolle melk qua smaak mogelijk overtuigen. Qua prijs is het nog wel een dingetje. Cow Less kost bij Gorillas (op dit moment de enige winkel) €2,99. De volle Milbonamelk kost €1,25. De biologische haverdrank van Lidl mag voor €1,49 mee in je boodschappentas.
Zuivelvervangers willen net als vleesvervangers op het originele dierlijke product lijken. Daar slagen ze best aardig in. Maar de eerder genoemde nutritionele waarde evenaren ze niet. Het zijn nieuwe producten die in de mond en voor het oog op melk lijken.
Jos Hugense, je hebt natuurlijk gelijk. Nieuwe warme bruine dingen, bedoeld om op te eten, moeten zoveel mogelijk smaken naar en lijken op dezelfde dingen toen ze nog van vlees en vulmiddelen werden gemaakt. Anders vind je er niet makkelijk een wat groter publiek voor.
Jammer vind ik dat (voorlopig) nog geen volkomen nieuwe etenswaren worden ontwikkeld die zelf iets zijn en niet ergens op lijken.
Neem kroepoek. Wat een vondst ooit. Vaak gemaakt van garnalen, maar het kan van andere grondstoffen. Niemand eet kroepoek om de herkomst van de grondstof (je brengt zelfs mensen aan het schrikken als je over de garnalen vertelt), maar om de kraak en de smaak.
En weet je waar ze wel durven, opgeschrikt door vreemde snoepjes (schoolkrijt) en drop (heksehyl) uit Scandinavie. In de zoetwarenindustrie. Ik keek in de snoepwinkel die zich drogist noemt, het Kruidvat. Geen ‘normaal’ snoepje te vinden in het scheporgel. Allemaal prachtige creaties in de gekste kleurencombinaties. En ja hoor: een oudere dame wilde wat bij elkaar scheppen maar zag er van af. Niets was er meer bij aan snoep waar ze als kind te weinig zakgeld voor kreeg thuis.