Dit najaar stemt de Tweede Kamer over de Nieuwe Natuurwet, waarin de plezierjacht aan strenge regels gebonden wordt. Volgens de voorstellen mag er dan alleen nog gejaagd worden met een ontheffing van de provincie.
Medestanders: chefkoks
Jagers zijn geen voorstander van de nieuwe regels. Ze staan daarin niet alleen. Annemieke van Dongen van De Persdienst schrijft vandaag dat de jagers een 100-tal Nederlandse chefkoks aan hun zijde vinden. De restaurants die aangesloten zijn bij Euro-Toques Nederland, willen graag Nederlands wild op de kaart en zien de vraag jaarlijks verder groeien. Wild wordt gezien als een duurzaam stukje vlees, dat bovendien van eigen bodem komt -tenminste, als dat straks nog mag.
De koks stellen dat het toch niet zo mag zijn dat zij straks hun wild alleen nog maar uit het buitenland mogen betrekken. "Wild van Nederlandse bodem is geschoten door deskundige jagers in onze eigen omgeving. Het is een prachtig product dat prima past in een duurzame voedselketen. Dat moet je dus niet verder aan banden leggen, laat staan verbieden. Dat moet je koesteren”, zegt de Nederlandse drie-sterrenkok Jonnie Boer.
'Maatschappelijke ontwikkelingen'
Ook bij de Nederlandse consument lijkt de jacht weer wat vriendelijker te benaderen, denkt de Koninklijk Nederlandse Jagers Vereniging. De jagers hebben het het dan wel over de 'jacht voor consumptie’. "Die jacht verbieden druist in tegen maatschappelijke ontwikkelingen", stelt de Vereniging. Zoals het eten van 'plaagdieren', waarover kok en jager elkaar recent ook al wisten te vinden - te midden van de bestaande verboden en regelingen. Duurzaamheid lijkt de nieuwe legitimatie voor de jacht te worden.
Fotocredits: uitsnede, Nelson Minar
Jacht is een dure hobby; de opbrengst van de verkoop van wild voor consumptie dekt maar een zeer klein deel van de kosten van de jacht in Nederland. Alleen al de opleiding en uitrusting van de Nederlandse hobbyjagers heeft meer dan 60 miljoen euro gekost. De invloed van jacht op het voorkomen van wildschade wordt ernstig betwijfeld door mensen die er van uitgaan dat het aanbod van voedsel bepalender is voor de grootte van wildpopulaties dan de jachtdruk. Zodoende kan het eten van Nederlands wild nooit als economisch verantwoord en daarmee duurzaam betiteld worden.
De verstoring door conventionele jacht maakt dat ook het niet bejaagbare wild minder zichtbaar wordt voor het publiek. Daarmee vermindert de kwaliteit van natuurbeleving voor de niet-jagende 99,8 % van de Nederlandse bevolking. Het zou toch jammer zijn als de zichtbaarheid van het wild zich zou beperken tot het wild dat op het bord ligt. Overigens kan de vraag naar wild maar voor ca. 5% gedekt worden uit de Nederlandse jachtactiviteiten en is het nu gegeten wild voor de rest afkomstig uit het buitenland en dan nog vaak kweekwild.