De Consumentenbond schrijft in zijn persbericht: ‘Ambachtelijke’ broden van bakkerijketens zijn vaak veel zouter dan wettelijk is toegestaan. Vlaamsch Broodhuys en vanmenno spannen de kroon: alle onderzochte broden van deze ketens zijn te zout.
De Consumentenbond bekeek het zoutgehalte in ‘ambachtelijke’ broden als desem en spelt van tien bakkerijketens. Bij elke keten werd van drie broodsoorten het zoutgehalte gemeten. Van de 30 onderzochte broden zitten er 13 boven en 5 op de wettelijke zoutnorm voor brood. In de zoutste broden uit de test (Grand-mère wit van Vlaamsch Broodhuys en Oberlander wit desem van Meesterbakker Roodenrijs) zit maar liefst 0,8 gram zout per snee. Bakkerij Bart is de enige keten waarvan alle drie de onderzochte broden binnen de wettelijke norm blijven.
De bakkerijbranche heeft de afgelopen jaren zelf aangedrongen op het stapsgewijs verlagen van het zoutgehalte in brood, zodat consumenten geleidelijk konden wennen aan een minder zoute smaak. Door deze nieuwe wettelijke zoutnormen is het supermarktbrood sinds 2009 25% minder zout geworden. Naar aanleiding van het onderzoek van de Consumentenbond naar ‘ambachtelijk’ brood bij bakkerijketens hebben inmiddels de meeste ketens toegezegd hun receptuur aan te passen.
Supermarktbrood
In 2009 sprak de bakkerijbranche af het maximaal toegestane zoutgehalte voor brood te verlagen van 2,5% naar 2,1%. In 2013 daalde dit verder naar 1,8%.
Industriële bakkers blijken zich beter aan de zelf afgesproken reductie te houden; de Consumentenbond meldt in een kader dat "uit eerdere onderzoeken die de Consumentenbond in 2012, 2013 en 2014 deed naar supermarktbrood blijkt dat de zogenoemde industriële bakkers zich goed aan de wet houden. Slechts 4 van de in totaal 70 geteste broden bleken met hun zoutgehalte de wettelijke grens te overschrijden."
Verwarring
Over het effect van zoutreductie is recent verwarring gerezen. Nadat op Foodlog eerst Dennis Zeilstra op basis van RIVM-cijfers berekende dat het zoutconvenant geen noemenswaardige resultaten op de inname van zout door consumenten heeft opgeleverd, concludeerde later het RIVM hetzelfde. Volgens professor Marianne Geleijnse is het cijfermateriaal te mager om dergelijke conclusies te kunnen trekken. Toch lijkt de steekproef juist wel voldoende groot om een consumptieve reductie van 6% te kunnen opmerken, maar blijkt die niet uit de feitelijke metingen.
Voor de goede orde vermeld ik het hier nog maar een keer. Door de Consumentenbond is alleen een rekenfout gemaakt in een voorbeeldberekening van de hoeveelheid zout per snee brood. Dit moet 0,5g ipv 0,8g zijn zoals abusievelijk in de tekst staat. We noemden in dit voorbeeld de twee zoutste broden, van Vlaamsch Broodhuys en van Meesterbakker Roodenrijs. Alleen dus fout in deze voorbeeldberekening, en die hebben we, uiteraard, gerectificeerd.
In de meting zaten geen fouten en ook niet in de bepaling of de broden de norm overschreden. De gehele test klopt dus, en de conclusies ook.
Over de interpretatie van het Warenwetbesluit Meel en Brood, hebben wij voor publicatie navraag gedaan bij de wetgever. Alle broden uit de test, ook die van VanMenno, vallen onder de broden die aan de norm van 1,8% moeten voldoen.
Nederlands brood was jarenlang zeer zout, maar door de aanpassing van de Warenwet, is dat nu gelukkig een stuk minder (zo'n 25%). Dat is een prestatie van formaat van de sector. Hierdoor kunnen mensen die brood eten (en dat zijn er nogal wat), iets dichter bij de aanbeveling van 6g zout per dag komen. Het blijft een lastige opgave, omdat ook in veel andere producten veel zout is verwerkt.