Zo valt het nieuws te lezen op Boerenbusiness.

Gevraagd wat erger is, dumpingen van de illegale drugslaboratoria of de productiewijze van boeren in Brabant, zei gedeputeerde Johan van den Hout dat boerenproductie erger is "want dat gebeurt op veel grotere schaal."

"Buitengewoon grievend en smakeloos", reageert Janus Scheepers, bestuurslid van boerenkoepel ZLTO en verantwoordelijk voor de portefeuille Omgeving. "Van den Hout zet boeren en tuinders in dezelfde hoek als zware criminelen. Dat is echt ongehoord." Verder zei hij dat de uitspraken de al gespannen sfeer tussen boeren en burgers in Brabant onnodig verder op scherp zetten.

Het CDA en de PVV in de Brabantse Staten willen dat het college van gedeputeerden afstand neemt van de uitspraak.

Onmacht tonen is beter dan de verkeerde macht gebruiken, tenzij je de boer-burgeroorlog op het platteland het werk wilt laten doen
Brabant is een vastgelopen provincie. Het publiek loopt al meer dan twee decennia te hoop tegen de groeiende stallen, hoort over fijnstof en ziekterisico's en wordt geconfronteerd met zwaar verkeer binnen een infrastructuur die daar niet voor bedoeld is. De nationale wetgever heeft boeren een gebruik van de openbare ruimte mogelijk gemaakt dat het provinciaal bestuur ongewenst achtte. Daarom besloot de Commissaris van de Koning al enkele jaren geleden dat Brabant andere regels nodig had dan de rest van Nederland. De Commissaris creëerde daarmee een vorm van rechtsongelijkheid tussen Nederlandse boeren. Anders gezegd, de nationale wetgever heeft Brabant in de steek gelaten zodat de provincie met lapmiddelen moest komen. Die stuitten op verzet van boeren. Dat is begrijpelijk. Om economisch het hoofd boven water te houden, wilden ze meer dieren, meer recht op stront en meer product van een akker, terwijl de ecologische maat al vol was.

Bedorven verhoudingen
Er is iets flink scheefgelopen in Brabant. Te intensief gebruik van het platteland heeft de verhoudingen tussen boer, burger en bestuur bedorven. Een ervaren bestuurder weet dat zijn uitspraken op TV beluisterd en gewogen worden. Omdat het geen zin heeft om de spanningen extra aan te zetten, geven de uitspraken geen pas. Van den Hout had bijvoorbeeld kunnen zeggen dat de vraagsteller hem appels met peren wilde laten vergelijken, maar dat beide problemen ingewikkeld zijn om daar vervolgens nog wat duidelijke woorden aan te wijden.

Van den Hout is een ervaren bestuurder. Tenzij hij de zaak verder op scherp wilde zetten, zijn daarom excuses op zijn plaats. Daar kan hij maar beter snel meekomen, voor het College van Gedeputeerde Staten afstand van hem moet nemen. Als hij die kans meteen waarmaakt, kan hij zeggen dat hij liever gisteren dan vandaag de problemen zou oplossen, maar dat ook hij dat helaas niet kan en zich uit ergernis daarover soms laat gaan. Ik schrijf 'soms' omdat het niet de eerste keer is dat Van den Hout zich onmiskenbaar boeronvriendelijk uitlaat.
Bestuurlijke daadkracht rond het boerenprobleem is in Nederland voorlopig onmogelijk. Onmacht tonen is beter dan de verkeerde macht gebruiken, tenzij je de boer-burgeroorlog op het platteland het werk wilt laten doen.