Staatssecretaris Martijn van Dam heeft de Wet Veedichte Gebieden voor inspraak op internet gezet. Veehouders hebben de NVV laten weten wel inspraak te willen hebben, maar het ambtelijke taalgebruik te moeilijk vinden om te kunnen reageren. De NVV en LTO Varkenshouderij hebben de wet daarom vertaald in, zoals zijzelf zeggen, 'Jip en Janneke-taal'.

Geen 'kinderbijbel'
De complete vertaling van de wet is hier te vinden. Een voorbeeld van een vertaling:

De staatssecretaris schrijft (als onderdeel van een langere opsomming):
Wij in overweging genomen hebben dat in sommige gebieden de kwaliteit van de fysieke leefomgeving onder druk staat als gevolg van de omvang van de veehouderij en dat het daarom wenselijk is dat het provinciebestuur met het oog op de kwaliteit en de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving regels kan stellen over de omvang van de veehouderij in die gebieden.

NVV en LTO vertalen de passage als volgt:
We hebben er nog eens over nagedacht. In sommige gebieden vinden mensen het niet meer zo leuk om er te wonen en te werken. Ze vinden bijvoorbeeld dat er te veel lawaai is en te veel stank. Ze maken zich ook zorgen over het milieu en hun gezondheid. Ze vinden de boerderijen te groot en ze vinden dat er te veel dieren zijn. Wij vinden het daarom een goed idee dat provincies voortaan zelf ook regels kunnen maken en kunnen bepalen hoe groot boerderijen mogen worden en hoeveel dieren er op een boerderij mogen wonen.

Het is geen 'kinderbijbel' voor boeren, maar een moderne hertaling van onnodig statige en formele taal. Je vraagt je af, waarom de wet niet vaker zo geschreven wordt.