Boeren met de buren. Dat is wat de Brabantse boeren van ZLTO willen. Het was een mooie formulering uit de mond van een melkveehouder in het debat over megakippen en –varkensstallen dat gisteravond op initiatief van de SP plaatsvond in Den Bosch. Je moet 'draagvlak' creëren voor de ontwikkeling van je bedrijf, zei hij als een wat onwennige Haagse politicus, die geen betere woorden kon vinden om zijn probleem duidelijk te maken. Hij vertelde dat boeren in het klein niet meer kan. Dan ga je failliet omdat je te duur bent. Daarom moet je groeien en daar moet je dus dat ‘draagvlak’ voor zien te maken.
De buren blijken daar geen boodschap aan te hebben. En zo ging dus iedereen weer naar huis. De piketpalen waren weer geslagen. De kloof bleef levensgroot en iedereen beloofde natuurlijk om het ‘samen’ te gaan oplossen. Jaja.

Het siert de SP en het Brabantse Statenlid Veerle Slegers dat ze boeren en hun buren bij elkaar haalden om in de oude Verkadefabriek te praten over de megastallen. De boeren waar het om ging schitterden door afwezigheid. Ze lieten die arme melkboer hun kooltjes uit het megavuur halen.

Uw verslaggever was erbij, kon zich uiteindelijk niet meer inhouden en trok zijn grote mond open.

espresso
De buren blijken uiterst helder over het verweer van de boeren. “Sorry, dan moet u maar wat anders verzinnen dan geld verdienen aan lagere kosten.” Dat zeggen ze, herhalen ze en daarna zeggen ze het nog een keer. U moet gewoon minder, maar betere varkens gaan maken. Dat lukt de Spanjaarden en Italianen toch ook?

De boer probeert er stoicijns bij te staan en herhaalt nog maar eens dat hij en zijn collega’s toch écht de kosten moeten verlagen en dus moeten groeien. Tot woede van de buren, dat laat zich raden. Nauwelijks merkbaar haalt de boer zijn schouders op en plaatst zich met woorden definitief buiten spel: ‘ja, dan kun je wel van alles gaan beweren’. Hij herhaalt zijn punt nog een keer zachtjes en houdt vervolgens zijn mond. Je ziet hem denken, 'ze snappen er weer niks van.’
Ik begrijp hem omdat ik me in zijn perspectief kan verplaatsen. Maar ik snap ook de buren. Die vinden het mooi geweest. Voor hen is Brabant om in te wonen. Daar hebben ze gelijk in, want er wonen heel veel mensen. Dat hebben planologen zo besloten. Je kunt de bewoners dus lastig de schuld geven.

'Boeren met de buren' klinkt even leuk en gezellig als ‘de koffie staat altijd klaar’, maar het spel is uit. Er is gedonder in de Brabants bonte koffiekopjes. D'r moet pure espresso in. De tijd van waterige koffie is voorbij. Prettige wedstrijd als je dat niet begrijpt.

'zoönoMen'
Ook al ging het om hen, er was geen kippen- of varkenmegastallenboer te horen. Geen wonder dat de melkboer zich voelde als kat in een vreemd pakhuis. De buren kwamen met alle argumenten waar Nederland imiddels van kan dromen, zowel de ware als de geframede. Grote stallen zijn lelijk. Ze zorgen voor stank, voor op mensen overdraagbare ziekten, voor antibiotica-resistentie en voor fijnstof. En natuurlijk horen alle beesten buiten. Dat laatste is zelfs bij inkrimping tot een derde van onze Brabantse veestapel levensgevaarlijk als je bang bent voor die overdraagbare ziekten ('zoönoMen' zei de gespreksleider, wat al duidt op het kennisniveau over het onderwerp onder niettemin hoogopgeleide en welbespraakte mensen; die ziektes heten 'zoönoSen'), maar daar hoor je niemand over. Zeker niet op zo’n avond, want het klinkt zo lekker als je tegen bent en doet of het van vandaag op morgen anders zomaar ‘even’ anders kan.

CDA gerommel
Aanwezige juristen en politici maakten duidelijk dat van de zijde van het provinciaal en gemeentelijk bestuur alle moeite is gedaan om toch maar grote stallen mogelijk te maken. Het zou een knap voorbeeld zijn van bestuurlijke juristerij en handigheid met procedures en het bio-industriele complex van ZLTO, slachterijconcern Vion en het CDA zijn. Net als de megaboeren zelf, had het CDA overigens feestelijk bedankt voor aanwezigheid. De VVD ,was er wel en schaamde zich er niet voor duidelijk te maken dat het CDA inderdaad geen heldere grenzen meer weet te stellen aan de bouwdrift van boeren. De vrouwelijke voorzitter van die partij in de Brabantse Staten maakte duidelijk weinig te zien in alleen maar kostengedreven boeren in het Brabantse land. “Dan moet je aan zodanige eisen voldoen, dat het niet meer uit kan”, zei ze. Ik hoorde haar denken dat het CDA wat haar betreft niets van economie, maar alles van gerommel onder tafel begrijpt. Zeker weten doe ik dat natuurlijk niet. Het was maar een impressie.

Een meneer die verantwoordelijk was geweest voor de inspraakprocedures van burgers vond dat de Brabanders alle gelegenheid hebben gehad om tegen te zijn. Nu ze het zien, zijn ze opens tegen. Een variant van 'eigen schuld, dikke bult' dus. Ik sprak later een eveneens betrokkene die het toch iets anders verwoordde. De burgers waren er wel bij geweest, maar wisten net zomin als de betrokken ambtenaren waar ze eigenlijk 'ja' tegen zeiden.

Van der Ploeg had de oplossing al jaren geleden

Volgens een meneer van de Brabantse Milieu Federatie en een vrouwelijke Amsterdamse hoogleraar in de wijsbegeerte van het recht was de oplossing duidelijk. Groeien kan niet meer. De toekomst ligt niet in kostengedreven bulkproductie, maar in kwaliteit en onderscheid. Ze waren het dus eens met de VVD, al viel de zaal die partij steeds aan.
Professor Jan Douwe van der Ploeg, een trouwe stemmer op links, zat op precies dezelfde toer en vertelde hoe je onderscheid maakt. Kijk naar de Spanjaarden en Italianen, hun hammen en andere vleeswaar en onderscheiden varkensrassen. Maak een milieukeurvarken zoals de Keurslagers dat verkopen. Werk aan 1- en meer sterrenvlees, zoals nu bij Albert Heijn ligt. Differentieer. Het is een verhaal waar ieder weldenkend mens het alleen maar gloeiend mee eens kan zijn. Het is op foodlog.nl inmiddels al ontelbare maken besproken. Zoals het zaad van Onan valt het echter op de rotsen. Van der Ploeg zaait al 15 jaar op die rotsen. Ondanks zijn gloeiende gelijk is hij uitgepoept door de grote boeren in ons land. Aan de kwaliteit van de boodschap die ook de VVD bevalt kan het niet gelegen hebben. De boeren begonnen er niet aan en groeiden daarom vrolijk verder. Nu hebben ze de grenzen van wat de buren dulden bereikt en krijgt Van der Ploeg dus alsnog gelijk.

de verschrikkelijke werkelijkheid
De meneer van de Brabantse Milieu Federatie kreeg het met me aan de stok. Hij vertelde namelijk doodleuk dat de boeren simpelweg moesten doen wat Van der Ploeg zei. Maar hij vergat iets. De boeren zijn al zover doorgegroeid dat dat niet zomaar 'even' gaat. De milieuwetgeving is, door al die groei, al zo streng dat zelfs een op kwaliteit overschakelend bedrijf opzetten al niet meer gaat. Daar komt nog eens bij dat de centen door jarenlange verliezen op zijn en niemand de aanloopverliezen eventjes wil voorfinancieren.
Van der Ploeg startte zijn pleidooi toen er wellicht nog teruggeschakeld kon worden. Inmiddels zijn we een eind verder. De boeren groeiden maar door. Hun kennisinstituten (w.o. de WUR en hun koepels) steunden hen daarin. De boeren vroegen wel hoe het moest, maar kregen van hun kennisinstituten, koepels en ministerie geen antwoord op de vraag hoe je toegevoegde waarde moet maken. Dus groeiden ze door. Bij de WUR verzonnen ze vooral nieuwe stallen. Tegenwoordig noemen ze die stallen ‘zorgvuldig’, maar dat helpt allang niet meer. Omdat ze de boer niet konden vertellen hoe hij kwijt raakt, wat daaruit komt begonnen alleen een paar gekken ermee.Nu begrijpt u waarom de stallen groeiden dat het een aard had. Brabant ging meuren naar de mest en bij de dingen die wél lukten moest nota bene de Dierenbescherming eraan te pas komen om het vlees dat eruit kwam verkocht te krijgen. Mocht u denken dat de boer door al die groei meer ging verdienen, dan vergist u zich. Zijn inkomen bleef gelijk en de omvang van zijn leningen namen toe. Hij moet inmiddels zien rond te komen van het salaris van een leerlingloodgieter met de hypotheek van 2 Wassenaarse villa's.

Een normale burger krijgt zo'n hypotheek niet, want geen hond kan hem betalen. De boer eigenlijk ook niet en toch gaat het allemaal maar door. Het is crimineel en daarom komt’ie in de verleiding om te kort door de bocht te gaan. Met antibiotica bijvoorbeeld, want die besparen hem personeel en uitval van dieren. En met luchtwassers die hij uitschakelt om te kunnen knijpen op zijn elektrarekening. U moet weten dat je met luchtwassers het antibioticagebruik al drastisch kunt terugdringen.
Dit is de verschrikkelijke realiteit achter het boeren- en burenbestaan in Nederland.

groeien, anders kiezen of verdwijnen
Daarom vroeg ik meneer Milieu Federatie of hij de cijfers kende. In Nederland leven jaarlijks zo'n 20 miljoen varkens. Gelukkig niet allemaal tegelijk. Albert Heijn's 1-sterrenvarken en Milieukeur zijn de enige initiatieven van formaat om die stroom 'kwalitatiever' weg te krijgen Ik rekende voor dat het AH, Milieukeur en biologisch niet meer dan een procent of zeven, misschien acht van de totale dierenstapel verstouwen. Als de rest geen donder waard is en behalve door exponentiële groei kan blijven bestaan in gebieden waar je leuk wilt wonen, dan moet je even doordenken en het werkelijke probleem benoemen. Het is nog nooit in de geschiedenis van economie en marketing vertoond dat 90% van de markt opeens in toegevoegde waarde kon worden omgezet. Toch moet de boer kiezen voor het ene of het andere, want zijn bedrijf zit op zwart zaad. Het is van groeibeen op kwaliteitsbeen overstappen of verdwijnen. De laatste is voor boeren een lastige beslissingen. Een boer wil boeren. De buren begrijpen dat daadwerkelijk niet. Als die ontevreden zijn over hun baan zoeken ze gewoon een nieuwe baan. Boer ben je. Niet-boer worden is afscheid nemen van jezelf.

harde conclusie
De harde conclusie is dan ook dat je moet besluiten bedrijven af te schrijven als ze niet naar het buitenland of naar volksgezondheidsveilige varkensflats in de Rotterdamse haven kunnen of willen verhuizen. Daar kunnen ze dan weer voor eigen rekening en risico steeds groter te groeien. Dat bedoel ik precies zoals ik het zeg. Er moet een faire opkoop- en afbouwregeling, want de boer is mede door falend beleid in de stront beland. Door de verkoop van een grote energiemaatschappij heeft Brabant daar het geld voor. Op het platteland kunnen we dan proberen een kwalitatievere landbouw te ontwikkelen. Hoe dat moet en of dat de achterblijvers zal lukken, is weer een andere vraag. Een deel van het geld dat uit die energiemaatschappij kwam, zou ook daarvoor bestemd kunnen worden.
Duidelijk is dat het buiten de handen van de gebruikelijke kringen moet worden gehouden. Een herstructureringsfonds met een bestuur van VVD en SP om er zowel sociaal als bedrijfseconomisch mee om te gaan lijkt me wel wat. Als ik Brabander was zou ik daar voor stemmen binnenkort.

is de varkensflat een slecht idee?
Met Van der Ploeg sprak ik even in de pauze van het debat. Hij vertelde me dat hij ooit heeft gezegd dat varkens in de haven minstens zo goed en waarschijnlijk beter af zouden zijn dan op het platteland. Helaas mag je dat alleen nog maar fluisteren, want er is een burenruzie gaande waarin allerlei geframede argumenten een schitterend complex van diervriendelijke varkensflats ver weg op de Maasvlakte even onmogelijk hebben gemaakt als de minimegastallen op het platte Ot & Sien-land. Die in Oost-Duitsland en Polen zijn namelijk vele malen groter.
Hier hebben de buren gewoon genoeg van het gedonder en gerommel. Zo simpel is ook die werkelijkheid. Zowel bedrijfseconomisch als menselijkerwijs is het feest voorbij. Accepteer het en knoei niet door. Dat leidt tot steeds groter wordende brokken en afschuwelijk persoonlijk leed.

RSV: zachte heelmeesters & stinkende wonden
De Staten van Brabant moeten op 25 februari aanstaande beslissen wat ze gaan doen met de megastallen in Brabant. Als ik er lid van zou zijn zou ik zeggen: benoem het probleem doodgewoon op z'n bedrijfseconomisch VVD's want daar zijn ook ‘links’ en ‘milieu’ het mee eens. Net zoals hierboven dus. Al blijkt de Milieu Federatie een zachte heelmeester, ze maken er met hun mening geen hopeloze puinhoop van. Het CDA zorgt echter voor stinkende open wonden in de vorm van valse hoop in een totaal met zichzelf en de buren vastgelopen sector. CDA-bestuurders laten boeren en banken goed achter kwaad geld aangooien. De buren pikken het niet meer. Er is bonje en er valt geen draagvlak meer te maken. Als de boer wijs is, snapt hij dat hij het ergst van allemaal getroffen wordt. Niet door de buren, maar door de partij die hem laat investeren in een toekomst die achter hem ligt.

Als de 25e dat besluit kan worden genomen is er al heel wat bereikt. Doe niet meer nu, want dat kan niet. Neem vervolgens een aantal maanden de tijd en ruimte om een regeling uit te werken en biedt de boeren en boerinnen die niet anders dan in kostprijzen kunnen denken, dierenrechten in die varkensflats in Rotterdam. Daar is nog wel wat echte maatschappelijke discussie voor nodig, maar dan hoeft er misschien niet eens veel afgeschreven te worden. Die flats moeten ze dan wel voor eigen rekening en risico exploiteren, want we kunnen niet aan de gang blijven. Als ze dat niet redden is het afgelopen. Dan zitten CDA, de politici die het gerommel van die partij gedoogden en Rabobank alsnog met het probleem, maar hoeft de Nederlandse burger zich geen zorgen meer te maken dat hij moet opdraaien voor falend beleid van bedrijven en bestuurders zoals in de RSV-affaire of het recentere bankendrama.
Het resultaat van het gerommel landt zo in ieder geval toch nog zacht.

Kent u de RSV-affaire nog? Grote boten bouwen was geen goed idee meer hier. Maar we wilden het niet geloven. Jarenlang zijn er zakken goed geld achter kwaad geld aan gegooid. Dat is waar de hele megastallen-affaire om draait. We maken er boeren mee kapot. Letterlijk. Want zij zitten straks met de stress, tot de zelfmoorden aan toe. De laatste klinkt zwaar, maar boeren weten dat het een heel trieste waarheid is.
Neem de pijn nu maar en help bedrijven om te stoppen op een manier die nu menselijkerwijs en financieel nog acceptabel is.