Bittman schrijft een lang artikel dat simpel is samen te vatten. Er zou beleid gemaakt kunnen worden tegen te goedkoop gemaakt gemakseten, maar daar hoeven we niet op wachten. Er is iets veel makkelijkers. Maak van zelf en samen koken theater, carnaval en meer leuks - een tijdverdrijf dat je met anderen kunt beoefenen en je zult zien dat we stukken gezonder gaan eten (en leven). De behoefte aan vermaak is immers groot.

Culischrijvers en -activisten krijgen van hem een subversieve marketingtaak: mensen aan het koken krijgen omdat het leuk is. De fout zit niet in de pakjes, bakjes en zakjes maar in het gebrek aan een leuker alternatief.

Er rest een vraag. Dat proberen culischrijvers - én zelfs beleidsmakers - al jaren, maar kennelijk haalt het weinig tot niets uit. Hoe komt dat? Anders gezegd: hoe laat je het wel succes hebben?

Bittman:
Political action would mean agitating to limit the marketing of junk; forcing its makers to pay the true costs of production; recognizing that advertising for fast food is not the exercise of free speech but behavior manipulation of addictive substances; and making certain that real food is affordable and available to everyone. The political challenge is the more difficult one, but it cannot be ignored.

What’s easier is to cook at every opportunity, to demonstrate to family and neighbors that the real way is the better way. And even the more fun way: kind of like a carnival.


Lee verder op de site van The New York Times