Het beleid en de macht van de verkoopkanalen is dominant ingericht op de andere richting: het moet juist wel goedkoper, anders kopen consumenten het niet.
Gisteren kwam er weer zo'n berichtje over Engeland: het biologisch landbouwareaal is vorig jaar met 8% gekrompen. Als zoiets ieder jaar gebeurt met dat volume, bouw je dus het hele productie-apparaat in zo'n jaar of 10 helemaal af.
De vraag stijgt. De supermarkten - in Engeland verantwoordelijk voor 76% van de verkopen - drukken de prijs waardoor de consumenten hun aankopen opvoeren en ..... de lokale boeren eieren voor hun geld kiezen en hun biologisch bedrijf opgeven. De boeren kunnen er niets meer aan verdienen.
Biologisch moet dus bioindustrieel worden (wat me uitstekend mogelijk lijkt). Natuurlijke teelt en ambachtelijke productie hebben maar één alternatief: zorgen voor een duidelijk herkenbare kwaliteit die zodanig is dat het publiek er voor wil betalen. Én voor een ander verkoopkanaal.
Het lijkt me in ieder geval een aardig onderscheid: biologisch vs natuurlijk.
Wouter, dergelijke clusters - die een heruitvinding zijn van de oude groentenboer, slager etc. - zijn inderdaad een mooi voorbeeld. One stop shopping, maar bij verschillende kassa's. Charmant, geen shop-in-shop (tot het moment dat teveel mensen zo gaan inkopen: dan sta je 4x in de rij en gaat de lol er weer af).
In Utrecht hangt de Twijnstraat tegen een dergelijke ontwikkeling aan. Toch wil die niet doorbreken: het publiek is te klein, cq. de ondernemers hebben onvoldoende vertrouwen.