Er bestaat Franse en Zwitsere Gruyère. De een kent wat strictere regels omtrent de herkomst van de melk, de ander rijpt wat langer. De een is AOP, de ander IGP. Ze delen over en weer wel plaagstootjes uit, maar vinden zich ook verenigd in een gezamenlijke strijd: de internationale bescherming van de naam Gruyère en het vergroten van de exportmogelijkheden. Samen maken ze één front, richting Amerika.

De officiële Europese keurmerken bestaan nog niet zo lang: in 2001 kreeg de Zwitserse Gruyère z'n AOC. In 2012 werd die omgezet in de huidige AOP (Appelation d'orgine protégée = beschermde oorsprongsbenaming ofwel BOB). De Fransen hebben in 2007 een aanvraag ingediend voor een Franse AOC-toekenning, die door het Franse ministerie is omgezet in een (Europese) IGP-aanvraag (IGP = Indication géographique protégée = beschermde geografische aanduiding, ofwel BGA). Deze is toegekend in februari 2013.

In Zwitserland mag kaas, gemaakt in vier kantons (Fribourg, Vaud, Neuchâtel, Jura) door 223 kaasmakers, zich Gruyère noemen. Zij produceren 29.000 ton per jaar. De Franse Gruyère komt uit Franche-Comté en de Savoie, wordt gemaakt door 9 kaasmakers (en 3 affineurs) en kent een opbrengst van 1.800 ton. De verschillen in het 'cahier des charges' van beide kazen zijn beperkt, al denken de kaasmakers zelf daar anders over. Het belangrijkste verschil zit 'm in de gaten in de kaas: voor de Zwitserse kaas zijn die 'gewenst', in de Franse Gruyère zijn ze verplicht. Een gatenkaas-geschil zal zich niet voordoen, want de Gruyèremakers aan beide zijden van de grens hebben een gezamenlijke tegenstander gevonden: de Amerikanen.

Amerikanen willen naar simpele, generieke benamingen van Europese kazen toe: Parmigiano Reggiano, Feta, Gruyère. Volgens het Franse vakblad Les Marchés Hebdo willen de Amerikanen dat om in de VS te kunnen produceren en die in de VS te verkopen, maar ook te exporteren. In die strijd doet de grootte van de gaten in de Gruyère er niet meer toe.

Fotocredits: Swiss cheeses, kaitlyn rose