Vanaf maart start er een nieuwe serie de Afvallers XXL in samenwerking met De Telegraaf en SBS6. Een en ander onder begeleiding van mijn alter ego, Dr Frank.
Ik pak zo’n serie aan omdat ik vind dat dit de manier is om het brede publiek te bereiken met de boodschap dat er wat aan te doen is. Je kunt afvallen. Maar wat doe je daarna? Hoe blijf je op gewicht? Daar moet je je leefstijl voor aanpassen.

Allemaal naar de dokter of psycholoog dan maar? Dat worden gezellig drukke wachtkamers. 1.8 miljoen mensen is obees (BMI boven de 30). Dat gaat niet werken. Zelfredzaamheid en weerbaarheid zijn het nieuwe medicijn. Niet alleen om af te vallen, want dat lukt meestal wel, maar ook om het jo-jo effect te voorkomen.
Als je afgevallen bent, moet je op gewicht zien te blijven. Hoe krijg je dat voor elkaar?


Dick Veerman van foodlog.nl sprak me er een tijdje geleden op aan: “Frank, jij hebt de sleutel tot het brede publiek in handen, gebruik die dan goed! Laat je publiek niet alleen afvallen, maar help het ook op gewicht te blijven.”

Misschien is de bestemming te ambitieus, maar niet geschoten is altijd mis. Daarom ontwikkelden we een plan. Ik wil het graag in dit draadje ontvouwen en hoor graag de mening van foodloglezers en public health specialisten over een aanpak op basis van Social Media, zoals twitter, Hyves, Facebook en MSN.

tijdbom
Overgewicht en obesitas zijn de tikkende tijdbom die onze kwaliteit van leven ingrijpend zal veranderen. Een reeks cijfers achter elkaar laat het zich rustig maar zeker voltrekkende drama zien. Toch voelen we de impact daarvan als maatschappij nog nauwelijks.

Het proces begon in de VS. Daar heeft inmiddels 66% van de volwassenen overgewicht, daarvan is 33% obees . Het aantal kinderen met obesitas is sinds de jaren 80 verdubbeld; voor adolescenten zijn de aantallen verdrievoudigd. Het percentage obese kinderen is afhankelijk van de leeftijd. In de leeftijdscategorie tot 5 jaar is 5% obees. In de categorie tot 11 jaar is 12,4% obees en in de categorie tot 19 jaar 17,6% .

In het Verenigd Koninkrijk heeft 67% van de volwassenen overgewicht; 23% is obees . Van de Engelse kinderen heeft 20% overgewicht . Via het Verenigd Koninkrijk bereiken Amerikaanse trends vaak Nederland. Mogelijk hebben deze cijfers dus voorspellende waarde voor onze BMI-cijfers. In Nederland kampt op dit moment op 53% van de volwassenen met overgewicht; 13% is obees. Voor Nederlandse kinderen ligt dit percentage op 18%.

De kans dat obese mensen type II Diabetes Mellitus ontwikkelen ligt 7 x hoger bij een bmi>40 dan voor personen met een normale BMI . De sterfte neemt toe met de BMI: voor BMI’s boven de 35 is de sterfte 2 maal zo hoog en voor een BMI boven de 40 is de sterftekans 2,5 maal zo hoog .
Allochtone kinderen in Nederland zijn 2x zo vaak te dik als Nederlandse kinderen , overgewicht komt veel vaker voor in de lagere socio-economische klassen
In ontwikkelingslanden waar Westerse lifestyles en eetpatronen doordringen doen zich dezelfde verschijnselen voor.

Overheid neemt geen verantwoordelijkheid
‘Vetbuik’ leidt tot tal van vermijdbare ziektebeelden, zoals m.n. type II Diabetes Mellitus en met dezelfde oorzaken samenhangende cardiovasculaire problemen, Niettemin rukken deze welvaartsziekten op. Mensen krijgen steeds jonger te maken met aan voeding en lifestyle gerelateerde ziektebeelden. Datvergalt hun leven en zorgt voor langdurig lopende medische, maatschappelijke en arbeidsrechtelijke kosten. De laatste twee in de vorm van arbeidsongeschiktheid en verzuim, de eerste in de vorm van chronische ziektebeelden die decennialang behandeling en begeleiding vergen.

Verzekeraars maken zich zorgen. Terecht. De overheid legt de verantwoordelijkheid bij burgers. Als die zorgen voor ‘vervuiling’ in de vorm van hogere ziektekosten, zullen ze daar zelf voor moeten betalen. In de praktijk zal deze situatie ervoor zorgen dat ziektekostenverzekeraars het probleem moeten oplossen. Zij zijn echter gebonden aan de maatschappelijke acceptatie van premieverhogingen. Daardoor ontstaat een situatie die vraagt om een nieuwe maatschappelijke en, vooral, heel zichtbare en voor gewone mensen relevant gemaakte oplossingen. Niemand kan het alleen.

Het is onethisch alle verantwoordelijkheid bij het individu te leggen
De context waarin consumenten zich bewegen is zo ingericht dat zij worden aangezet tot eet- en leefpatronen die hen steeds zwaarlijviger maken en die hen bovendien stimuleren tot steeds meer eten. De schuldvraag zoals de overheid die definieert wordt daardoor ethisch gezien irrelevant. Individuen eten en maken keuzen, maar iets dat sterker is dan hun zelfdiscipline en/of inzicht laat hen die maken.

Van individuen kan daarom niet verlangd worden dat ze zich verzetten tegen een alomtegenwoordig aanbod dat hen aanzet tot eten, het eten van bewerkt voedsel met een hoge acceptatie (hoog op smaak: zout, zoet en vet) en weinig beweging. De hang naar ‘fout eten’ – teveel, te weinig gevarieerd, teveel voedsel dat voor ons lichaam van nature een exceptionele ‘treat’ is - wordt via een dominant en algemeen reclamisch bepaald cultuurpatroon verder aangemoedigd.

We zijn zelf aan zet
En toch staat het er zo voor. De overheid doet en kan niks. Daarom moet afvallen leuk worden gemaakt en op gewicht blijven een way of life.

Nu het brede publiek inmiddels meer op internet zit dan de zgn. elite van de samenleving is de tijd rijp voor een social media aanpak. Die is goedkoop, bereikt iedereen altijd en overal en kan aansluiten bij de streepjescode-transparantie op voedingsmiddelen die eraan zit te komen. Met spannende apps zie je wat je koopt, registreer je wanneer je het eet, hoe je het klaarmaakt, hoe je het ‘doet’ volgens heel verschillende strategieën om op gewicht te blijven. Zo kan een netwerk ontstaan van honderdduizenden mensen die elkaar inspireren. Positief, over wat ze eten en hoe ze dat lekker maken. En ondersteunend. Ze houden elkaar in de gaten zoals familieleden en goede vrienden dat onderling doen. Dat helpt individuen wél hun eigen keuzen te maken vanuit een sociale context die hen wapent tegen de voortdurende aansporing tot onnodige consumptie.
Waar de overheid niets meer of te weinig doet, kunnen we maar beter bedenken dat we zelf aan zet zijn en een beetje beter op elkaar moeten letten.

Wat vindt foodlog van zo’n gedachte?