Zeventig procent van de Afrikaanse bevolking leeft van de verkoop van eigen landbouwproducten. De invoer van goedkope Europese producten verkleint hun afzetmarkt en dus hun inkomen. Door de stijgende import werden volgens ICCO 111.000 Afrikanen werkloos. De import van ingevroren kippendelen zorgde er volgens de organisatie voor dat kippenboeren in Kameroen, Senegal en Ghana hun bedrijven moeste sluiten. Maar ook maïsboeren, plukkers, slachtbedrijven en veeartsen verloren werk.
Van het vlees dat Nederland naar Afrika exporteert voldoet volgens ICCO 85% niet aan Europese normen. Dit is een bedreiging voor de gezondheid van Afrikanen. In het rapport van ICCO, ‘Voedsel bedreigd’, laat de organisatie zien dat de snelle handelsliberalisatie landen in sub-Sahara Afrika de afgelopen twintig jaar € 209 miljard kostte: hetzelfde bedrag dat de landen aan ontwikkelingshulp ontvingen.
De organisatie overtuigde met de start van de campagne op 21 mei een aantal kamerleden van de noodzaak zich in te zetten voor eerlijke handel. De handtekeningen die ICCO via de website ‘Aanpakkendiehandel’ inzamelt, wil de organisatie in september aanbieden aan minister Koenders voor Ontwikkelingssamenwerking en staatssecretaris Frank Heemskerk voor Economische Zaken.
bron: VMT
Fair trade helpt vaak wel degelijk de boeren in ontwikkelingslanden, al gaat daar natuurlijk ook wel eens iets mis bij. Op http://www.onzewereld.nl/index.php?id=2&command=bekijk&vormgeving=popup&config=newsflash&rec=9130 kun je lezen over een succesvol fair trade project. Het is een gelijkwaardige manier om met boeren in ontwikkelingslanden om te gaan: de boer levert een kwalitatief goed en duurzaam geproduceerd product en krijgt een eerlijk loon waarvan hij de dokter en de school van z'n kinderen kan betalen. Ontwikkelingslanden schieten er nog meer mee op als ze hun producten zelf kunnen verwerken (bv koffie branden) en zonder allerlei handelsbeperkingen op de Westerse markt kunnen brengen. Dat is tegen het eigenbelang van het Westen en zal dus niet zo snel gebeuren.