Pieter, welke aanwijzingen heb je dat fagen een zo groot risico zijn als je schetst in #1 ?
Theoretisch begrijp ik het. Zelfstandig levend spul in de natuur brengen, creëert zich zelfstandig ontwikkelende kansen voor dat spul. Het is niet anders dan bij bacteriën. Die vinden we per slot van rekening ook in resistente vorm in de laatste stukjes maagdelijk oerwoud omdat resistentie een natuurlijk fenomeen is.
Fagen en bacteriële plasmieden kunnen helpen met DNA uitwisselen en recombineren. Ik heb ooit in 1984 een scriptie geschreven over haloaromaatdegradatie waarbij de meest moeilijk afbreekbare stoffen door het opvoeren van de selectiedruk en het uitwisselen en recombineren van DNA eerst door consortia en later zelfs individuele stammen afgebroken bleken te kunnen worden. In de intensieve veeteelt ligt er een niche wijd open, de gestresste beesten, dicht op elkaar + ontstellend veel bacteriën in de stront. Beesten zijn vatbaar voor ziekteverwekkers, die ze nu met antibiotica proberen te onderdrukken. Zelfs als je een specifieke faag hebt tegen een specifieke ziekteverwekker hebt, hangt er bij het gestresste beest nog altijd een deur (wondjes, verstoorde darmwerking) door de stress uit het slot waar het lekkers (= eten voor de bacteriën) uit weglekt. Verminderde afweer. Met 1000 bacteriesoorten (en miljarden bacteriën per gram stront) plus nog wat fagen, die helpen met DNA-overdracht en met miljoenen kilo's kakkende beesten alleen al voor de BV Nederland kan je toch enigszins voorstellen dat de jackpot, de kans op SUPERBUG, toch wat sneller zal gaan vallen en de populatie en niet alleen die specifieke ziekteverwekker een andere manier vindt om bij al het lekkers te komen. In de voedingstak van Wageningen zitten echter geen microbieel ecologen (ze hadden voor microbiologie eerst een chemicus en nu een proceskundige als leidend hoogleraar) waardoor ze niet geleerd hebben in een ecologische context na te denken. Tragisch (Winclove en de dodelijke probioticatrial) was dat ze dat zelf niet voldoende door hebben en ze kunnen (Marcel Zwietering, een heel gunstige uitzondering) ook niet rekenen. Binnen het T(op?)IFN-programma heb ik al een voorbeeld dat ze er maar een factor 10,000,000,000 naast zaten. Dit soort fouten kan je je in dit onderzoeksprogramma echter niet accepteren. Ik heb een aantal jaren een college Preservation aan internationale Masterstudenten gegeven in Wageningen. Dat werd stiekem gestopt omdat ik de studenten in verwarring had gebracht omdat ik de waarheid (dat zijn niet mijn eigen woorden,maar van de begeleidende UD een paar jaar later) sprak. Dat geeft een beetje het niveau aan. Bij Unilever hebben ze mij als wetenschapsleider ooit door een Indiaan vervangen, die zelfs eiwitprecipitatie in microtiterplaatjes voor wonderbaarlijke groei van Staphylococcen kon aanzien, dus ook voor microbiologie Wageningen is er helaas nog geen hoop als R&D van Unilever (ooit vroeger wel wereldleider in voedingsmicrobiologie met keien als Grahame Gould, Tony Baird-Parker, Derrick Kilsby) naar de Food valley komt.