image
Preibloemen. Zij en hun verhaal doken per ongeluk op tijdens het diner van gisteravond.

In het gazon van een chique oud huis stonden verdwaald een paar preien. Zomaar. Onverklaarblaar, leek het.
Ze stonden in bloem, zoals die op de foto, want ze waren doorgeschoten. Ze bleken een overblijfsel van WO II in Noord-Frankrijk. De door oorlog platgelegde aanvoerlijnen van voedsel zorgden ervoor dat mensen weer zelf hun eten te gaan telen. De rijken, met personeel in huis, al helemaal want ze voelden de verantwoordelijkheid om voor de van hen afhankelijken te zorgen. Tuinen werden moestuinen en zagen er in hun nieuwe gedaante uit op om te vreten. Ik mocht de foto's zien.

Het gazon verdween uit de tuin. Toch namen ze ook een koe, geit of schaap. De familie van dit verhaal was van stand en nam een koe. Vette melk en boter waren immers nog niet in de ban. Het eetleven ging zonder al te grote problemen door. Tuinen bleken groot zat om de bewoners van het huis erbij te voeden.

Vader, een groot-industrieel, nam de koe uit wandelen. Hij liet hem uit zoals je dat doet met de hond. Alleen is de koe uitlaten zinvoller. Het dier at het gras langs de weg en op open plekken waar niks anders groeide dan gras.Ook al was er tussen jaren '40 en '45 van de vorige eeuw geen plantsoenendienst, als je doorfantaseert zie je dat iedereen zo bij kan dragen aan het onderhoud van stad, dorp en land. De gemeentebelastingen zouden omlaag kunnen. Het gezeur over CO2 en grazers zou stoppen, want dat 'langs de weg'- gras groeit toch maar voor niks en we zijn niet zo gek om een koe in onze kostbare moestuin te gaan houden.

Sterk verhaal?

Nee, het is de waarheid en de doorfantasie erbij is meer dan een dagdroom. Dat verzekerde m'n gesprekpartner, de dochter van deze vader. Het dorp waar ze woonden was even meer een gemeenschap en niet alleen vanwege de gemeenschappelijke vijand. Ze aten prima tijdens de oorlog en hadden geen dag honger, ook al kwam al het eten van dichtbij, kostte het geen cent en leverde het nog extra gemeenschapszin en pure lol om het zo te doen op ook.

Ik moest denken aan het nieuws van vorige week. Minister Ab Klink van Nederlandse Volksgezondheid vertelde dat etenswarenmakers gezonder moeten gaan produceren. Daar hebben ze - volgens hem dan - zelf baat bij omdat ze minder zieke werknemers en dus minder kosten krijgen. Zo'n sterk verhaal hoor je zelden. Is er echt geen beter punt te maken?
Waarom zouden bedrijven die de hele wereld voeden, gezondere producten maken voor het handjevol mensen dat ze zelf in dienst hebben? Die jongens willen meer baten en geen - betwijfelbare - verlaging van hun gezondheidskosten.Die jongens weten dat we sinds we eten gezond proberen te maken het aantal obesen schrikbarend is gestegen. Ik las bij Michael Pollan dat tussen 1977 en 1995 de gemiddelde Amerikaan zijn calorieen uit vet zag verminderen van 42% naar 35%. Ruim een derde van de Amerikanen is niettemin obees (BMI > 30). Het aantal jonge kinderen met obesitas verdubbelde, dat van iets oudere kinderen verdrievoudigde.
Weet Klink wat hij bedoelt met gezond? Als, zoals zo vaak, de VS onze voorbode zijn, moet hij nog eens goed nadenken. Niet voor niks komt Pollan en zijn stroom populaire 'ga weer zelf eten maken en verbouwen' boeken uit de VS, het land dat het industrie-eten groot maakte en meer vertrouwen had in eten uit de fabriek dan van het land. Zijn boodschap heel simpel samen te vatten: eten is eten, pillen zijn pillen. Hou op met het doen of eten iets medisch is want dan gaat het mis. Wel kun je weer je tuintje gaan doen. De fabriek heeft zijn geloofwaardigheid verspeeld met vals gebleken beloften van betrouwbaaheid en gezonde kwaliteit.

Meneer Klink, misschien moet u gewoon wat subsidie geven aan architecten die prachtige eetbare tuinen en parken in steden en dorpen tekenen. Wijken kunnen eetbare tuinen worden. Mensen snappen weer wat eten is en je hoeft er geen campagne-euro aan te besteden. De producten ervan zijn te koop bij winkels in de stad.Medelanders uit culturen die nog gevoel voor tuinen hebben en handelen in de vruchten daarvan, onderhouden ze, verwerken de producten en verkopen ze nieuwerwetse afhaaltoko's voor de luiwamessen onder ons. Witneuzen die mee willen helpen in de tuinen kunnen dat en krijgen korting. Reken maar dat er genoeg autochtone hulpjes zullen zijn. Ongemerkt gaan ze bewegen en hoeven er geen subsidies meer naar sportscholen en campagnes voor een dagelijks excessief en onsmakelijk half uurtje zweten op een loopband of roeimachine. De koe laten we uit, net als de geit en het schaap. We eten er matig van en komen dan aan een modern dieet dat volgens Pollan statistisch gezien het best voor ons is: echt eten, voornamelijk planten, niet te veel en zelfverbouwd zodat we er met respect mee omgaan en bewegen. WO II zorgde voor een gezondheidspiek, niet vanwege de tekorten, maar vanwege dat dieet. Daar lijkt het althans op.

Ik kon het niet helpen te denken dat dat helemaal niet zo'n gekke gedachte hoeft te zijn.

O ja, die subsidie. Een paar architecten zullen de hemel te rijk zijn met maar een paar ton. Projectontwikkelaars - met de staatsonafhankelijke liberale poen - staan te springen. Eindelijk weer onderscheidende bouw. Geweldig toch?

In Nederland staan vele miljoenen klaar voor anti-vet campagnes en andere zinloze gezondheidscampagnes.

De foto hierboven is van Eddy uit Vlaanderen, een ware foto-artiest met een prachtige collectie op Flickr. Zo kom je bij zijn werk en vind je het verhaal achter die preien.
Dit artikel afdrukken