Heetwaterbacterie
Hoofdonderzoeker Ainara Sistiaga analyseerde in het laboratorium plantenresten van 1,7 miljoen jaar oud, op zoek naar aanwijzingen voor de plotse klimaatverandering die zich destijds had voorgedaan. Ze zocht naar stoffen uit bepaalde vettige planten, maar vond ook moleculen die ze niet kon thuisbrengen. Dat bleken vetstoffen te zijn, die geproduceerd worden door een bepaalde bacterie, Thermocrinis ruber, die voor het eerst aangetroffen is in heetwaterbronnen in het Amerikaanse Yellowstone Park. Die bacterie groeit pas als het water heter is dan 80 graden Celsius.
Aangezien de Olduvaikloof een actief vulkanisch gebied was, is het niet vreemd te veronderstellen dat er heetwaterbronnen zijn ontstaan aan de oppervlakte. Het is goed mogelijk dat mensachtigen die daar leefden vlees van gejaagde dieren en in rauwe staat oneetbare knollen en wortelen kookten in het hete water. Ook is het denkbaar dat dieren in het hete water vielen en als 'kant-en-klaar-maaltijd' dienden voor de omwonenden.
Direct bewijs voor de prehistorische 'sous-vide'-bereidingswijze is er niet. De onderzoekers gaan nu op andere archeologische vindplaatsen op zoek naar vergelijkbare resten van heetwaterbronnen.
Vroeger dan vuur
“We kunnen in andere sites bewijzen dat er misschien warmwaterbronnen aanwezig waren, maar we hebben dan nog steeds geen bewijs voor de manier waarop de mens met deze bronnen omging. Dat is een kwestie van gedrag, en het begrijpen van het gedrag van uitgestorven soorten bijna 2 miljoen jaar geleden is erg moeilijk,” aldus Sistiaga in ScienceDaily.
Indien aangetoond kan worden dat de vroege mens zijn voedsel 1,7 miljoen jaar al kookte, zou dat een aanvulling zijn op de algemeen aanvaarde theorie van de Britse antropoloog Richard Wrangham. Hij beweerde, onder meer in zijn boek Catching Fire. How Cooking Made Us Human, dat (het brein van) de mens zich zo uniek heeft ontwikkeld door voedingsstoffen die gegaard en eetbaar gemaakt werden met vuur.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Mooi artikel om te lezen. Het verbreed het denken in en over onze geschiedenis.
Ik moet het wel eens zijn met Dennis. Dit artikel is een voorbeeld van hoe het kan gaan met jumping to conclusions. Ruimte voor 'ondertussenheid' van de vraag is er blijkbaar niet.
Waarom niet een alinea:
De per toeval gevonden bacterie: Thermocrinis ruber geeft aanleiding tot de volgende hypothese:
Als het zeer aannemelijk is dat er heetwaterbronnen aan het oppervlakte waren op locaties waar onze voorouders leefde reist de vraag of deze heetwaterbronnen gebruikt werden voor (andere) functies en doelen. Bijvoorbeeld het (aan)garen van vlees en/of groente. Reden voor onderzoek om deze hypothese verder uit te zoeken.
Waarom is aanleiding tot onderzoek van vragen geen nieuws meer. Waarom kan/mag dat geen status meer zijn in een project? Waarom dat jumping tot conclusions? Is zo'n (project)groep echt zo aandachtsgeil?
Elders op Foodlog staat te lezen: Trust me werkt niet meer > show me is de vraag die daar te lezen valt. Ik schaar dit als een voorbeeld daarvan onder.
Afsluitend: Again, leuk en informatief om te lezen dat er aanleidingen zijn om hierover na te denken / verder te onderzoeken.
Huib, mijn bezwaar is dat de manier waarop de resultaten van het onderzoek ingekleurd worden bepaalt hoe het opgepikt wordt. Kijk naar de kop van dit foodlog stuk: "Prehistorische mens ‘kookte’ mogelijk in heetwaterbronnen". Mensen die dat vluchtig lezen en alleen de kop zien, onthouden dát, niet de nuance, noch de feitelijke vondst. Dat is fijn voor de onderzoekers, ze krijgen aandacht en verhogen daarmee de kans op financiering van vervolgonderzoek.
Dit gedrag is alleen niet zo fijn voor de collectieve beeldvorming. Het beeld dat breedschalig naar buiten komt is níet dat er sporen van warmwaterbronnen gevonden zijn op plekken waar vermoedelijk in dezelfde periode mensachtigen leefden, nee het breed gedeelde beeld is de speculatie dat mensen daar dan misschien wel in gekookt hebben. Ja, en misschien hebben ze er ook wel hun fijngewoven kleding met Dreft in gewassen. Er is (ook voor dat laatste ;-) nul evidence voor.
Het resultaat van de manier waarop dit tegenwoordig gaat (mede gedwongen door de financieringsstructuur), is dat het langzaamaan geaccepteerd raakt om 'jumping to conclusions' toe te passen. Je ziet het terug in films en series, en nu dus ook in uitingen over vondsten van onderzoek. Het vormt de algemene houding, het maakt ons onoplettend en minder scherp.
Dennis, ik snap je bezwaar niet. Het onderzoek (en bovenstaand stukje) staat vol slagen om de arm en poneert alleen een voorzichtige hypothese. Uit de quote van de onderzoeker mag ook blijken dat uit de vondst van die warmwaterbacterie niets geconcludeerd kan worden. ‘Supporting the possibility’, veel voorzichtiger kan je het niet formuleren. Het onderzoek roept alleen maar vragen op, waarmee de onderzoeker direct aan de slag gaat. Dat lijkt mij correcte wetenschapsbeoefening.
Conclusie is niet helemaal het juiste woord misschien. Anderzijds, in de letterlijke zin van 'slotsom', past het bij de manier waarop de auteurs het abstract opbouwen en toewerken naar deze afsluitende zin: "The hydrothermal features and resources present at Olduvai Gorge may have allowed early hominins to thermally process edible plants and meat, supporting the possibility of a prefire stage of human evolution."
Punt is natuurlijk dat juist dat aspect puur suggestief is. Het siert een onderzoek m.i. niet om zover vooruit te lopen op wat er daadwerkelijk aan evidence is gevonden, al helemaal als dat de afsluiter in de samenvatting is.
Welke ‘conclusie’, Dennis #1?