CRISPR-Cas9 is pas enkele jaren geleden ontdekt, maar nu al niet meer weg te denken uit de zogenaamde life sciences. Het tijdschrift Science noemde de techniek eind 2015 ‘de doorbraak van het jaar’. De techniek maakt echter zoveel mogelijk dat we zowel menselijk, dierlijk als plantaardig leven fundamenteel kunnen veranderen.
Er is straks nauwelijks meer onafhankelijke deskundigheid om de praktische toelaatbaarheid van de technieken te beoordelenEthische kaders
Om die reden, zeggen de Gezondheidsraad en de COGEM, is nu de politiek aan zet om ethische kaders op te stellen. Het aanpassen van mensen vinden de organisaties het meest zwaarwegend. Ze signaleren het feit dat er nauwelijks meer deskundigheid is om de praktische toelaatbaarheid van de technieken onafhankelijk te beoordelen.
Ze formuleren hun advies aan de regering en politiek als volgt: Het meest prangende onderwerp is de mogelijkheid om eicellen, zaadcellen en embryo’s genetisch te veranderen. Met deze zogenoemde kiembaanmodificatie kunnen in principe erfelijke ziektes worden uitgebannen. Binnen de EU is dat verboden, maar hoe lang nog? Wat is wenselijk en wat ethisch toelaatbaar? Het is aan de politiek om de grenzen te bepalen.
Een ander belangrijk punt is de kennis over biotechnologie die in Nederland aanwezig is. Universiteiten, onderzoeksinstituten en bedrijven werken steeds meer samen, waardoor er minder onafhankelijke deskundigen zijn die nieuwe ontwikkelingen goed kunnen beoordelen. Het is van belang dat politiek en beleid zorgen voor behoud van onafhankelijke kennis over de biotechnologie.
Wiens intellectueel eigendom?
Ten aanzien van privacy en intellectueel eigendom is er behoefte aan duidelijkheid. Straks worden er grote hoeveelheden data – DNA-code, gezondheidsstatus –van patiënten verzameld. Maar van wie zijn die data, wie beheert ze en wie heeft hierover zeggenschap? Intellectueel eigendom speelt op een andere manier in de plantenveredeling. Door de opkomst van octrooien op planten en eigenschappen is vrije veredeling steeds minder goed mogelijk.
Nieuwe technieken zorgen voor verouderde wetgeving
Ten slotte is de huidige wet- en regelgeving voor genetisch veranderde organismen niet langer meer houdbaar. Met nieuwe technieken als CRISPR-Cas en RNA-i is bijna geen onderscheid meer te maken tussen producten van genetische en niet genetische gemodificeerde organismen, terwijl de wet- en regelgeving daarop wel is gebaseerd.
Politiek en beleid moeten nadenken over de koers die Nederland wil varen in al deze vraagstukken. Ze kunnen daarbij rekening houden met de internationale ontwikkelingen en afspraken maar hoeven die niet leidend te laten zijn.
Op Foodlog werd deze ethische kwestie enkele maanden geleden aan de orde gesteld door tuinder Jopie Duijnhouwer en veredelaar Hendrik Rietman.
Op 30 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Ik had het even gemist, maar op zich is het wel groot nieuws. Een nieuwe variëteit van een paddestoel die genetisch gemodificeerd is met gebruik van de CRISPR CAS technologie, valt in de VS niet onder dezelfde wetgeving als variëteiten ontwikkeld met traditionele GMO. Dat betekent dat nieuwe varianten van gewassen die met deze technologie ontwikkeld zijn zonder uitgebreide screening de markt op mogen. Monsanto heeft al een overeenkomst bereikt met Harvard en het Broad Institute mbt een licentie voor het gebruik van de CRISPR CAS techniek.
In de eerste alinea van mijn reply in 1, geef ik aan dat ik in het geheel tegen het bestaan van een dierenindustrie ben. Respect voor dieren, betekent wat mij betreft een geheel afzien van het gebruik van dieren door mensen. Koeien, varkens, kippen, geboren omdat mensen dat zo willen, opgesloten in stallen omdat mensen dat zo willen, vind ik respectloos. In een goede wereld bestaan geen gedomesticeerde dieren, omdat geen mens ze geboren laat worden. In de vrije natuur planten gedomesticeerde dieren zich minder voort, omdat hun genen (veel melk produceren of snel vet of groot groeien) evolutionair nadelig zijn. In een goede wereld leven dieren in de vrije natuur of op de grens daarvan waar mensen wonen, maar nooit in gevangenschap van mensen. Alleen dieren die vrij leven dus, en daarvoor zouden mensen respect horen op te brengen. Respect voor de zelfredzaamheid van deze dieren en voor hun leefgebied. Daarom geen geknoei met de genen van dieren die vrij leven, en minimale verstoring van het gebied waar deze dieren wonen en hun eten verzamelen. Mijn reply in 1 gaf Frank ook al vraagtekens. Blijkbaar is wat voor mij vanzelfsprekend en helder is, dat voor andere lezers niet.
CRISPR-Cas9 toestaan voor de periode dat de dierenindustrie nog bestaat, omdat in het domesticatieproces genetische foutjes zijn geslopen door te nauw fokken, vind ik een verkeerd principe. Dat helpt deze dieren niet aan genen waarmee ze zelfredzaam zouden zijn in de natuur. Zolang de dierenindustrie, godbetert, nog bestaat, fok dan met dieren die precies de genen hebben van de oorspronkelijke wilde dieren: het Wilde Zwijn, het Bankivahoen, het Oeros (of wat daar het dichtst bij komt).
CRISPR-Cas9 is door mensen bedacht. Goed geïnformeerde mensen kunnen besluiten of ze CRISPR-Cas9 op zichzelf of voor hun kinderen willen toepassen.
@Enno Krol #1, ik vind het een beetje raar om in de dierenindustrie, waar het gaat om gedomesticeerde dieren, te praten over "zelfredzaamheid van dieren". Hoe stel je je dat in vredesnaam voor? Een koe die in de wei loopt en teveel klaver binnenkrijgt (dat gebeurt!) kan zichzelf van trommelzucht genezen? Gedomesticeerde dieren zijn van de mens afhankelijk voor hun overleving, zelfs buiten legbatterijen en varkensfabrieken. In het domesticatieproces zijn ook vaak genetische foutjes geslopen door te nauw fokken, en die schade, veroorzaakt door de mens, zouden we best met CRISPPR etc op kunnen lossen.
Harold,
Wat bedoel je precies met "kennis voor de toekomst die in de maatschappij zit"?
Harold, de communities die je schetst zijn allemaal op hun manier een meer of minder complete en meer of minder intelligente Muppet Show. Volstrekt eens dus.
Hoe zou jij het opzetten en waarin verschilt dat van een opinie-marktonderzoek?