Prevotella
Petersen, micro-biologisch onderzoeker en mountainbiker, deed zelf een poeptransfusie en vroeg zich af of dat haar prestatie verbeterde. In het kader van het Athlete Microbiome Poject verzamelde ze poepmonsters bij topatleten en vergeleek de microbiële samenstelling daarvan met die van recreatieve sporters en niet-sporters. Peterson concludeerde dat met name de bacteriestam Prevotella typisch is voor de darmen van topsporters. Bij de recreatieve sporters kwam deze bacteriestam bij ongeveer de helft voor in het microbioom. Van de niet-sporters had nog geen 10% Prevotella in zijn of haar darmen.
Spierherstel
Prevotella produceert aminozuren in de darm die essentieel zijn voor goed spierherstel. Maar zijn het topsporters omdat ze spierherstellers in hun darmen hebben, of hebben ze de bacteriën omdat ze topsporter zijn? Die vraag is nog niet te beantwoorden. Mogelijk heeft een poeptransfusie positieve effecten voor couch-potatoes, maar floreren bij een betere getraindheid vanzelf andere bacteriestammen in de darm.
Het onderzoeksresultaat van Peterson is niet gepubliceerd. Mocht 'poepdoping' toch de toekomst worden dan biedt het voorlopig alleen een uitkomst voor atleten waarbij sprake is van een medische noodzaak. Alleen dan kan men een poeptransfusie doen (zoals bij Peterson, die aan Lyme lijdt). Geïnteresseerde topsporters kunnen een bijdrage leveren door hun potje poep op te sturen naar het onderzoekslab in Connecticut.
Op 30 november krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Wouter,
De samenstelling van de darmflora is niet constant is en afhangt van allerlei externe en interne factoren. Dat levert m.i twee problemen op. Ten eerste, zou een vergelijking van de flora van mensen met een soortgelijke levenswijze (fanatiek sporter, altijd drukke chirurg, tuinman) wel eens vooral overeenkomsten opleveren die samenhangen met .... de soortgelijke levenswijze. Ofwel, het hoeft nog niet te betekenen dat een specifieke flora oorzaak is van de desbetreffende levenswijze of de gezondheid van zo'n groep.
Het is dan de vraag of een transplantatie naar iemand met een totaal andere levenswijze, die daar niets aan veranderd, zal leiden tot eenzelfde gezondheid als van de donor. In de ontvanger zal een nieuw evenwicht ontstaan die mede door zijn levenswijze wordt bepaald.
Ten tweede, als er overeenkomsten worden gevonden op bacteriesoortniveau, wil dat nog niet zeggen dat die ene soort bij een andere persoon hetzelfde effect heeft. Ik vermoed dat het gaat om de hele microbioom leefgemeenschap, inclusief de darmwand en immuunsysteem van de gastheer. Een enkele bacteriesoort toevoegen aan een andere gemeenschap, levert misschien een heel ander effect op. Poeptransplantie komt nog het dichtst in de buurt van het overzetten van de hele microbioom leefgemeenschap, maar vooralsnog zijn er vooral veel vraagtekens over hoe dat precies werkt. Gezien de absurde complexiteit is het de vraag of die vraagtekens ooit ingevuld kunnen raken (zelfs over 30 jaar).
Voordat je dus aan zo'n 'vergelijkend warenonderzoek' begint, zal je jezelf de vraag moeten stellen wat je hoopt te vinden, en hoe je bestaande eigen ideeën zullen bijdragen aan de conclusies die je uit je vondsten zal trekken. Als je denkt in één op één relaties, zal je ook één op één relaties zien in de data.
Er worden nu al poeptransplantaties ingezet tegen obesitas en lastige multiresistente Clostridia.
Ook worden er "transplantaties" uitgevoerd bij mensen met okselgeur. Om nog maar enkele van de waarschijnlijk talloze toepassingsmogelijkheden in de toekomst te noemen...
Uiteraard is de commercie ook al op Petersen's verhaal ingesprongen.
Controlerende instanties gaan na de homeopathie en Yakult, veel werk krijgen aan de claims van dit soort producten.
Dennis, als (zoals je durft te wedden, dat) 'al die factoren elkaar beide kanten op beïnvloeden' is het niet zo gek te denken dat ook enige invloed kan worden uitgeoefend van buiten af.
Ooit is in Nederland een geleerde verguisd, Buikhuizen, die hersenonderzoek voorstond om er achter te kunnen komen of bepaald (ongewenst) gedrag te voorspellen zou kunnen zijn.
Darmbacterieonderzoek is minder beladen.
Bovenstaand bericht laat zien dat onderzoek naar darmbacterien verrassende verschillend kan laten zien. Dan nog te weten zien te komen wat die verschillen verklaren, wat ze betekenen en wat er mee te doen. Over dertig jaar.
Wat zouden we daar van leren Wouter?
In Nature stond een paar jaar geleden een prachtig artikel dat liet zien dat wat we eten een enorme invloed heeft op de darmflora, en dat die flora heel snel verandert als het voedingspatroon verandert. Ik durf te wedden dat dat niet alleen voor voeding geldt, en dat al die factoren elkaar beide kanten op beïnvloeden.
Poep- en zelfs piskijken komt vast weer helemaal in. Ik herinner me nog altijd de scène uit Bertolucci's The Last Emperor waarin de kamerheer de poo van de keizer besnuffelt. En natuurlijk ging dat niet om de poep maar om wat die te vertellen heeft over de darmen. En wij maar denken dat we het over vetten en koolhydraten moeten hebben.