De Amerikaanse kippenhouderij kenmerkt zich door een bijzonder uitbetalingssysteem: het tournament payment system. De productie is vrijwel volledig verticaal geïntegreerd. Dat betekent dat de primaire afnemers van de kippen - slachters en verwerkers - eigenaar zijn van de kippen en van het voer. Zij zetten kippen uit bij de boeren, die niet meer hoeven te doen dan de aangeleverde kuikens op te fokken met het aangeleverde voer. Boeren die de meest efficiënte voerconversie voor elkaar weten te krijgen, worden daarvoor beloond. De kipproducenten betalen de efficiëntste boeren een bonus. Minder presterende kippenboeren krijgen minder uitbetaald, of minder kippen geleverd om op te fokken.

Concurrentie
In zijn boek The Meat Racket beschrijft onderzoeksjournalist Christopher Leonard de nadelen van het tournament system. Boeren worden er door gedwongen met elkaar de concurrentie aan te gaan. Om zo efficiënt mogelijk te werken, moeten ze continu groeien en veranderen. Voor de financiering daarvan moeten ze bij de bank aankloppen. Gaat het dan niet goed, of doen anderen het inmiddels nog weer beter, dan komen ze in de knel en gaan ze over de kop.

Om zo efficiënt mogelijk te werken, moeten boeren continu groeien en veranderen. Voor de financiering daarvan moeten ze bij de bank aankloppen. Gaat het dan niet goed, of doen anderen het inmiddels nog weer beter, dan komen ze in de knel en gaan ze over de kop.
Wachtlijsten
Experts uit de kippenindustrie en landbouweconomen stellen dat het tournament system meer voor- dan nadelen heeft. Tom Vukina, van de North Carolina State University, noemt Leonards conclusies 'pure poppycock'. "Hoe kan het anders dat deze oplichterij niet algemeen bekend is, hoe kan Tyson [een van de grootste kipproducenten, red.] er ieder jaar nieuwe kippenfokkers bij krijgen en dat al bijna 50 jaar lang?" Als de beschreven praktijk regel zou zijn, en niet de uitzondering, zouden de meeste kippenboeren failliet gaan. Dat strookt niet met de wachtlijsten die de grote kipproducenten hanteren.

Vukina stelt dat het merendeel van de boeren wel garen spint bij het tournament system. Het is voor de kipproducenten eigenlijk het enige systeem waarmee ze in staat zijn 'hun' boeren - die hun kippen en hun voer in handen hebben - te motiveren zonder dat ze continu moeten of kunnen monitoren. Ook consumenten zijn er blij mee, want het biedt ze goedkope kip van een consistente kwaliteit in de winkelschappen.

Nadelen
Waar wringt dan de schoen? In de praktijk blijkt dat de meeste boeren niet van kippen alleen kunnen leven. 'Modale' boeren doen er allemaal wat naast: akkerbouw, een tweede baan of een buiten de deur werkende echtgenote. Door de geïntegreerde keten heeft de boer geen grip op zijn eigen productie en ook niet op het markt- en prijsspel. Hij krijgt immers gewoon een aantal door de producent bepaalde kippen geleverd. Bovendien blijkt het tournament system in regio's waar 4 of meer kipproducenten actief zijn, de boer meer geld (tot wel 8% meer) op te leveren dan wanneer er maar 1 of 2 zijn. In ongeveer de helft van de Amerikaanse staten is dat laatste het geval.

Transparantie
Grist stelt de problematiek aan de orde om te weten te komen hoe het nu echt zit. Er zijn namelijk nauwelijks cijfers voorhanden. Door de geïntegreerde ketens en het tournament system blijven volumes en geldstromen onzichtbaar. "De regering zou meer transparantie kunnen eisen, of een paar sleutelbedrijven zouden transparant kunnen gaan opereren om te laten zien dat zij hun boeren niet uitmelken. [..] Als er sprake is van een echt probleem, krijgen boeren en bedrijven door transparantie de informatie om dat op te lossen. En als de kippenboeren-crisis alleen maar rook is en geen vuur, zal transparantie ook dat aan het licht brengen", besluit Grist zijn oproep.

En in Nederland?
Hoe zit het in ons land? In 2013 publiceerde de RIDLV het rapport Kip, het meest complexe stukje vlees. Daaruit moest blijken dat heftige concurrentie de marge uit de keten, maar met name uit de kippenhouderij zelf heeft verjaagd. Dat zou ervoor zorgen dat vernieuwing richting kwaliteitsverbetering niet meer mogelijk is. Ook in Nederland zou alleen nog maar op efficiency kunnen worden geconcurreerd. Wij hoorden destijds van een kippenintegrator - een bedrijf dat zijn afnemers een constante en hogere kwaliteit garandeert door alle stappen in de keten te coördineren en controleren - dat dit beeld niet klopt. Juist boeren die in ketens opereren zouden geen last hebben van het door de RIDLV geschetste beeld.

Daarom aan Nederlandse vleeskuikenboeren twee vragen: is de productie van kip in Nederland vergelijkbaar met de VS en klopt het dat integraties juist voordeel voor de boer opleveren?

Fotocredits: 'Chicken house', Lee Cannon
Dit artikel afdrukken