Afgelopen week was er veel publiciteit over de nieuwe campagne van Varkens in Nood over de toename van dode biggen. De video over het doden van biggetjes bracht veel emoties teweeg bij zowel burgers als varkenshouders. De varkenshouders leden in stilte.
Te vaak zijn er teveel piepkleine biggetjes bij. Daardoor zijn ze minder sterk en kunnen ze minder snel een speen bemachtigen. En als ze er al komen, liggen ze aan de achterste speen. Doordat ze later biest krijgen, koelen ze sneller afPiepkleine biggen
Hoewel het doden van kleine biggetjes akelig is, is het niet de kern van het probleem. De kern van het probleem is dat de fokkerij niet meer in balans is. Er worden te grote tomen met biggetjes geboren. Daarbij zijn er meer dan vroeger biggetjes die een te laag geboortegewicht hebben. In principe moet de zeug alle biggetjes die ze werpt ook kunnen grootbrengen. Dat betekent dat de biggetjes wel levensvatbaar moeten zijn, maar te vaak zijn er teveel piepkleine biggetjes bij. Bij de geboorte zijn ze al gedoemd te sterven.
Dat komt omdat die piepkleine biggen van minder dan een kilo geboortegewicht een slechte start van hun leven hebben. Ze zijn te klein. Daardoor zijn ze minder sterk en kunnen ze minder snel een speen bemachtigen. En als ze er al komen, liggen ze aan de achterste speen. Doordat ze later biest krijgen en koelen ze het meest af. Dat zorgt voor een slechte start. Ze kunnen doordat ze kleiner zijn niet goed concurreren met hun sterkere broers en zussen. In de natuur noem je dit ‘survival of the fittest’.
Om het directer te zeggen: als je niet genoeg biggen per zeug groot brengt, dan zegt de bank het vertrouwen in je op en kun je als boer stoppen. We zien dat in deze crisis ook weer gebeurenRatrace en de bank
Dat op zich is de harde realiteit van de natuur. Maar als we dat bij landbouwhuisdieren laten gebeuren, dan doen we iets fout. Fokkerijorganisaties hebben de nadruk teveel gelegd op het fokken van steeds meer biggen. Ze hebben te weinig gelet op de levensvatbaarheid van de big en het goed en haalbaar moederschap bij de zeug.
We kunnen er niet om heen dat ook bij de varkenshouders zelf ‘survival of the fittest’ speelt. Als je niet meekunt met de technische resultaten op je boerderij, verdwijn je uit de markt. Om het directer te zeggen: als je niet genoeg biggen per zeug groot brengt, dan zegt de bank het vertrouwen in je op en kun je als boer stoppen. We zien dat in deze crisis ook weer gebeuren. Als boer kun je je niet ontworstelen aan deze ratrace.
Varkens fokken in balans
Je kunt je er niet aan ontworstelen als je op de ‘oude’ manier door blijft gaan. Als je verandert, zijn er wel kansen. Veranderen lukt alleen als je gaat samenwerken in de hele varkensvleesketen van boer tot winkelvloer. Want waarom zouden Lidl, Plus, Jumbo, Vomar, Poiesz of AH niet mee willen doen aan zo’n keten waar iedereen (big, boer, retailer, consument) beter van wordt? Ik neem aan dat zij de negatieve maatschappelijke discussie over een voor hen belangrijk product als varkensvlees niet fijn vinden en graag willen dat het anders zou zijn.
We moeten het oude actieplan weer oppakken. Het onderwerp biggensterfte – ‘varkens fokken in balans’ - moet nadrukkelijk op de agenda en blijven. We moeten niet bang zijn om moeilijke onderwerpen als biggensterfte voor het daglicht te brengen. Wees er maar eerlijk over dat het een dilemma is maar wel moet worden opgelost. Als varkenshouders er schuchter over doen, zien anderen het dilemma nooit en kunnen ze ook niet meehelpen het op te lossen.
Klaar mee
Er moet een tandje bij. Het Nederlandse plofvarken moet een omfietsvarken worden. Een varken met goede moedereigenschappen, met minder sterfte van biggetjes en ook nog eens lekker. Dat moeten we verder gaan ontwikkelen. Supers en andere retailers, doen jullie mee? Als jullie meedoen, komen de slachters en de boeren vanzelf. Ik begin alvast, want ik ben er ook helemaal klaar mee!
Fotocredits: Piglet Pile, jennicatpink
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
@Annechien:Zoals er ook paardenfluisteraars zijn, en ene mevrouw Temple de taal van koeien verstaat, lijkt mij de stap naar varkensfluisteraar niet groot, dierethologen zijn hard op weg trouwens: luisteren naar de knorgeluidjes van zeugen met kleine gemiddelde en te grote tomen, een nieuw studiegebied voor Animal Science, ipv al dat doorgedraaf op de produktie- en efficientieweg (anders moeten ze zich Dierlijke Produktie noemen, was dat trouwens niet hun oude naam??). Ik lees trouwens vandaag toevallig dat men ook bij schapen een veel-lammer-gen heeft ingebouwd, het Boorola-gen, ook met verhoogde lammersterfte tot gevolg, het moet niet veel gekker worden met dat gefok! Houdt dat nooit eens op???
Jopie, degenen die de risico's dragen moeten kunnen meebeslissen over risicovol bankieren. Als je als CEO de risico's die je bedrijf loopt niet begrijpt, dan klopt er iets niet. Als de risico's van een bank op de samenleving kunnen worden afgewenteld, dan moet er toezicht zijn. Maar dat moet gebeuren door mensen die snappen wat er gebeurt, anders heeft het geen enkele zin.
Ik vind niet dat de samenleving alleen bestaat uit nitwits en beroepszeikerds. Die zijn er wel, en dat zijn degenen die je het meest hoort, ook omdat die twee eigenschappen vaak in één persoon verenigd lijkt te zijn. Maar die vertegenwoordigen niet de hele samenleving, sterker nog, maar een klein deel. Als je die laat meepraten over bijvoorbeeld wat voor varken je wilt maken, moet je niet het idee hebben dat je de onvrede in de samenleving aan het kanaliseren bent. Je bent dan alleen een groep mensen die zichzelf graag hoort praten aan de het werk aan het houden. Vind ik prima, maar ik denk niet dat een sector er veel mee opschiet.
Ik denk wel dat elke sector rekening moet houden met de wensen van de samenleving. Maar dat zijn niet de wensen van de groep met de grootste mond en de meeste tijd. Dat onderscheid moet je wel maken.
Jopie, ik heb het al eerder gezegd, ik constateer vaak alleen dingen. Dat wil niet zeggen dat ik ze goedkeur.
Ik probeer discussie te krijgen door zaken wat scherper te stellen, dat helpt bij het elkaars standpunten helder krijgen.
Voor alle duidelijkheid, ik ben geen voorstander van korte termijn denken. Ik vind dat iedereen rekening met elkaar en de aarde moet houden. Ik help oude dametjes oversteken, scheld alleen in de auto als niemand het hoort, gooi geen rommel op straat, probeer zo weinig mogelijk te vliegen, en teel mijn bloemen op een manier waarop ik het milieu en de omgeving zo weinig mogelijk probeer te belasten. En ik mag graag een scherpe discussie voeren, want ik heb een hekel aan aan politiek correct geleuter.
@Henric, #16, zullen we het riskant bankieren dan ook ook weer overlaten aan een paar nerds? Want dat zijn de enigen die complexe financiële produkten echt doorgronden. Volgens Joris Luyendijk heeft zelfs een CEO geen sjoege van wat de bank verkoopt.
En, #18, om wantrouwen te kanaliseren is de markt uitgevonden. Juist, en die markt is amoreel. Dit weekend staat er mooi artikel over dit onderwerp in Trouw .
"Alles wat economisch uitkan en niet verboden is, gebeurt" schreef je al eerder. Dat klopt, maar het is bij uitstek korte termijn denken, in de trant van: na ons de zondvloed. Voor een sector die verder denkt, zul je de voeling met de maatschappij moeten houden, ook als die in jouw ogen bestaat uit nitwits en beroepszeikers. Wat overigens een wat cynische kijk is op het verschijnsel betrokken burgers.
#23 Het lijkt me lastig om het varken zelf inspraak te geven. Dat kan alleen als ze vrij in de natuur rond lopen en dat is nu eenmaal niet het geval in de houderij.
Ik denk dat transparantie naar de maatschappij over hoe er gefokt wordt, al veel doet. Dan kan toch ieder die dat wil meepraten. Dat is ook de reden waarom ik er hier over praat.