Geachte landbouwministers,
Ons voedselsysteem hapert. In Europa produceren boeren melk onder de kostprijs. Terwijl de voedsel-industrie steeds meer high-tech en kostenefficiënt wordt wankelen de landbouwers en veetelers. In onze straten en winkels is de paradox van het huidige voedselsysteem meteen zichtbaar: voor extreem weinig geld worden dromen van groene weilanden, blakende koeien, schitterende varkens en wuivende graanvelden verkocht, terwijl boeren overal in Europa knokken om hun bedrijf overeind te houden.
Sexy high-tech
Nederland wil en kan zich de komende tijd manifesteren als een van de voorlopers in de high-tech voedselproductie. Deze week komen de Europese landbouwministers in Eindhoven bij elkaar. Rond deze Landbouwraad zullen ze zich onder aanvoering van Martijn van Dam vergapen aan extreem efficiënt geproduceerde paprika's en tomaten. Ze kijken onder meer naar slimme drones die tot op de druppel nauwkeurig planten laten groeien, het gebruik van gewasbescherming minimaliseren en water efficiënt weten te gebruiken. Innovaties die zonder twijfel de manier waarop we in Europa voedsel produceren en consumeren drastisch gaan veranderen. Zoals ook de introductie van tractoren, kunstmest en gewasbescherming, en de verbetering van de ruimtelijke productieomstandigheden het landbouwbestel van na de Tweede Wereldoorlog op zijn kop zette, toen de Nederlandse boer Sicco Mansholt de basis legde voor de gemeenschappelijke Europese landbouwpolitiek zoals we die nu kennen. Onder het motto 'nooit meer honger' ontwikkelde Mansholt in Nederland een landbouwbeleid dat de productiviteit van de sector moest verhogen en het welzijn van de boeren moet verbeteren. Toen Mansholt in 1958 aantrad als eerste Europese landbouwcommissaris fungeerde zijn succesvolle beleid als model voor Europa. Zijn gemeenschappelijke landbouwbeleid werd zelfs de motor achter de Europese eenwording.
Obscene overvloed
Nu, 40 jaar later heeft 'Nooit meer honger' geresulteerd in 'altijd goedkoop eten' – en dat komt tegen een prijs
Mansholts bestel had een keerzijde. Schaarste veranderde in obscene overvloed. De moderne landbouw had een vernietigende aanslag gepleegd op de natuur. Aan het einde van zijn carrière voorzag Mansholt de negatieve bijeffecten van zijn levenswerk. In een alarmerende brief aan de voorzitter van de Europese Commissie riep hij in 1972 op tot radicale verandering van het beleid, nodig om de explosief groeiende wereldbevolking op een duurzame en rechtvaardige manier van voedsel te kunnen voorzien. Hij ontving nooit een antwoord, en werd weggezet als ideologische hippie.
Nu, 40 jaar later heeft 'Nooit meer honger' geresulteerd in 'altijd goedkoop eten' – en dat komt tegen een prijs. Ook is het zwaartepunt in het bestel veranderd: niet de boeren vormen de basis van het bestel, nu zijn het inkopers en verwerkers die de dienst uitmaken en de prijzen bepalen. In sommige landen is het platteland ontzield; multinationale ondernemingen kopen grote stukken land op en vervangen de boer voor de loonwerker, vaak goedkope seizoenswerkers uit Oost-Europa of Azië. De consument ondertussen ziet die voortgaande uitholling van het platteland niet. De relatie tussen stad en platteland is verbroken. Maar wat voor gevolgen heeft het als dit systeem van overproductie en onderbetaling instort en de boerenstand verdwijnt? Ondertussen woedt houden wetenschappers, opiniemakers, beleidsmakers en boerenvertegenwoordigers zich bezig met een vruchteloze discussie over welk landbouwmodel ‘het beste’ zou zijn. Vanuit de dogmatische loopgraven wordt een schijntegenstelling gecreëerd tussen ‘groot’ (geassocieerd met technologie) en ‘klein’ (geassocieerd met valse romantiek). Zo dreigt het momentum voorbij te gaan, en Mansholts doemscenario werkelijkheid te worden.
Zo dreigt het momentum voorbij te gaan, en Mansholts doemscenario werkelijkheid te wordenEen nieuw Groot Verhaal
Dat er een omslag plaats moet vinden, is vandaag de dag wél iedereen het over eens: van boeren tot beleidsmakers, van politici tot bedrijfsleven en burgers. En net als de Europese landbouwpolitiek de basis legde voor de Europese samenwerking na de Tweede Wereldoorlog, zou een geïntegreerd, en op morele basis gestoeld landbouw- en voedselbeleid het haperende Europese project een nieuw elan kunnen geven. Een Groot Verhaal waarin high-tech en voedselinnovaties de motor zijn achter familiebedrijven en voedselproducenten, met aandacht voor het lokale, de bodem, de natuur en het landschap en haar relatie met de stad. Een Groot Verhaal ook, waarin boeren als belangrijke maatschappelijke factor worden gezien, niet louter als producent of loonarbeider op het eigen bedrijf. Een voedselbeleid dat niet alleen economische zaken beslaat. Een voedselbeleid waarin nieuwe en 'hippe' fenomenen als urban farming, korte ketens, en slow food worden geïntegreerd en niet tegengewerkt. En ook een voedselbeleid dat verder durft te kijken dan de Europese grenzen alleen.
In de geest van Sicco Mansholt roepen wij u op dit momentum aan te grijpen en te werken aan het landbouw- en voedselbeleid waarin1) high-tech innovaties en voorop lopende boeren de ruimte krijgen voor ondernemerschap, maar waarin ook 2) volop ruimte is voor familiebedrijven die produceren, natuur en landschap beheren en de afstand tussen voedselproducent en consument kunnen verkleinen, zo nodig ondersteund door de overheid. 3) dat alle research en innovatie wordt gericht op een ‘schone’ landbouw, oplossingen voor klimaat- en energieproblematiek, gezonde voeding en een vitaal platteland. Landbouw op basis van gesloten biologische kringlopen, echte duurzaamheid waar momenteel geen enkel model van landbouw nog een antwoord op heeft. Dit alles vraagt om een sterke samenwerking tussen de Europese lidstaten. Het Europa van de twintigste eeuw werd gebouwd op de landbouwpolitiek. Landbouwministers, geef het Europa van de eenentwintigste eeuw nieuw elan met het Gemeenschappelijk Duurzaam Landbouw- en Voedselbeleid.
Mede namens 2500 jonge boeren en voedselprofessionals uit 120 landen die vorig jaar bijeen kwamen in Milaan,
- Guus Beumer (directeur Het Nieuwe Instituut)
- Joris Lohman (bestuurslid Slow Food International)
- Jan Huijgen (boer, filosoof, winnaar van de Mansholt Prijs)
- Carlo Petrini (oprichter Slow Food, winnaar van de Mansholt Prijs)
- Joszi Smeets (directeur Youth Food Movement)
- Piet van IJzendoorn (voorzitter Vereniging BioDynamische Landbouw en Voeding)
- Bert van Ruitenbeek (directeur Ecominds)
- Debra Solomon (Urbaniahoeve)
- Jack Stroeken (voorzitter Slow Food Nederland)
- Wouter van der Weijden (directeur Stichting CLM)
The New Mansholt Letter is een initiatief van Het Nieuwe Instituut in samenwerking met Slow Food. Voor interviews en achtergronden: The New Mansholt Letter.
Op 31 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Net wat je zegt Jopie, een grootbedrijf KAN het beter doen qua milieu,helaas, Koreaanse en Chinese bedrijven hebben 1000en has in Madagascar opgekocht of geleased en daar als eerste (want minder eco minded en bomen verstoren de banen van de mobiele irrigatieapparatuur) alle majestueuze baobab bomen omgewerkt (zouden de kleine boertjes nooit doen, want gebruiken de vruchten het blad en zelfs de bloemen ervan, een ook voor ons potentieel superfood, "more powerfull than goji berries"). Gelukkig is de bevolking daar in opstand tegen deze kaalslag gekomen, en met sukses (zelfs in Afrika kunnen de kleintjes het dus soms nog wel eens winnen vd grote jongens, Mansholt zou glimlachen in zijn graf, de late Mansholt dan natuurlijk, niet die jonge doordouwer).Verder helemaal eens, een enkel spoor en niet halfslachtig de kool en de geit willen sparen, ook prof Goewie hamerde steeds weer op dat drastisch minderen van middelen tegen kleine oogstderving.
Door de kool en de geit te sparen verwatert het Grote Verhaal. Dat Grote Verhaal zou het derde punt aan het eind van de brief kunnen zijn, kiezen voor een schone duurzame landbouw met drie uitgangspunten:
1 voedselzekerheid op regionaal nivo (regio's zijn dan continenten of delen daarvan, zoals Oost Afrika, Zuid Azië)
2 geen omzetting van natuur in landbouw; wel zoveel mogelijk gedegradeerde gebieden omzetten naar natuur
3 drastisch bezuinigen op schaarse grondstoffen als water, fosfaat en fossiele brandstof
De directe gevolgen van zo'n beleid in nederland zijn een sterke reductie van vleesproduktie (50-70%), betere zorg voor de bodem, en het afbouwen van landbouw in marginale gebieden (veenweide gebied, arme zandgronden) en een stop op nieuwe glastuinbouw, tenzij ze aantonen dat langs bovenstaande meetlat goed scoren.
De bedrijfsschaal draagt weinig bij aan deze uitgangspunten, familie bedrijven hebben halve continenten verwoest, Madagascar is een ecologische ramp uitgevoerd door bedrijfjes van een paar hectare. een Ot en Sien bedrijf moet al zijn grond maximaal ( en dat is lang niet altijd optimaal) exploiteren en kan er niet voor kiezen om een kwart of een derde terug aan de natuur te geven. En bedrijf van 3000 ha in Madagascar kan er wel voor kiezen om de meest gunstige delen te gebruiken voor landbouw en de minder optimale terug te geven aan de natuur, dat is voor zo'n bedrijf bedrijfseconomisch de slimste keuze. Een Ot en Sien bedrijf heeft geen keus.
Nieuwe technologie kan buitengewoon positieve en sterk negatieve effecten hebben op bovengenoemde uitgangspunten. Technologie moet zich niet richten op meer produktie door de inzet van nog veel meer energie, met Urban Farming of klimaatcellen als het voorlopige dieptepunt, maar moet zich richten op een beetje minder produktie met véél minder inputs.
Dirk, het belang van columnisten is een leuk stukje te schrijven dat iedereen meteen begrijpt, zelfs als de werkelijkheid heel anders in elkaar zit. Die moet je niet al te serieus nemen over zaken waar ze geen verstand van hebben. Behalve als ze er wel verstand van hebben natuurlijk.
Sylvia Witteman vandaag in de VK: haar kinderen (heeft ze niet meer in de hand) zitten voor de TV uit een "kartonnen emmer gefrituurde plofkip" te eten, en zelf stuit ze in het parkje buiten op een hoekje pure markt met " lijngevangen tonijn, geitenkroketten en biologische speltpoffertjes", de twee sporen ten voeten uit dus, en Sylvia laat duidelijk merken dat ze zich in geen van de twee kan vinden, dat denk ik ook trouwens (want ben het altijd 100% eens met haar). Wat ik dus denk: geen van die 2 maakt het nog lang, er blijft maar een spoor over, geen gesol meer met dieren en mensen, maar fatsoenlijk, eerlijk, verantwoord eten voor alleman (buono, pulito, giusto) dat zijn prijs heeft, de bioindustrie moet 3 stappen terug (ook het Ukraiense MHP experiment gaat het niet maken als export naar Europa), en Slow Food moet 1 stap naar het midden opschuiven, weg van de elitaire rand dus, let maar op, dat wordt het, ook dankzij ingrijpen van bovenaf trouwens, maar dat duurt nog wel pakweg een jaar of 30, 40. Ik maak het net niet meer mee!!
Jan Peter, met #52 toon je je een beetje de 'push me/pull me' two headed lama van Dr. Doolittle. Zulke metaforen zijn er niet voor niets. Het probleem is dus bekend.
Vraag derhalve: hoe ga je er mee om als je toch iets wilt bereiken en ziet waar het aan schort?