Ruim dertig jaar nadat de grondlegger van het Europese Landbouwbeleid, Sicco Mansholt, een alarmerende brief schreef over de negatieve gevolgen van zijn beleid, lijkt het momentum voor ingrijpende verandering aangebroken. In het afgelopen jaar leverden 2500 jonge boeren, onderzoekers, ontwerpers en beleidsmakers afkomstig uit 120 landen input voor ‘de Nieuwe Mansholt Brief.’ Staatssecretaris Martijn van Dam sloeg afgelopen vrijdag de eerste nagel in de doodskist van de huidige landbouwpolitiek. Vandaag ontvangt Nederland alle Europese landbouwministers. In deze brief richten wij ons met deze brief tot hen.

Geachte landbouwministers,

Ons voedselsysteem hapert. In Europa produceren boeren melk onder de kostprijs. Terwijl de voedsel-industrie steeds meer high-tech en kostenefficiënt wordt wankelen de landbouwers en veetelers. In onze straten en winkels is de paradox van het huidige voedselsysteem meteen zichtbaar: voor extreem weinig geld worden dromen van groene weilanden, blakende koeien, schitterende varkens en wuivende graanvelden verkocht, terwijl boeren overal in Europa knokken om hun bedrijf overeind te houden.

Sexy high-tech
Nederland wil en kan zich de komende tijd manifesteren als een van de voorlopers in de high-tech voedselproductie. Deze week komen de Europese landbouwministers in Eindhoven bij elkaar. Rond deze Landbouwraad zullen ze zich onder aanvoering van Martijn van Dam vergapen aan extreem efficiënt geproduceerde paprika's en tomaten. Ze kijken onder meer naar slimme drones die tot op de druppel nauwkeurig planten laten groeien, het gebruik van gewasbescherming minimaliseren en water efficiënt weten te gebruiken. Innovaties die zonder twijfel de manier waarop we in Europa voedsel produceren en consumeren drastisch gaan veranderen. Zoals ook de introductie van tractoren, kunstmest en gewasbescherming, en de verbetering van de ruimtelijke productieomstandigheden het landbouwbestel van na de Tweede Wereldoorlog op zijn kop zette, toen de Nederlandse boer Sicco Mansholt de basis legde voor de gemeenschappelijke Europese landbouwpolitiek zoals we die nu kennen. Onder het motto 'nooit meer honger' ontwikkelde Mansholt in Nederland een landbouwbeleid dat de productiviteit van de sector moest verhogen en het welzijn van de boeren moet verbeteren. Toen Mansholt in 1958 aantrad als eerste Europese landbouwcommissaris fungeerde zijn succesvolle beleid als model voor Europa. Zijn gemeenschappelijke landbouwbeleid werd zelfs de motor achter de Europese eenwording.


Nu, 40 jaar later heeft 'Nooit meer honger' geresulteerd in 'altijd goedkoop eten' – en dat komt tegen een prijs
Obscene overvloed
Mansholts bestel had een keerzijde. Schaarste veranderde in obscene overvloed. De moderne landbouw had een vernietigende aanslag gepleegd op de natuur. Aan het einde van zijn carrière voorzag Mansholt de negatieve bijeffecten van zijn levenswerk. In een alarmerende brief aan de voorzitter van de Europese Commissie riep hij in 1972 op tot radicale verandering van het beleid, nodig om de explosief groeiende wereldbevolking op een duurzame en rechtvaardige manier van voedsel te kunnen voorzien. Hij ontving nooit een antwoord, en werd weggezet als ideologische hippie.

Nu, 40 jaar later heeft 'Nooit meer honger' geresulteerd in 'altijd goedkoop eten' – en dat komt tegen een prijs. Ook is het zwaartepunt in het bestel veranderd: niet de boeren vormen de basis van het bestel, nu zijn het inkopers en verwerkers die de dienst uitmaken en de prijzen bepalen. In sommige landen is het platteland ontzield; multinationale ondernemingen kopen grote stukken land op en vervangen de boer voor de loonwerker, vaak goedkope seizoenswerkers uit Oost-Europa of Azië. De consument ondertussen ziet die voortgaande uitholling van het platteland niet. De relatie tussen stad en platteland is verbroken. Maar wat voor gevolgen heeft het als dit systeem van overproductie en onderbetaling instort en de boerenstand verdwijnt? Ondertussen woedt houden wetenschappers, opiniemakers, beleidsmakers en boerenvertegenwoordigers zich bezig met een vruchteloze discussie over welk landbouwmodel ‘het beste’ zou zijn. Vanuit de dogmatische loopgraven wordt een schijntegenstelling gecreëerd tussen ‘groot’ (geassocieerd met technologie) en ‘klein’ (geassocieerd met valse romantiek). Zo dreigt het momentum voorbij te gaan, en Mansholts doemscenario werkelijkheid te worden.

Zo dreigt het momentum voorbij te gaan, en Mansholts doemscenario werkelijkheid te worden
Een nieuw Groot Verhaal
Dat er een omslag plaats moet vinden, is vandaag de dag wél iedereen het over eens: van boeren tot beleidsmakers, van politici tot bedrijfsleven en burgers. En net als de Europese landbouwpolitiek de basis legde voor de Europese samenwerking na de Tweede Wereldoorlog, zou een geïntegreerd, en op morele basis gestoeld landbouw- en voedselbeleid het haperende Europese project een nieuw elan kunnen geven. Een Groot Verhaal waarin high-tech en voedselinnovaties de motor zijn achter familiebedrijven en voedselproducenten, met aandacht voor het lokale, de bodem, de natuur en het landschap en haar relatie met de stad. Een Groot Verhaal ook, waarin boeren als belangrijke maatschappelijke factor worden gezien, niet louter als producent of loonarbeider op het eigen bedrijf. Een voedselbeleid dat niet alleen economische zaken beslaat. Een voedselbeleid waarin nieuwe en 'hippe' fenomenen als urban farming, korte ketens, en slow food worden geïntegreerd en niet tegengewerkt. En ook een voedselbeleid dat verder durft te kijken dan de Europese grenzen alleen.

In de geest van Sicco Mansholt roepen wij u op dit momentum aan te grijpen en te werken aan het landbouw- en voedselbeleid waarin1) high-tech innovaties en voorop lopende boeren de ruimte krijgen voor ondernemerschap, maar waarin ook 2) volop ruimte is voor familiebedrijven die produceren, natuur en landschap beheren en de afstand tussen voedselproducent en consument kunnen verkleinen, zo nodig ondersteund door de overheid. 3) dat alle research en innovatie wordt gericht op een ‘schone’ landbouw, oplossingen voor klimaat- en energieproblematiek, gezonde voeding en een vitaal platteland. Landbouw op basis van gesloten biologische kringlopen, echte duurzaamheid waar momenteel geen enkel model van landbouw nog een antwoord op heeft. Dit alles vraagt om een sterke samenwerking tussen de Europese lidstaten. Het Europa van de twintigste eeuw werd gebouwd op de landbouwpolitiek. Landbouwministers, geef het Europa van de eenentwintigste eeuw nieuw elan met het Gemeenschappelijk Duurzaam Landbouw- en Voedselbeleid.


Mede namens 2500 jonge boeren en voedselprofessionals uit 120 landen die vorig jaar bijeen kwamen in Milaan,

- Guus Beumer (directeur Het Nieuwe Instituut)
- Joris Lohman (bestuurslid Slow Food International)
- Jan Huijgen (boer, filosoof, winnaar van de Mansholt Prijs)
- Carlo Petrini (oprichter Slow Food, winnaar van de Mansholt Prijs)
- Joszi Smeets (directeur Youth Food Movement)
- Piet van IJzendoorn (voorzitter Vereniging BioDynamische Landbouw en Voeding)
- Bert van Ruitenbeek (directeur Ecominds)
- Debra Solomon (Urbaniahoeve)
- Jack Stroeken (voorzitter Slow Food Nederland)
- Wouter van der Weijden (directeur Stichting CLM)


The New Mansholt Letter is een initiatief van Het Nieuwe Instituut in samenwerking met Slow Food. Voor interviews en achtergronden: The New Mansholt Letter.
Dit artikel afdrukken