"Er was die wijdverbreide aanname dat urbanisatie de belangrijkste oorzaak van de obesitasepidemie is," zegt Majid Ezzati, hoofdauteur van de in Nature gepubliceerde studie. "Onze bedoeling was dat eens goed uit te zoeken."
'Stadsmensen minder snel dik'
De aanname blijkt niet te kloppen. Plattelanders werden juist sneller dik dan stedelingen, blijkt uit het onderzoek van NCD-RisC, een netwerk van internationale gezondheidswetenschappers dat de ontwikkeling bijhoudt van niet-overdraagbare ziekten (zoals kanker of welvaartsziekten als diabetes).
NCD-RisC bekeek gegevens uit 2.009 bevolkingsonderzoeken, van 1985 tot 2017, over 112 miljoen volwassenen uit 200 landen. Wereldwijd ging de BMI (Body Mass Index) in die periode omhoog. Bij een gezond gewicht hoort een BMI tussen de 18,5-25, overgewicht is een BMI tussen de 25 en 30 en bij een BMI van meer dan 30 is iemand obees.
Uit het onderzoek bleek dat de BMI in stedelijke gebieden minder snel steeg dan die in rurale gebieden. De BMI van plattelandsvrouwen nam toe met 2,09, die van stadsvrouwen met 1,35 punt. Plattelandsmannen werden in 33 jaar 2,10 BMI-punten zwaarder, stadsmannen 1,59 punt. Meer dan 55% van de wereldwijde toename in BMI deed zich voor in landelijke gebieden en daarvan 80% zelfs in gebieden met lage- tot middelhoge inkomens.
'Stereotiep beeld'
Verrassend, maar verklaarbaar, zegt de bekende voedingswetenschapper Barry Popkin in een commentaar bij het artikel. "Het stereotiepe beeld is dat je in plattelandsgebieden je eigen voedsel verbouwt, loopt of fietst en lichamelijke arbeid verricht." Maar in hoge-inkomenslanden is nog maar 3% van de plattelanders agrariër en ook in lage- en middeninkomenslanden is het handwerk al lang door machines overgenomen. In rijke landen neemt de plattelander voor alles de auto. In armere landen komt het eten niet meer uit eigen tuin, van eigen akkertjes of eigen landbouwhuisdieren. Ook daar kopen mensen eten, maar hebben ze een beperkt budget waar de levensmiddelenindustrie en -distributie op inspelen. De ondervoeding die voorheen op het platteland te zien was, lijkt plaats te maken voor overvoeding met ‘low-quality calories’, heel betaalbaar maar calorierijk eten met verder nauwelijks voedingswaarde.
Uit het onderzoek blijkt dat de dunste vrouwen in Bangladesh wonen (gemiddelde BMI 17,7) en de dunste mannen in Ethiopië (BMI 18,4). De dikste vrouwen èn mannen wonen op Samoa (35,4 en 34,6). Dat scheelt een factor 2.
Update, 11 mei, 13:15 uur: de Nederlandse volksgezondheidsdeskundige Jaap Seidell heeft forse kritiek op het onderzoek, die uitte hij in een aantal media en in deze reactie hieronder.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Huib, Hebben we het hier over iets nieuws? Nee toch? In Nature nog wel. Op dezelfde website kun je ook de stijgingscijfers vinden. Ezzati suggereert dat hij iets nieuws heeft aangetoond. Is dat zo?
Huib, 'Rising rural body-mass index is the main driver of the global obesity epidemic in adults'. Dat is de kop van Nature. Rare, want niet kloppende kop.
Nuance? Jaap Seidell zegt hieronder en elders met zoveel woorden dat het een onderzoek is dat op zoek was naar .... ja, wat eigenlijk? En waarom met BMI (geen beste maat)? De cijfers zelf dreigen de confounders te worden.
Uiteindelijk komt dit naar boven: wie zijn eten moet kopen en niet veel te besteden heeft, levert zich over aan gemaksvoedsel dat makkelijk dik maakt. Dat speelt overal en zou de ongenuanceerde kop kunnen zijn. Vanuit demografie en sociologie bezien terecht, zegt Jaap.
De vraag die dit onderzoek oproept (zeker gezien de discussie hieronder) is tweeledig: waarom is het gedaan (eigenlijk zeg ik natuurlijk: wie heeft besloten dat de onderzoeksvraag zinvol was, als je een beetje snapt hoe de voedselomgeving werkt?) en hoe zou het inzicht verdiept kunnen hebben?
De kopsuggestie bij het stuk dat ik inleverde luidde: ‘Dikke plattelanders halen stedelingen in’. Dat betekent iets anders dan wat er nu staat: ‘plattelanders dikker dan stedelingen’. Juist bij het schrijven over dit soort onderzoeken is het van belang correct verslag te doen, belangrijke nuances gaan gauw verloren.
Liegen de cijfers? Nee, want de cijfers zeggen niets, dus kunnen ze ook niet liegen. Cijfers zijn cijfers: tussen 1985 tot 2017 droeg het dikker worden van plattelanders 55% bij aan de totale toename van obesitas. In de woorden van de auteurs: “We show that, contrary to the dominant paradigm, more than 55% of the global rise in mean BMI from 1985 to 2017—and more than 80% in some low- and middle-income regions—was due to increases in BMI in rural areas.”
Je kan je afvragen wat we met zo’n kaal cijfer moeten. De eerste reactie die je ziet: in twijfel trekken, zal wel niet kloppen. De tweede: wat zit er achter? Jaap Seidell geeft belangrijke aanvullende informatie, die het beeld van verstedelijking als aanjager van obesitas onderstreept. Dat proces staat niet ter discussie, het gaat hier om het verrassende en onverwachte statistische gegeven dat het in die periode van 5 jaar wereldwijd gezien op het platteland harder ging.
Ik vind zelf dit soort cijfers interessant, want het nuanceert de beeldvorming, als je tenminste de neiging tot interpreteren kan weerstaan. Ook beperkt onderzoek verdient een serieuze behandeling. De auteurs kennen overigens heel goed de beperkingen van dit onderzoek, die worden genoemd onder het kopje ‘Strengths and limitations’.
Ze noemen voorzichtigjes een mogelijke oorzaak. Het zijn de ‘low quality calories’ die de (vaak arme) plattelanders zo snel dik maken. Hoe dat in zijn werk gaat? Lees dit stuk uit The New York Times eens.
Hier in het dorp (± 70 huizen) moeten kinderen na groep 3 met de fiets naar school en dat is ± 6 km.
Er is in dat dorp-met-school maar 1 supermarkt (Jumbo) met een snackbar grenzend aan de parkeerplaats.
Op vrijdagmiddag zit daar op een muurtje wel eens wat oudere jeugd (middelbare school), maar altijd met een blikje energiedrank en misschien 1 grote (uitdeel) verpakking chips/koekjes. Kinderen met overgewicht zie ik hier nauwelijks.
Dat de snackbar hier in het dorp (alleen) op zaterdag rondom etenstijd geopend is trekt wat bewoners, want dat scheelt weer 'stank' in huis + heeft, vanwege eveneens geopende bar, mede een sociaal karakter.
Uiteraard zijn ook hier mensen met overgewicht, want zo'n beetje iedere supermarkt kun je wel zien als 'obesegene omgeving'.
Dat zijn inderdaad rare conclusies van Nature, Dick. Daarbij is het nog maar de vraag of de hogere 'rural' body mass index dezelfde consequenties heeft als in de Westerse landen (diabetes type 2 etc). Daar komen nog al wat andere confounders bij kijken (stress, stressrespons, slaap, beweging).