Plastic valt als het afgebroken wordt in steeds kleinere deeltjes uiteen: microplastics (kleiner dan 5 millimeter) en zelfs nanoplastic (kleiner dan 1.000 nanometer, een duizendste van een millimeter). Van microplastics weten we inmiddels dat ze overal voorkomen, in de lucht, in schaal- en schelpdieren en zelfs in ons bloed. Hoe schadelijk ze zijn, is (nog) niet duidelijk.

Maar als microplastics al overal om ons heen voorkomen, hoe zit het dan met die nog veel kleinere nanodeeltjes? Hoe gaan planten en bomen daar mee om? Dat onderzocht een team Zwitserse onderzoekers. Zij hingen zaailingen van berken, sparren en eiken met hun onderste worteltjes in water waar ze door zware koolstofisotoop gemarkeerde polystyreen nanodeeltjes aan toegevoegd hadden.

Al na vier dagen konden de onderzoekers de nanoplasticdeeltjes detecteren in het plantenweefsel. Bij de eik en spar vooral in de wortels (ook de hogere), maar bij de berk - die veel water verbruikt - ook in de stam en zelfs de bladeren. Volgens het team gebeurt dat door het xyleem, het transportweefsel in planten dat water en daarin opgeloste stoffen vervoert van de wortels naar de bladeren.

Als vervolgstap wil het team nu nagaan of de nanoplastics invloed hebben op de fotosynthese. "Planten vormen de basis van de voedselketen en plastic kan dus via hen in bos-ecosystemen binnendringen," aldus VRTnws.
  • Deel
Druk af