Microplastics dringen door tot in de beestjes die leven op de diepste zeeniveaus. Dat blijkt uit onderzoek dat eerder verzamelde diepzeebewoners uit troggen van 7.000 tot 10.890 meter diep op microplasticdeeltjes bekeek. Dat schrijft Phys.org.

Britse wetenschappers onderzochten 90 vlokreeften, minuscule garnaalachtigen, die ze tijdens eerdere diepzee-expedities hadden verzameld, op de aanwezigheid van microplasticdeeltjes.

Bij 65 vlokreeften vonden ze tenminste 1 microplasticdeeltje in het spijsverteringskanaal. Bij aantal kreeftjes troffen ze 8 plasticdeeltjes in hun lijf aan, het maximale aantal dat ze vonden.

De microdeeltjes bestonden uit verschillende plasticsoorten en synthetische materialen zoals nylon en polyvinylchloride.

Microplastics zijn overal om ons heen en tot in de verste uithoeken te vinden. Fijnstof, cosmetica, kleding en afbrekend plastic zijn bronnen van microplasticdeeltjes, dia via riolen, rivieren, regen en zelfs smeltend poolijs in de oceanen terechtkomen. Of microplastics gevaarlijk zijn, weten we (nog altijd) niet. Toch is het feit dat de deeltjes tot in het diepste van de oceanen aantoonbaar zijn, zowel verrassend als zorgwekkend, zegt onderzoeksleider Alan Jamieson.

De diepzee functioneert als ‘zinkgat’ voor plasticafval. Eenmaal op de diepzeebodem kan het nergens meer heen. Het onderzoek bevestigt de oprukkende plastisfeer waarvan we de betekenis nog steeds niet kunnen duiden.
Phys.org - Plastic found in deepest ocean animals
  • Deel
Druk af