Op het in de open oceanen ronddrijvende plastic blijken zeediertjes te leven die normaal alleen bij de kust voorkomen. Dat ontdekten Amerikaanse onderzoekers. Het gaat om mariene ongewervelde diersoorten zoals garnalen, zeepissebedden en mosdiertjes die zich op het plastic afval zelfs voortplanten.

De onderzoekers noemen het een ‘neopelagische gemeenschap’: op open water levende organismen die normaal gesproken alleen bij de kust te vinden zijn.

Plastic blijkt een ideaal materiaal voor kustsoorten om op te leven. Glas en metaal zinken immers naar de bodem en hout vergaat of valt uiteen. Netten zijn het beste plastic vestigingsmateriaal. Daarop troffen de onderzoekers de grootste diversiteit aan soorten die normaal in kustgebieden leven. Emmers blijken het minst geschikt.

Het onderzoek werd uitgevoerd in het oostelijk deel van de Noord-Pacifische gyre, een circulair systeem van zeestromingen in het noorden van de Stille Oceaan. Daar bevindt zich een grote hoeveelheid menselijk afval die we kennen als de plasticsoep.

Op 105 stukken plastic, onder meer flesjes, kratten en visnetten, bleken op 70,5% diersoorten voor te komen. De onderzoekers vonden in totaal 484 diertjes, waarvan 80% behoorde tot soorten die normaal in kustgebieden leven.

Het verschijnsel dat kust- of landdieren als 'verstekeling' met plastic afval meedrijven, is niet nieuw. Dat kwam aan het licht na de tsunami bij Fukushima. Jaren later spoelden op afval meeliftende 'exoten' op de Amerikaanse kusten aan.

Susanne Kühn, marien ecoloog bij Wageningen Marine Research, niet betrokken bij het onderzoek, zegt in de NRC dat er door al het plastic in de oceaan een toestroom ontstaat van invasieve soorten aan kusten aan de andere kant van de oceaan. “En het is maar de vraag of je dat wilt.”
  • Deel
Druk af